26 juni 2013

Aardbei gaat op reis

Zo, na een welverdiende rustpauze (een paar heerlijk ontspannende weken full time werken in het psychiatrisch ziekenhuis tussen allemaal welgemutste adolescenten met een licht delinquente voorkeur) zijn we er weer met een eerste post-HobbyKok post.

HK lijkt al lichtjaren geleden. Ik denk er eigenlijk bijna nooit meer aan en ik moet zeggen dat ik het verlies heel vlotjes verwerkt hebt (dat ik naar het schijnt elke nacht badend in het zweet brul: Neeeeeee! Sergio!!! Waarom??? Waarom in GODSNAAM?????  is volgens mij maar een verzinsel van mijn echtgenoot).

Ik besef terdege dat het een tijdje heeft geduurd vooraleer ik een nieuwe blogpost het wereldwijdeweb opstuurde en wellicht is dit te wijten aan een minieme portie nervositeit van mijn kant.

Ik leg het uit: wekenlang waren jullie in groten getale aanwezig om mijn hobbykok-capriolen te volgen maar nu daar dus een punt is achter gezet, blijf ik achter met de vraag of met mijn 'second in the sun' tegelijk ook jullie interesse is uitgedoofd.

Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te gaan natuurlijk. Het is niet omdat ik geen foto's meer post van Sergio en Gert, dat we het niet over andere, minstens even interessante onderwerpen kunnen hebben zoals daar zijn...hm...
er zijn er echt massa's hoor, geef me een minuutje
.... dus....

*krekelgeluiden*

Ok, ok, al goed:

Nu content?

Goed dan, laten we overgaan tot de orde van de dag: voedsel.

Mogelijks hebt u ze al zien liggen in de winkel: die rode dingen vol mee-eters met een groen hoedje op? Ja hoor, het water loopt u al in de mond, ik heb het namelijk over de heerlijke delicatesse: aarbeien.

Ik persoonlijk heb mijn aarbei het liefst puur. Eventueel vergezeld door een klein toefje (of: litertje)handgeklopte slagroom. Maar we kunnen er alle kanten mee op: taartjes, coulis, gemarineerd, in een cocktail, met champagne, gedompeld in witte chocolade (*kreun*), in een mousse of bavarois OF in confituur.

 

Jawel, back to the roots. Het hoeven niet altijd toefjes en schuimpjes en wolkjes te zijn. Een simpele, dik gesneden, nog lichtjes warme boterham met boerenboter en een royale laag aardbeienconfituur: Ik schrijf in.

Nu moet ik u eerlijk bekennen dat ik geen crack ben op het vlak van confituur maken. Ik herinner me een zekere episode, enkele jaren geleden, waarbij ondergetekende trots potten versgemaakte bosbessenconfituur uitdeelde aan vrienden en familie om daarna proefondervindelijk te ontdekken dat ze helemaal geen confituur in potjes had gegoten maar wel een soort van mierzoete, paarse, gekristalliseerde 'substantie' waarbij je beitel en hamer nodig had om er stukken uit te hakken.  

Vorig jaar smokkelde ik op slinkse wijze Italiaanse lekkernijen over de grens en maakte ik daar (een iets geslaagdere) vijgenconfituur mee (lekker bij kaas!).

Dat de aanhouder wint, is bij deze weer maar eens bewezen want ik presenteer u volgende succesvolle foodpairing:
aarbei-sechuanpeper*-basilicum

Ah ja, en gaandeweg besloot ik er nog gember en limoen aan toe te voegen.

* voor de mensen die nog nooit van sechuanpeper gehoord hebben: dat kan, dat mag, dat is geen schande. Zoek het gewoon even op op google, dan kan u in het vervolg ook meepraten met de grote mensen.
** Nee hoor, grapje (lachen lachen lachen!). Sechuanpeper, ook wel bekend als Chinese of Japanse peper, bestaat eigenlijk uit gedroogde vruchtjes. De smaak is peperig (duh) maar op een veel aromatischer manier dan onze zwarte of witte peper. Het heeft 'een zuurtje' en ruikt vooral heerlijk.

