29 september 2012

Retro Toastje

Vrijdag vind ik persoonlijk de beste dag van de week. Dat 'jeijj-weekend-en-alle-leuke-dingen-beginnen-vanaf-nu- gevoel' dient zich rond de middag aan. De schier eindeloze uitgestrektheid van die twee vrije dagen die tal van opwindende activiteiten in zich herbergen zoals daar zijn: tot 12h 's middags liggen stinken in je bed omdat je de avond ervoor nét iets te enthousiast bent gaan aperitieven, overdag in de zetel hangen, beetje rondlummelen in de keuken, wachten tot het avond is om opnieuw, met een fris hoofd, in de drank te vliegen. Zondag: idem zaterdag.
Je ziet, ik ben echt zo'n aanpakker, zo iemand die geen kans onbenut laat om het leven ten volle, in al zijn avontuurlijke aspecten, te beléven.

Soit, naar het schijnt is het uit met de pret eens je kinderen hebt en kan ik nu al gaan uitkijken naar diezelfde katers minus het uitslapen, rondlummelen, in de zetel hangen maar plus: Studio 100 die om 6h 's morgens door de boxen schettert, mini-vingertjes die zich in mijn neusgaten poken in een poging mama wakker te krijgen en aanschuiven bij de bakker op uren waarop er wel degelijk nog koffiekoeken te verkrijgen zijn.

Qua leuke vooruitzichten zit het dus wel snor.

Maar to the point: het zijn die weekenden met de familie die ik me nu nog steeds levendig herinner en die me gisteren inspireerden tot het maken van het volgende hapje: krabsla.


Het zat ten huize Coorevits namelijk als volgt: op vrijdagavond reed mijn moeder met haar wagen volgeladen richting plaatselijke handelaars voor het wekelijkse 'aperitiefje'. In onze straat nestelden een kaas-en viswinkel zich zusterlijk naast elkaar en alle delicatessen voor die avond werden daar dan ook ingeslaan: gerookte zalm, gerookte heilbot, ansjovisjes (in zuur niet die in blik), een doos toastjes, een lekkere salami, een potje kruidenkaas en een blok harde kaas. En standaard: een potje krabsla!

Eens thuis gekomen zetten mijn ouders hun persoonlijk slavenatelier aan het werk en smeerden en sneden mijn zussen en ik erop los
De gemoedelijke sfeer, het hele gezin samen in e weer rond de ronde tafel, de schertsende gesprekken (ok: 'ronduit kwetsende gesprekken' zou een betere omschrijving zijn maar dat zou de nostalgie niet ten goede komen), het vooruitzicht van de doldwaze capriolen van Boma en Markse op de buis en de smaak van krabsla op toastjes: allemaal elementen die er tot op heden toe bijdragen dat vrijdagavond nog steeds op eenzame hoogte staat in het lijstje 'Beste Avonden van De Week'

Gezien het feit dat 'Kristientjes Viswinkel' enkel nog bestaan in mijn (bitter)zoete jeugdherinneringen, zag ik me genoodzakt een hedendaagse versie te verzinnen van mijn favoriete retro hapje: Toastje met Krab.

Noot: ik maakte de salade met 'krabsticks' je weet wel die neon-oranje buisjes die op elkaar geprest zitten in een vacuumpakje. Ja, inderdaad, klinkt heerlijk maar (en dat is gewoon persoonlijk) ik zou het zonde vinden om onder echte krab mayo en curry te draaien en gepimpt in dit gerecht, spelen de sticks de rol van hun leven want geloof me, dit is lékkere krabsalade!


- een pakje 'krabbensticks' (verkrijgbaar in Dehlaize, Colruyt, Lidl,...)
- 2 kl mayo
- 2 kl (volle) yoghurt
- 1 lente uitje, fijngesnipperd
- wat bieslook, fijngesnipperd
- een snuif currypoeder (naar smaak)
- een snuif kurkuma (eveneens: nar smaak)
- een kwart van een granny smith appel
- 1 hardgekookt scharrelei
- peper, zout, PH salademixmolentje,...

Hak de krabbensticks fijn. Snij het appelkwartje in fijne snippertjes. Meng appel, krab en alle andere ingrediënten onder elkaar. Kruid af naar smaak. Smeer op een toastje. Enjoy

25 september 2012

Wolf in schaapskleer- koekjes

Zonder echt extreem de pessimist te willen uithangen: er zijn toch heel veel dingen niét ok in deze wereld hoor.
Om er maar een paar te noemen:

- de ongelijke verdeling op wereldvlak qua voedsel-en financiële middelen
- de absolute willekeurigheid die ervoor zorgt dat je als Westers baby'tje veel betere kansen krijgt dan als Afrikaans baby'tje
- de manier waarop fanatieke psychopaten godsdienst als een makkelijk excuus gebruiken om mensen op te blazen
- het feit dat een vrouw anno 2012 zich nog steeds harder moet bewijzen dan wanneer ze met penis zou geboren zijn

Maar het ergste van al:

- Het feit dat al wat lekker is in de wereld tegelijkertijd ook ongezond is.

 
 
Ik ga hier nu geen uitspraken doen rond het al dan niet bestaan van een Goddelijke poppenspeler maar echt, als hij al bestaat dan hebben we het hier toch over de grootste mop uit Zijn Sadistische Moppentrommel.

