30 januari 2013

S(n)oesje

Er zijn zo van die momenten in een mensenleven die men 'mijlpalen' noemt. Zo is er bijvoorbeeld:

- je eerste kleuterpasjes op de 17-jaar lange martelweg called 'onderwijs' (onmiddellijk gedumpt midden in een schoolfeest waar ik als roodharige een groene pet op mijn dikke bol geduwd kreeg en gedwongen werd een felgeel truitje aan te trekken. De fashionista in mij liet zich toen al horen daar mijn gebrul het koor van enthousiaste kinderstemmetjes in crescendo overstemde)
- je eerste kus (locatie: gemeentelijke park. dader: puisterige, langharige loser uit naburige gemeente. plot: 24 uur durende romance die mij 12 maanden heeft gekost om erover te raken. Ldvd: it's a bitch).
- de eerste week op kot (eindelijk zelfstandig, helemaal klaar voor zotte bacchanalen en wilde avonturen maar tijdens het eerste weekend thuis bleiten tegen je moeder dat je daar niemand kent en het veel te ver is en je veel liever gewoon thuis wil blijven).
- je schoonouders voor de eerste maal ontmoeten (op mongoloïde wijze 20 keer per minuut je eigen naam brullen, onderwijl manisch handen aan het schudden en je schoonvader bij zich zelf gewoon zién denken dat Lindsey-met-de-plateauschoenen misschien toch niet zo'n slecht meisje was)

Naast boven beschreven hartverwarmende ijkpunten, heb ik als voedselminnend persoon natuurlijk ook enkele culinaire. Ik ben dan ook verheugd u te mogen meedelen dat ik er afgelopen weekend één beleefde.

Ik heb namelijk voor de eerste maal profiteroles gemaakt.



Profiteroles of soesjes zijn een soort van mini-éclairs maar dan oneindig veel schattiger, smakelijker en koddiger dan hun langwerpige grote broers. De vulling beslaat een enorme range van zoet (ijs, slagroom of vanillepudding) naar hartig (forelmousse, hammousse, kaascrème,...).

Ik maakte de traditionele zoete met een vulling van vanilleroom en topping van chocoladeganache.

Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet de grootste traditionele gebak-fan ben. Zo sta ik met veel plezier mijn punt slagroomtaart af aan Fikkie en een stukje biscuit ruil ik met veel plezier in voor een smakelijke bruschetta.

Maar.

Maar. De voldoening wanneer je eigenhandig, from skratch (!) zo'n klassiek puddinggevalletje in elkaar knutselt moet wel haast even groot zijn als, pakweg, de ironman winnen ofzo. (U merkt, u zal me niet snel op ostentatie betrappen). Ik glom letterlijk van trots toen ik zondagavond een bord koddige dikbuikjes aan mijn zusjes kon presenteren (ok, van trots en ook een beetje van zweet. De kleine fuckers steek je niet in één, twee, drie in elkaar).

Dus: voedselminnend publiek aller landen: verenigt u alvorens uw stoof, stroop uw mouwen op en trek eens een uur of 24 uit voor iets wat je in één hap binnen schrokt. Ik geef het u op een blaadje: U bent het waard...


voor de soesjes:

- 5 eieren
- 100 gram boter
- 180 gram patisseriebloem
- 25 cl water
- 1 vanillestok
- 1 snuif zout

voor de vanilleroom:

- 0.5 l melk
- 3 eierdooiers
- 45 gram puddingpoeder
- 100 gram suiker
- 1 vanillestok of een el vanille extract
- 35 cl volle rool

voor de chocoladetopping:
- een handvol (of twee) chocoladegaletjes
- een geut volle room

De soesjes:



Neem een kookpot. Giet daarin het water en voeg de boter en het vanillemerg toe. Verwarm het geheel tot de boter is weggesmolten. Weeg de bloem af en kap deze bij het water-botermengsel. Meng alles met een houten lepel tot je een soort kleverig deegje krijgt.
Nu onderscheiden de mietjes zich van de echt mannen/vrouwen (tenzij je een kitchenaid hebt. dan ben je niet alleen slim maar ook gefortuneerd)
Indien niet: stroop je mouwen op en maak je borst maar nat want hier komt een armspieroefening om u tegen te zeggen.
Het kleverig deegje neem je dus met pot en al van het vuur en nu voeg je één voor één de eieren toe. Na elke toevoeging moet je goed roeren want je mag de volgende pas toevoegen wanneer de vorige goed opgelost is in het deeg. Vooraleer je nu laatdunkend gaat zuchten wil ik nog dit meegeven: het eindresultaat heeft de consistentie van een soort dikke stopverf. Een extreem dikke-lijmachtige substantie die met elke toevoeging van ei dikker en moeilijker hanteerbaar wordt. Probeer maar eens. We zullen zien wie dán nog laatdunkend zucht.

Soit.