(noot vooraleer mensen mij dom en oppervlakkig gaan vinden: alle eerst genoemde zijn natuurlijk veel erger maar de laatste speling van het lot treft mij persoonlijk iedere dag en is gewoon iéts geschikter als luchtig foodblog-onderwerp dan pakweg de oorlog in Syrië. Dus volg mij maar gewoon even in mijn dwaze meisjesklacht. Hier gaan we:)

Lekker hoor een kerstomaatje of een stukje wortel op tijd en stond maar ga mij nu niet vertellen, mevr. Jambers dat, wanneer u last hebt van PMS uw razende hormonen u eerder naar een kanpperig radijsje zullen doen grijpen dan naar een warme, naar boter en zonde geurende, sappige brownie.
En mevr. Kimpen, ga aub niet beweren dat u op een winderige, koude, stormachtige, donkere herfstavond met evenveel plezier uw fluorescerend loophesje aantrekt om al joggend kou en regen te trotseren dan  uw flanellen pyjama om met een kop warme chocomelk voor de buis te gaan hangen.

Nee, het is gewoon een ironisch, vaststaand gegeven dat alle leuke, lekkere dingen in het leven je ofwel dik of ongezond maken (want breek me de bék niet open over alcohol!!!).

En nu we toch lekker op dreef zijn: waarom in godsnaam treft deze vloek de XX'ers onder ons schijbaar harder dan de XY'ers? Waarom, oh Goddelijke dwaasheid, is het toch zo dat, wanneer een vrouw haar eigen spiegelbeeld trotseert ze meestal een soort aangespoelde potvis met cellulitis ziet, terwijl 's mans reflectie blijkbaar moeiteloos kan concurreren met die van Johnny Depp.

In de donkerste uren van de nacht ben ik bang dat ik gedoemd zal zijn de rest van mijn leven te worstelen met volgend dilemma: happy as a hippo or thin without a grin
(u ziet, dichten kost mij eveneens geen énkele moeite).

In het dagelijkse leven tracht ik (ook op deze blog) lekker en gezond te combineren en meestal kan ik mezelf wijs maken dat een vegetarische, vetarme curry minstens even lekker smaakt als een dampende, romige, van kaas vergeven linguine carbonara. Maar wanneer het op desserts aankomt, is elke poging tevergeefs. Er bestaat gewoon niet zoiets als een vetloos/koolhydraatarm/suikervrij dessert. Ja, toch wel maar dan smaakt hondenkak waarschijnlijk even lekker.

Idem voor deze havermout-rozijnenkoekjes. Je kan je zelf wel wijsmaken dat je goed bezig bent (mmm havermout en rozijntjes) maar het is en blijven koekjes. Met boter. En suiker. En als ze warm uit de oven komen met hun knapperige korst en smeuïge binnenkant zo verslavend dat we hier gerust kunnen spreken over verslavende, misleidende smeerlapjes. Vooral wanneer je ze, zoals ik, rijkelijk besmeert met nutella en zo gestaag heel de bakplaat naar binnen wulfert.

(Noot 2: recept gezien op deze site)

- 95 gram bloem (ik nam speltbloem)
- 0.5 tl bicarbonaat
- 1 tl speculooskruiden
- een snuif fleur de sel
- 110 gram zachte room(!)boter
- 125 gram bruine suiker (ik nam helft de helft suiker, de helft honing)
- 1 scharrelei
- 1 geut vanillextract (zelfgemaakt op basis van duivelse rum!)
- 130 gram havermoutvlokken
- 100 gram rozijnen
- een handvol notenmengeling, grof gehakt

Meng de bloem, bicarbonaat, zout en de speculooskruiden door elkaar.
Klop de boter en de suiker/honing tot een glad mengsel. Voeg er daarna het ei en het vanille extract aan toe. Meng opnieuw.
Voeg de bloem toe en mix tot alles net gemengd is (niet te lang mixen). Voeg de noten, de rozijnen en de havermoutvlokken toe.
Dek het deeg af en laat het minstens een uur in de koelkast rusten.
Rol daarna balletjes van het deeg, schik deze op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de koekjes af in een voorverwarmde oven op 175° gedurende 10 minuten (iets langer als je grote koekjes hebt).




20 september 2012

Farinata (socca of karantita)

En daar zit je dan met een pak kikkererwtenmeel. Je mag je dan wel een mens van de wereld voelen, iemand die iets kent van exotische ingrediënten en niet bang is om nieuwe culinaire uitdagingen aan te gaan maar pompoenfalafel is ook niet iets om elke dag te eten.

Praise the lord voor google. Search: 'kikkererwtenmeel recepten'. Results: 12 000 (0.3 seconden). Hit nr 6: 'farinata of kikkererwtenbrood'.

Mogelijks maak ik me nu onsterfelijk belachelijk in de foodie wereld maar ik had er persoonlijk nog nooit van gehoord. Voor de mede-onwetenden:
Het betreft hier een populair iets binnen de Mediterrane wereld. Afhankelijk van de streek noemt met het farinata (Italië), socca (Nice) of karantita (Algerije) maar het gaat telkens over hetzelfde: een soort ovengebakken koek gemaakt van kikkererwtenmeel, water en wat olijfolie. In zijn natuurlijke vorm slechts gepimpt met wat zeezout, rozemarijn en zwarte peper maar een creatieve geest ziet tal van variaties. Ik zelf dus niet. Soit, aan de slag.



Het deeg is 100% idioot-proof (preparatietijd: minder dan een minuut) maar opdat alle smaken zich goed zouden vermengen, dien je het deeg toch zeker een uur of twee in de koelkast te plaatsen.

Dan begint de verwarring: Volgens bepaalde internetbronnen is het absoluut noodzakelijk om het deeg af te bakken in een gietijzeren pan die je op voorhand witheet laat worden in de oven. Ik heb geen gietijzeren pan maar was in een wilde en roekeloze bui en greep naar de springvorm. Die vette ik in met wat olijfolie, plaatste ik in de oven, liet hem lauw worden in plaats van witheet (er schuilt een ware anarchist in mij) en goot het deeg erin. Ik topte alles af met zeezout, zwarte peper, tijm, rozemarijn en wat dipperkruiden van Oil and Vinegar.

Toévallig stond op dat moment op mijn gasfornuis een tomatenpuree te pruttelen, samengesteld uit plukverse, puur biologische tomaten, ajuinen en tuinkruiden. Mijn rechter-en linkerhersenhelft had een zeldzaam moment van uitwisseling wat resulteerde in een creatief idee (jep, ook internetkennis) en ik dacht: wat als ik die nu eens combineerde? Je weet wel, als een soort pizza maar dan gezonder,voedzamer en ongetwijfeld ook oneindig veel saaier.

Toen de koek bijna gaar was, 'topte' ik de ene helft met de tomatensaus en schikte ik er in een opwelling wat verse tomatenschijfjes over. Nog vijf minuutjes in de oven en ik was klaar voor een nieuwe culinaire ervaring.

Resultaat: Een dikke koek die naar kikkererwten smaakt (ja, verrassing), en die qua textuur meer te vergelijken is met een soort flan dan met een brood/pizza. Dus niet echt knapperig maar meer 'deegig'. Ik persoonlijk vond het zeker niet slecht maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de farinata niet bepaald een 'mannelijk gerecht' is.
-Eén: het is vegetarisch en glutenvrij (beiden staan bekend giftig te reageren met testosteron)
-Twee: het is iets wat de meeste mannen niet zullen (her)kennen en wat niet lijkt op of ruikt naar gehakt. Hoogstwaarschijnlijk zal het dan ook met een hoge mate aan wantrouwigheid benaderd worden.
-Drie: het ziet er een beetje uit als een foccacia of een pizza maar het smaakt en voelt anders in de mond. Wees na de eerste hap voorbereid op een uiterst verwarde blik in zijn ogen.

Gelukkig had ik mijn goede, groentenminnende, sta-open-voor-alles vriendin op bezoek en vond zij het heerlijk.

Conclusie: mits verdere bijschaving (én vermoedelijk ook ervaring) heeft de farinata het in zich om een populair vegatarisch (vrouwen)gerechtje te worden.

Nodig voor 1 koek, de grootte van een normale springvorm:

- 230 gram kikkererwtenmeel
- 0.5 liter water
- zeezout en peper
- 3 el olijfolie (één om onder het deeg te mengen, de andere twee om je pan/spirngvorm mee in te vetten)
- kruiden (rozemarijn, tijm, oregano,...)

Giet het water en de olie in een mengkom. Voeg beetje per beetje het meel toe en klop met een garde tot je een homogeen, vloeibaar mengsel krijgt. Kruid af met zout en peper.
Verwarm je oven voor op 220° en plaats je bakvorm in de oven. Neem hem eruit wanneer de vorm warm is (of doe zoals ik en neem hem eruit wanneer jij dat zelf het liefste wil) en giet het deeg erin. Bestrooi de bovenkant met de groene kruiden en bak de koek gedurende 30 minuten in de oven.

Zoals eerder vermeld liet ik de helft 'natuur' en die punten serveerde ik met een groentendip (ja, weer pompoen, sorry maar zo gaat het nu eenmaal als je wil werken met seizoensproducten. Voel je vrij om te experimenteren met verschillende soorten tapenades)

Verder kan je variëren naar smaak en vermogen hé. Je kan er, net als ik, tomatenpuree over smeren. Of je kan hem versieren met lekkere groenten. Of je kan het hele gezonde aspect volledig negeren door te werken met toppings als kaas, salami, ham en chorizo én een brede glimlach op het gezicht van je inwonende holbewoner toveren.

17 september 2012

Pompoenfalafel

Of hoe vergaat het Stephanie verder in haar zoektocht naar 'Allerhande Applicaties van de Pompoen'? Ik zocht en vond op njam dit recept voor falafel en aangezien ik nog wat pompoenpuree in de diepvries had én net een zak kikkererwtenmeel had gekocht in de 1001-nacht winkel in de Zwevegemstraat, leek het me wel een goed idee me aan dit experiment te wagen. Ik kan hier verder eigenlijk niet veel meer over vertellen behalve dat de falafel lekker was maar een beetje te droog. Ik heb dan ook de voorgestelde verhoudingen compleet genegeerd en gewoon mijn doosje pompoenpuree (geen idee van het aantal grammen) samengekapt met 100 gram kikkererwtenmeel, en nog wat extra bloem toegevoegd. Volgende keer doe ik dat dus niet en volg ik voor de verandering eens het advies van iemand die er écht iets van kent.

Andere eigen inbrengen waren de volgende:
- wentelen van de falafel in sezamzaadjes
- onder het falafelmengsel verse salie en tijm mengen
- balletjes bakken in de oven ipv frietpot
- opdienen met gebakken oesterzwammen, gewokte babyspinazie en tzaziki


Tot zover mijn opmerkingen betreffende het gerecht.