Na de intense fitnessoefening stond mij nog een grotere uitdaging te wachten. U moet weten dat De Spuitzak en ik geen al te beste relatie hebben. Ondanks vele eerdere pogingen blijk ik er namelijk maar niet in te slagen een sierlijk torentje te produceren. Ofwel zet ik te veel kracht en lanceer ik het spuitstuk prompt tegen de tegenoverliggende muur. Ofwel spuit de vulling er langs alle kanten uit (behalve dan uit het daarvoor bestemde spuitstuk). Ook deze keer vormde hierop geen uitzondering. Na enkele Godslasterende vloeken besloot ik dan maar gewoon een eetlepel te nemen en een paar kwakjes deeg op het bakmatje te gooien. Bovenstaand resultaat laat zien dat dit ook werkt.

Het soezendeeg gaat vervolgens in een voorverwarmde oven op 180° gedurende 20 minuten (een beetje afhankelijk van de grootte). Het is de bedoeling dat de soezen mooi omhoog komen en goudbruin kleuren.

Ik heb mijn soezen een dag op voorhand gemaakt en ze na het bakken bewaard in een goed afgesloten tupperware (zie later voor tips rond opnieuw opwarmen).

De eerlijkheid gebiedt me dat mijn eerste baksels beter gelukt waren dan de tweede. Om de één of andere mysterieuze reden rees de tweede lading niet zo goed en zakten ze, eens ze uit de oven kwamen, als torentjes op drijfzand in elkaar. Nu, eens ik ze opvulde, bolden ze wel min of meer weer op maar echt perfect kon je het toch niet meer noemen.

Een snelle zoektocht op het wereldwijde web leerde mij dat dit fenomeen verschillende oorzaken kon hebben:
1. ofwel is het deeg niet luchtig genoeg geroerd (dus echt goed mengen na iedere ei-toevoeging)
2. ofwel is het temperatuurverschil tussen oven en buitenlucht te groot. Dit kan je blijkbaar vermijden door de soesjes na hun baktijd nog even in een op een kier geopende oven te laten rusten (10 minuutjes) alvorens ze uit te halen. Ook moet je onmiddellijk na hun baktijd een klein gaatje in de soezen prikken om zo de warme lucht eruit te laten ontsnappen.

Behalve dat is soezen bakken echt een fluitje van een cent hoor...

Misschien wel nog even meegeven waarom u zich in godsnaam zou wagen aan een dergelijke masochistische praktijk:

 
 
I rest my case.

De vulling:

Schraap het vanillemerg uit in de melk en laat een nachtje trekken.(*) Klop de volgende dag de eierdooiers met de suiker en het puddingpoeder los in wat melk (ongeveer de inhoud van een koffietas). Warm de rest van de melk op tot tegen het kookpunt. Schep wat van de warme melk (een halve pollepel) uit op de pudding-melk en roer goed door elkaar. Gooi nu dat puddingmengsel bij de warme melk en roer tot je vanillepudding krijgt. Dat gaat verbazend snel.
Klop de room op in zachte pieken (niet helemaal stijf). En vouw de room onder de pudding. Zet weg tot gebruik.

De topping:

Smelt de room met de chocolade op een zacht vuurtje.


Nu heb je alle onderdelen en rest ons enkel nog de Kwestie Der Samenstelling. Stel dat je de soesjes een dag op voorhand hebt gemaakt, zul je misschien merken dat ze wat platjes en ingezakt in de tupperware dozen zitten. Dat euvel verhelp je makkelijk door je oven voor te verwarmen op 180°, de soesjes met een patisseriepenseeltje te bestrijken met wat water en de koddigaards een minuutje of zeven op te warmen.

Neem dan je spuitzak (bastard), vul deze met de vanilleroom en spuit in het eerder gemaakte gaatje de room tot het soesje opbolt van zoete verzadiging. (klinkt zowel lekker als ongelofelijk vulgair hé?)

Smelt intussen de chocolade. Maar let natuurlijk wel op dat de chocolade niet aanbrandt. Een bain marie is de ideale werkwijze maar toch zo'n godhemels werk hé. Pot op vuur, water erin, water aan de kook brengen, kleine pot er boven hangen, daarin ingrediënten. Marie had duidelijk meer energie dan ik.

Nu bent u nog enkele seconden verwijderd van een hemelse smaakervaring. Dompel de soesjes in de chocoladesaus (of kwak een lepel saus over het soesje) en dien op.

Ik zweer het, we zijn vier dagen later en ik ben aan het kwijlen boven mijn toetsenbord alleen maar bij de herinnering eraan.

Ik persoonlijk vond de combinatie: warm soesje, koude room en lopende chocolade een topcombo maar mijn zus gaf er de voorkeur aan de soesjes te laten opstijven in de koelkast zodat de chocolade een soort van krokante korst vormt. Elk zijn meug zeg ik altijd.

(*) dat nachtje laten trekken van een vanillestok in melk is volledig optioneel. Maar ik dacht; als ik me dan toch waag aan zo'n experiment, dan doe ik het meteen ook goéd (en ik had toevallig niets te doen zaterdag en verveelde me een beetje)

Enjoy!

2 opmerkingen:

  1. Stephanie,

    Ik ben op zoek naar een foodblogger voor het tijdschrift Karaat voor een kort interview.
    Naar welk e-mailadres mag ik een mail sturen?

    Groeten,
    Annelies

    BeantwoordenVerwijderen