Maar nu we toch het onderwerp 'pompoen' hebben aangesneden, wil ik in deze context wel nog een frustratie met jullie delen.
Jullie kennen 'Assepoester' wel hé. Of toch op zijn minst de film, het meisje in kwestie zelf ben ik zelf ook nog niet tegen gekomen. Soit, als zijnde een typisch product van de Disney-generatie ken ik het verhaal natuurlijk door en door maar ben ik tevens op de hoogte van de originele versie van verschillende sprookjesvertellingen (geloof me, als Disney de oorspronkelijke versie had getekend zouden de meeste films een KNT label gekregen heb. Moord, seks, bloed en geweld, De broertjes Grimm en Mr. Andersson schuwde de taboes duidelijk niet).
En dan nu mijn punt: Assepoester wil dus naar het bal, wordt geboycot door haar stieffamilie (nieuw samengestelde gezinnen: altijd een probleem), krijgt hulp van een lieve toverfee die de private moestuin verandert in een luxe wagenpark, als in: de POMPOEN wordt een KOETS. In BEIDE versies (Disney én KNT)
Nu wil ik graag eens weten of het jullie ook al is opgevallen dat in Amerikaanse series/films, wanneer allusie gemaakt wordt op bovenbeschreven sprookjesfiguur men steevast zegt: 'Be sure that you don't turn into a pumpkin' (of een gelijkaardige spitsvondigheid). Waarmee ze dus bedoelen dat HET MEISJE in een POMPOEN verandert.
Euhm... NEE!!!!
Ik weet nu wel dat Amerikanen de neiging hebben om alles naar hun hand te zetten maar dit slaat alles. Ik bedoel: waarom zou het méisje in godsnaam in een pompoen moeten veranderen? Heeft ze nog niet genoeg afgezien? Wat voor een sadistisch stuk vreten zou die toverfee niet zijn als ze dat arme kind daarmee wil straffen? Barbaars vind ik het.

Maar goed. Falafel dus.  Lekker hoor....

- 300 gram pompoenpuree
- 100 gram kikkererwtenmeel
- sezamzaad
- zout, peper, geroosterd paprikapoeder, verse tijm, verse salie

Meng de pompoenpuree met het kikkererwtenmeel en alle kruiden. Laat even opstijven in de koelkast (een uurtje ofzo). Draai er daarna balletjes van en wentel deze in het sezamzaad. Verwarm de oven voor op 180° en bak de falafel goudbruin gedurende 20 minuten.
Dien op met een frisse yoghurtdip, genre tzaziki.

12 september 2012

Fichiconfituur

Meer smokkelwaar uit het Zuiden! Ik weet niet hoe het zit met jullie maar ik ben verslaafd aan vijgen en zéker wanneer ze gerijpt zijn in een mediterraans klimaat met een gemiddelde van 9 uren zon per dag. Wetende dat de vijgen die nu bij ons in de winkel liggen slechts een fractie van de smaak bevatten van hun zuiderse broertjes (of zusjes? ...'Androgyne siblings' bekt niet echt goed hé?), ben ik me er in Toscane dan ook te buiten aan gegaan.

's Morgens huppelde ik vrolijk door de Lucchese straten richting 'alimentari' (kruidenierswinkel) om daar heel zelfzeker om 'figo' te vragen. Nu dacht ik wel dat ik niet onmiddellijk het juiste woord zou te pakken hebben, maar ik had ook niet verwacht dat de kruideniersvrouw me zou aanstaren alsof ik mentaal geretardeerd was. Ik kon zo niet onmiddellijk op een alternatief komen dus bleef ik maar datzelfde woord uitbalken in de hoop dat het op miraculeuze wijze opeens wél iets zou beteken (Figo! Figo! Figo!). Om het allemaal nog een beetje genanter te maken ben ik dan ook maar gebaren beginnen maken. 
Een echte aanrader voor je volgende Pictionary-avond trouwens: 'Beeld eens een vijg uit'. Lachen!
Soit, na een paar minuten kreeg ze klaarblijkelijk medelijden met mij want toen deed ze haar best in mijn gebrabbel iets Italiaans te herkennen en stootte ze uit: Ah!! Fichi!
De opluchting bij beide partijen was immens.
Ze vroeg me hoeveel ik er wilde, ik duwde een stomp handje met gespreide vingers in haar gezicht (en bevestigde daarmee defintief haar vermoedens omtrent mijn cognitievevermogens), gooide lukraak wat euro's op de toonbank en vluchtte met mijn buit de winkel uit. De schaamte deed gelukkig niets af aan het daaropvolgende genot: mijn tanden zetten in een sappige, onnoemelijk zoete, dieppaarse vijg waarvan de knapperige zaadjes knisperden in mijn mond.
Toen, na vele vijgovergoten ochtenden, een terugkeer richting Grijsland zich opdrong, gritste ik in de supermarkt nog een doos of drie vruchten mee en bewaakte ze tijdens de terugrit met mijn leven (ik besloot dat ze in mijn mond het veiligst van al waren).
Met de resterende paar heb ik dan maar vijgenconfituur gemaakt. Nu nog een blokje wildpaté erbij en zo dragen de komende regenachtige herfstavonden toch nog een vleugje Toscane met zich mee.




- 500 gram verse vijgen
- 200 gram (confituur)suiker
- zeste van een halve appelsien
- sap van een halve appelsien
- sap van een halve limoen

Snij de steeltjes van de vijgen. Snij de vijgen zelf in grove stukken en laat op een zacht vuurtje stoven met de suiker. Voeg de zeste en de sappen toe. Roer het geheel geregeld om om zo aanbranden te vermijden. 'Plet' intussen de grote stukken met je lepel of vork zodat je een min of meer egale substantie krijgt.
Steriliseer een confituurpot en giet er de confituur in. Laat afkoelen en bewaar in de koelkast.

10 september 2012

Pompoencake

Ik haat verspilling. En zeker wanneer het op etenswaren aankomt. Ik mag graag denken dat dat komt door:

1. dat ik een diepgeworteld respect heb voor voedsel in het algemeen.
2. dat ik niet zou kunnen slapen 's nachts, wetende dat ik, verwend Westers meisje eten weggooi terwijl er aan de andere kant van de wereld mensen dood gaan van de honger.
3.  dat ik vind dat, als dieren sterven om mij te voeden (niet dat dat nu per sé een bewuste keuze van het dier in kwestie was maar kom), dat ik tenminste het fatsoen kan hebben om ze hélemaal op te eten en hun onderste stukje rechterkuit niet gewoon in de vuilbak te gooien.

Maar eigenlijk ben ik gewoon gierig. Ik kan er niets aan doen, het is erfelijk. Laat ons het anders 'prijsbewust' noemen. Gierig klinkt zo vals. (Hé, noorderburen?). In elk geval mijn 'prijsbewust-zijn' heeft me al verschillende malen tot creativiteit gedwongen want ik mag dan wel op mijn geld letten, ik eet ook niet graag 5 dagen na elkaar hetzelfde.

Pompoenen bieden in dit opzicht een speciale uitdaging. Meestal hebben ze de neiging een kilo of zes te wegen en behalve 'soep'** komt er niet echt iets anders wanneer ik de receptenregisters in mijn hoofd opentrek. Of toch. Even een kort overzicht van het associatieve denkproces dat zich in mijn brein moet hebben voorgedaan:

pompoen --> pompoensoep?--> ok, maar wat met de restjes? --> iets lekkers maken--> lekkers= cake --> pompoencake? --> hm, cake met groenten : wortelcake --> courgettecake--> groenten + cake= lekker --> pompoen = groente --> pompoen in cake --> lekker.


Vaak denken mensen dat ik hoogbegaafd ben...

Pompoencake dus. Bloggen leerde me al over het fenomeen 'pompoenpuree'. Iets wat ze in de States in blikjes verkopen en waar ze tijdens Thanksgiving en Halloween mee naar je hoofd smijten. Zoals alle goede dingen zal ook dat wel overwaaien vanuit het Gezegende Land maar voorlopig is pompoenpuree een rariteit in onze winkelschappen.
Entrance: de restjes. De pompoenblokjes die ik over had gooide ik in een ovenschotel, besprenkelde ik met een klein beetje olijfolie en zette ik in de oven tot ze helemaal zacht waren (toch zeker 45 minuten). Dan ga je er met de staafmixer door et voila: pompoenpuree.
Om helemaal de Martha Stewart-tour op te gaan: je kan de puree heel gemakkelijk invriezen en gebruiken voor verschillende doeleinden. Ik plan binnenkort bijvoorbeeld een zelfgemaakte ravioli met pompoen-ricottavulling.

De cake zelf is ongelofelijk simpel en als je je pompoenpuree ready-made hebt, dan heb je het deeg klaar in minder dan een kwartier.

Wat het resultaat betreft, kan ik kort zijn: ik lijd zo ongeveer aan het fenomeen 'seizoensdepressie' en telkens de herfst zijn intrede doet, ben ik niet te genieten. De geuren echter die zich door mijn huis verspreidden op het moment dat deze cake in de oven zat, deden me dromen van natte, stormachtige herstavonden; brandende houtkachels, warme denkentjes, dampende koppen chocolademelk en cake! cake! cake!

** wat die soep betreft klink ik misschien een beetje neerbuigend maar dat is zeker niet mijn bedoeling. Pompoensoep staat op eenzame hoogte bovenaan mijn lijst lievelingssoepen en vooral wanneer ze gecombineerd wordt met gegrilde rode paprika's en een mini-scheutje whiskey of brandy.

- 150 ml koolzaadolie
- 250 gram bloem (mengeling van roggebloem en speltbloem maar neem gerust gewone)
- 1 kl bicarbonaat
- 1 kl bakpoeder
- 130 gram lichtbruine suiker
- 50 gram honing
- 1.5 kl speculaaskruiden
- 1 kl kaneel
- 0.5 kl gember
- snuifje fleur de sel
- 150 gram pompoenpuree
- 2 handenvol noten, in stukken gehakt
- 1 el vanille extract
- 3 eieren

Meng de bloem met de suiker, het bakpoeder, de bicarbonaat en de kruiden.
Klop de eieren schuimig met de olie en het vanille extract. Meng de natte ingrediënten onder de droge en voeg tenslotte de pompoenpuree en de noten toe en meng alles onder elkaar.

Beboter en bebloem een bakvorm en bak de cake af in een voorververwarmde oven op 180° gedurende 1 uur.

7 september 2012

The S- Man-dWich

Ik weet niet hoe het er in de andere foodie-huishoudens aan toe gaat maar wat onze 'menage' betreft, ben ik toe aan een bekentenis. Ik, Stephanie, mag mijn twee handjes dichtknijpen voor een echtgenoot als de mijne. Wat ik hem ook voorzet, hij heft zijn handen naar de hemel en looft en prijst de Heer voor Zijn (ok Mijn) milde gaven. Echt waar, mijn Cypriotische wederhelft lust ALLES.

En dan volgt nu een anekdote:

Je weet wel hoe iedereen in zijn leven vroeg of laat wel eens een vegetarische fase doormaakt en dan bij voorkeur in zijn eerste jaar aan de hogeschool/unief. Wel zo verging het eveneens Mr. Simeon D. Dapper overleefde hij het eerste jaar in Gent op rauwe wortel en schijfjes komkommer. Tot hij die zomer zijn jaarlijkse tripje maakte naar Aphrodite's Eiland en daar, na vriendelijk bedankt te hebben voor de tradionele 'souvla'; smakelijk werd uitgelachen door zijn oom en prompt de testikels van de aan het spit draaiende geit op zijn bord geschoven kreeg. Exit Simeon de Vegetarische Griek.

Tien jaar na deze jeugdervaring experimenteert zijn vrouw vrolijk met vegetarische curry's en gegrilde groentenschotels. Denk je dat hij klaagt?? Never! Integendeel. Mijn Man wéét dat eten maken mijn passie is en heeft de afgelopen negen jaar niet alleen geleerd om kritisch te proeven maar ook om intelligente opmerkingen te maken betreffende het het te verorberen voesel.
And I qoute: 'Hmm, Steph, écht smaakvol klaargemaakt, die vegetarische ovenschotel. Geeft de scamorza die smaak af? Of komt het door de zelfgemaakte laag pesto die je erin verwerkt hebt?'

Ik heb prompt gecontroleerd of HIJ zijn ballen wel nog heeft.

Maar alle gekheid op een stokje. Ze hebben soms wat te verduren, die foodie-wederhelften. En daarom is het niet meer dan billijk dat we ze ten gepaste tijde eens echt te verwennen.

Ladies, I present you: The S-Man-dWich. Geen ordinair broodje. Neenee, een homp testosteron om U tegen te zeggen. Vergeet dat volkoren zuurdesembrood. WIT brood is waar onze mannen naar craven. En bewaar die sneetjes kippenfilet maar voor de volgende ladies night want deze keer wordt er een KOE gegrild. Mét van die bruine kermis-ajuin én cheddar. UIT PAKJES!!!!!


Natuurlijk heb ik er mijn Stephie-twist aan gegeven. We kunnen wel lief zijn maar onze moeders en grootmoeders hebben hun bh's niet voor niets verbrand. De SMandWich werd ge-upgrade met Ottolenghi geïnspireerde auberginecrème, schijfjes romige avocado en werd gegrild in een weinig olijfolie in plaats van gefrituurd ofzo.

Besluit: één homp testosteron, met een vrouwelijk kantje in de diepste krochten van zijn onderbewuste. Net zoals the Husband zelve.

Hoeveelheden voor één manly man:

- een halve voorgebakken ciabatta
- een biefstuk, gekruid met grof zeezout, zwarte peper en 'vleeskruiden', ingesmeerd met olijfolie. (de vleeslap in kwestie was qua dikte al eerder een shnitzel dan een cote à l'os maar voel je vrij om hem nog eens met de deegrol te lijf te gaan om hem écht dun te krijgen)
- een halve avacado
- 3 sjalotten, fijn gesnipperd en in ruime hoeveelheid boter goudbruin gestoofd in een pannetje
- een halve tomaat in schijfjes
- een handvol sla
- 3 sneetjes 'plastieken' cheddar (je weet wel die vierkantjes artificieel gele kunststof waar ze wel moeten 'cheddar' op zetten omdat je er anders je ramen mee zou zemen)
- een lepel auberginecrème
- een lepel mayo (potje)
- een lepel chillisaus (potje)

Bak de ciabatta af in de oven. Verhit een grillpan. Korst de (dunne) biefstuk kort aan aan beide zijden. (denk: prooi! jacht! oergeluiden! bloed! en dus RAUW vlees).
Besmeer de ene helft van de ciabatta met mayo en chilisaus. Bewerk de andere helft met de auberginecrème. Leg op de onderste helft de biefstuk en de cheddar. Vervolg met de gebruinde ui. Werk af met sneetjes avocado, tomaat en garneer het geheel met sla. Kruid alles nog eens af met een fikse draai van de pepermolen en sprinkel er elegant wat zeezout over.
Ga er tenslotte met je volle gewicht op zitten. Zo ben je in staat de smandwich in hapklare brokken te hakken.

Schenk je liefste een koud biertje in (of ontkurk een flesje met je tanden), lach hem lief en onderdanig toe en bied hem met gebogen hoofd je vredesoffer aan.

Volgende keer gooi ik nog wat gebakken spek in de strijd en wanneer hij na afloop in een subcoma verkeert, fluister ik hem liefjes toe dat ik de komende maand volop ga experimenteren met zeewier.

5 september 2012

Focaccia

Ik weet niet of het iets typisch is voor mensen met een obsessie voor lekker eten maar voor mij is het alvast een bekend verschijnsel: Als ik op reis ga, dan raak ik haast panisch bij de gedachte aan alle lekkernijen die ik niét heb kunnen proeven en al diegene die ik moet achter laten zonder er nog meer van te kunnen proeven. Dus hamster ik. Schaamteloos. Ik plunder plaatselijke markten, vlieg aan een rotvaart met een volle kar door exotische supermarkten en sleur kisten wijn mee richting kofferbak.
Ik deed het in Amerika dus je kan gaan denken wat een duw ik de plaatselijke economie in Toscane heb gegeven (enkel in Senegal heb ik opgelucht de marktjes vaarwel gewuifd vanachter een vliegtuiraampje).

Quasi onmiddellijk bij thuiskomst (ok, er zaten zes uurtjes slaap tussen) toog ik aan het werk en verwerkte ik mijn Italiaanse tomaten in tomatenpuree en échte ragu. Mijn vijgen gingen afwisselend in mijn mond en in de pot om er vijgenconfituur van te maken en de focacciamix die ik meenam, resulteerde al in drie verschillende focaccia's.


Als je de mix hebt is het poepsimpel (en gelukkig maar want de uitleg staat er in het Italiaans op)

- 250 gram mix
- 150 ml water
- 2 el olijfolie
- look
- grof zeezout
- rozemarijn

Meng alles tot een elastisch deeg en rol uit. Dat laatste blijkt nog het moeilijkste te zijn omdat Italiaans elastisch ook écht elastisch is als in: haal de hamer uit de garage en klop je een ongeluk tot het ver**mde deeg op die bakplaat wil blijven liggen. Maar goed. Poepsimpel dus.

Ik besmeerde de ovenschotel in met olijfolie, 'vleide' (ahum) mijn deeg erin en besprenkelde ook de bovenkant kwistig met olijfolie. Vervolgens smeer ik er een teentje of twee geroosterde look over uit* en ik werk af met grof zeezout en rozemarijn. Gedurende 20 minuten in een voorverwarmde oven op 220 graden et voila: Italiaanse smaken in een Belgische herfst.

En dan nu de variaties: basisdeeg+ gehalveerde kerstomaatjes/tomatenschijfjes --> afbakken
                                   basisdeeg + garamelliseerde ajuin --> afbakken (vooral deze versie vind ik heerlijk)
                                   basisdeeg waar je gehalveerde en ontpitte olijven onder mengt

Stél nu dat je niét beschikt over een focacciamix uit de 'Coop' in Toscane, dan blijkt het ook te werken met 250 gram fijne bloem (bij voorkeur die '00' Italiaanse bloem die je gebruikt voor pasta) en een volle theelepel gedroogde gist. In tegenstelling tot de kant- en klare mix moet je dit deeg wel nog minstens drie kwartier op een warme plaats laten rijzen.

Het brood is overheerlijk, vers uit de oven, gewoon zo. Maar wanneer je wat olijfolie mengt met 'dipperkruiden' van Oil en Vinegar wordt het helemaal en traktatie.
Of wanneer je ze gebruikt als dip bij tomatentapenade. Of bij olijftapenade. Of als je het brood doormidden snijdt en belegt met fijne sneetjes taleggio en dan even tusssen de grill. Of....

* noot: de tweede keer heb ik twee tenen warm geroosterde look onder het deeg gemengd en het dan pas uitgerold. Dan krijg je dus een 'lookbrood' zoals men in het vakjargon placht te zeggen.

Elisa en de Toscaanse Crostini

Zoals in een eerdere post beloofd, ben ik u nog een aantal Italiaanse culinaire geheimen verschuldigd. Laat ons die belofte maar onmiddellijk inlossen en beginnen met het verhaal van een meisje genaamd Elisa en haar enoteca ('wijnbar') in San Miniato.

Misschien eerst een saaie, doch noodzakelijke geografische duiding alvorens over te gaan tot meer interessante, culinaire bespiegelingen. San Miniato is een klein, Middeleeuws aandoend dorp in de provincie Pisa, zoals ze je er in Toscane mee naar het hoofd smijten. Weliswaar ongelofelijk charmant en pittoresk maar geen hol te beleven. Waarom wij er dan naartoe zijn gegaan? Omdat we twee leeghoofden zijn en de verkeerde naam in de GPS hebben ingegeven (in plaats van San Maximiliamo of iets dergelijks. Details...). Waarom u er naartoe zou moeten gaan? Omwille van Elisa.


Een sfeerbeeld: twee Belgen, gestrand in San Miniato met hun witte bestelwagen. Zoals het twee gestrande toeristen betaamt, wordt de Lonely Planet erbij gehaald als ware het een baken van licht in een Toscaanse duisternis. Gelukkig: San Miniato schijnt te beschikken over een restaurant, aanbeloven door De Gids. Voldoende reden om er een nachtje te vertoeven dus.

Maar eerst: apero-time! (Noot: Apero- Time is Heilig op vakantie en situeert zich zo ongeveer tussen 10h30 's morgens en 23h 's avonds). Maar waar te gaan voor een goede apero in San Miniato? De dorpsparking leek ons dé plaats bij uitstek. Niet omwille van de topscore voor sfeer en gezelligheid maar wel omdat het de enige plaats was waar er in het dorp überhaupt iets geestesrijk kon genuttigd worden.

Prompt werden we verwelkomd door een guitig uitziende Italiaanse schone genaamd Elisa (maar dat wisten we toen nog niet). De Echtgenoot en mezelf moeten ons op dat moment wel in een overmoedige bui bevonden hebben want toen de lieftallige dame onze bestelling kwam opnemen zeiden we gewoon: 'due vino bianchi per pavore' (dat was de enige zin die ik in het Italiaans min of meer kon uitstoten want ik liet ze volgen door): We'll take whatever you recommend! We nipten van haar suggestie en vonden dat het goed was.


Gezien Italianen genieën zijn op culinair vlak, hebben ze de neiging hun aperitivi van een hapje te laten vergezellen. alsook bij Elisa. Ze bracht ons de Toscaanse klassieker Crostini Di Fegatini (of crostini met kippenlever). Nu gebiedt de eerlijkheid me te zeggen dat ik geen fan ben van alles wat ingewanden betreft. Meer zelfs; ik heb de neiging ingewanden te vermijden. Maar confer de overmoedige bui nam ik enthousiast een hapje van het ons aangeboden toastje. En echt: hmmmmmmmm. Lang leven Kippen en hun Levers. Lekker hoor. Zeker in combinatie met Elisa's wijntje, een Bianco Del Borgo, Viognier van 2011.

Het verhaal gaat verder. Zoals wel meer gebeurt tijdens Apero-time leidt één drankje al snel tot een tweede en opnieuw bevond Elisa zich aan ons tafeltje op de dorpsparking met een nieuwe suggestie, een Italiaanse Greco di Tufo uit 2010. Zo mogelijk nog tongstrelender dan de eerste! (we hebben de Greco di Tufo dan ook en masse geïmporteerd naar onze hometown).

Ik haalde Elisa er bij en vroeg haar of ze haar 'recommendations' kon opschrijven en of ze mij eens wilde uitleggen hoe zo'n kippenlevertoastje precies tot stand kwam. Dat deed ze met verve. Uit haar hele uitleg sprak een enorme passie en toewijding voor alle Toscaanse lekkernijen en ik wist dat we in uitstekende Italiaanse Foodie-handen waren.

Al nippend en proevend opperde mijn onverschrokken echtgenoot opeens het wilde idee om van de platgetreden Lonely Planet paden af te dwalen en het aanbevolen restaurant te laten voor wat het was. Misschien kon Elisa ons inwijden in de Toscaanse keuken? Na nog een een flinke slok Toverdrank besloten we het erop te wagen: Of Elisa ons misschien, los van wat de kaart te bieden had, een Toscaans plateautje kon bereiden met daarop wat plaatselijke lekkernijen, eventueel begeleid met meer van die lekkere drankjes die ze in haar kelder bewaarde? Ze kreeg volledige carte blanche.

Zo gezegd, zo gedaan. En als ik u één advies mag meegeven: Durf op reis eens de gids te laten voor wat hij is. Die mensen doen hun best maar ze weten ook niet alles hé. Onze intuïtie heeft ons die avond naar culinaire hoogtepunten gevoerd waarvan de herinnering eraan me nog steeds doet watertanden. De eenvoud! De puurheid! De sublimiteit! Perfect.

Wij kregen

3 crostini's waaronder:
- 1 met tomaat en ansjovis. Ja echt, dat was het. Maar oordeelt u vooral niet vooraleer u de zoete, volle smaak van een Italiaanse tomaat hebt geproefd. En zéker niet wanneer u  diezelfde tomaat nog niet hebt gedegusteerd met knapperig brood, goudgele olijfolie en zilte ansjovis.
- 1 met Taleggio (Italiaanse kaas, hier ook wel verkrijgbaar) en knapperig gebakken pancetta. Laat ons het de 'betere crocque' noemen (of voor onze noorderburen: Een Top-Tosti)
- 1 met tong (niet de vis, het mondonderdeel) en gekaramelliseerde zilveruitjes. Ik persoonlijk had me nog nooit eerder aan koeientong gewaagd maar: Where were you all my life???? Superlekker!!!!


Verder werd ons een broodzakje aangeboden, gepaard gaande met een bord vol Toscaanse charcuterie.

Wij proefden en smikkelden van :
- pecorino (drie soorten: een oude, een jonge en één die gemasseerd werd met olijfolie tijdens het rijpingsproces en daardoor een rode korst kreeg)
- finocchiona (salami subtiel geparfumeerd met venkel)
- soprassata (andere soort salami)
- toscaanse gedroogde ham
- taleggio
- parmezaan


Dit alles werd weggespoeld met enkele (of meerdere) slokjes Insoglio 2010. Een rode, Toscaanse wijn uit Bolgheri en door verschillende kenners omschreven als 'één van de beste Italiaanse wijnen'. (Exact mijn mening!)

Ik besef terdege dat u misschien niet even hard onder de indruk bent van bovenstaande beschrijving als ik van de eigenlijke culinaire beleving maar u moet me geloven dat ik op het moment zelf Culianir Engelengezang hoorde. Alles was zo eenvoudig maar zo ongelofelijk lékker en harmonieus dat op dat moment geen één Peter G of Sergio H mij van die parking had kunnen doen opstaan.

Wat mij betreft verstaat Elisa de kunst van het combineren van al het goede wat Toscane te bieden heeft (vriendelijkheid, wijn en eten) en is zij alleen al de omweg naar San Miniato meer dan waard.

Bij wijze van afsluiter geef ik u nog het ultra-geheime-op-en-top-authentieke recept mee voor Crostini di Fegatini. Zelf nog niet gemaakt maar dat is enkel een kwestie van tijd.

- brood (daar was het van dat typisch ongezouten Toscaans brood maar elke dikke snede boerenbrood will do the trick)
- kippenlevers (hoeveelheid afhankelijk van hoeveel personen je voedt)
- 2 dikke vleestomaten (ontveld en in grote stukken)
- 2 ajuinen, gesnipperd
- een geut Vin Santo (dat is een typische Toscaanse likeurwijn waar de biscotti in worden gedopt. Hier nog niet onmiddellijk gespot maar ik denk dat je dit wel kan vervangen door een andere zoete witte wijn of door witte porto)
- olijfolie
- kruiden: peper, zout en salie

Hak de kippenlevers grof. Verhit in een pan een goeie scheut olijfolie en kleur de ajuin aan. Voeg daarna de grof gehakte kippenlevers toe. Voeg de tomaat en de wijn toe en laat alles heel rustig op een zacht vuurtje sudderen tot het geheel gaar is (volgens Elisa spreken we hier over slow food dus kan je het wel een uurtje op het vuur laten staan). Kruid af met peper, zout en salie en mix het geheel in de blender tot je een paté krijgt.
Besprenkel de snedes brood met olijflie en wrijf ze in met een teentje look. Grill ze en smeer er de paté op.

Volgens internet zijn er versies waar je gedroogde porcini/kappers/ansjovis in moet verwerken. Kan volgens mij allemaal maar ik denk dat ik van start ga met deze basisversie. Als ik één ding geleerd heb van de Toscanen is het immers dat eenvoud siert.