De proefondervindelijke beschouwingen luiden als volgt: zoet-kruidig vooraan in de mond, gevolgd door een zuurtje in het midden en een friszoete sensatie ter afronding.


 

Of: lekker hoor.

Zelf eens proberen? Het is écht geen werk, ik meen het, op nog geen twintig minuten heb je een potje zelfgemaakte confituur. En geef nu toe, kan je iéts bedenken dat je meer voldoending schenkt dan de dag beginnen met een handgesneden, warme, krokant-vanbuiten-smeuïg-vanbinnen, met lichtgezouten boerenboter en zoete, volle handgemaakte confituur besmeerde boterham???


 

Ik DACHT het niét! **

Het recept voor u, lieve vrienden van het ambachtelijke product:

(hoeveelheden 1 potje)

- 500 gram aarbeien
- 200 gram geleisuiker (van die instant-soort)
- sap van 1/2 limoen
- een stukje geraspte gember (naar smaak)
- een besje of tien-twintig sechuanpeper (naar smaak en kan dus ook gerust vervangen worden door gewone zwarte peper)
- een handvol basilicum

Was de aarbeien en ontdoe ze van hun kroontje. Verwarm ze op een middelhoog vuur met een bodempje water tot ze 'gesmolten' zijn. Voeg dan de suiker toe. Laat doorkoken gedurende een minuut of vier en voeg intussen gaandeweg de gember, de basilicum, het limoensap en de peper toe. Proef of je van iets te veel of te weinig hebt (indien te weinig: voeg toe. Indien te veel: dikke pech)

Dit is zo gemakkelijk! Ik zie in de toekomst alvast volgende killercombo's:

- abrikozen met rozemarijn
- peer met tijm
- appel met citroenverveine 
- tomaat met basilicum en peper
- frambozen met limoen en munt
- ....

Eat this, Materne.




** Hier gaan we:
- de dag beginnen met een winnend lotje euromillions
- de dag beginnen met een deep-tissue-massage, u vriendelijk aangeboden door J. Depp
- de dag beginnen met een verfrissende duik in het saffierblauwe water van de Malediven
- de dag niét beginnen en gewoon de klok rond maffen
maar als we het over de gewone dingen des levens hebben, dan is deze boterham met confituur echt de way to go.


11 juni 2013

The Aftermath


Een week na de laatste uitzending besef ik dat ik een blogpost over de finale echt niet langer kan uitstellen. Ik ben al de hele week mijn hoofd aan het breken over wat ik precies kan vertellen en hoopte dat de inspiratie als vanzelf uit de hemel komt vallen. Ik dacht hetzelfde zo ongeveer een uurtje voor mijn examen statistiek en aangezien dat werkelijk fantastisch is afgelopen (hm), leek het me nutteloos het onvermijdelijke nog langer uit te stellen.

Doel van deze blogpost is het vinden van de perfecte toon. Je weet wel de 'ik-ben-niet-verbitterd-deelnemen-is-belangrijker-dan-winnen-sportieve-verliezers-toon'.

En net daar nijpt het een beetje want:

Toen ik ongeveer tien jaar oud was, was het ten huize Coorevits niet ongewoon om op zondagavond de spelletjeskast open te trekken en met het hele gezin gezellig aan het gezelschapsspelen te slaan. Monopoly, Cijfers en Letters (u weet wel, met Zaki) en Cluedo waren topfavorieten. Nu, naarmate de avond vorderde en het stilaan duidelijk werd wie zich de spelletjeskoning van de avond zou mogen noemen, kon het al eens voorvallen dat, wanneer het niet ik zou zijn die de hypothetische kroon zou dragen, ik het complete spelletjesbord (pionnen en bank incl) met één vlotte beweging van tafel maaide, iedereen uitmaakte voor 'vuile valsspelers', mijn zus een klets tegen haar kop gaf (gewoon, omdat ze het verdiende) en ik al stampend en loeiend van frustratie naar mijn kamer liep. Dit onder het motto: als ik niet kan winnen, dan niemand.

Dat kan tellen hé, qua sportiviteit?

Nu, met de jaren komt gelukkig de beheersing want ik:

- heb alle rekken met potten en pannen in de testkeuken netjes rechtop laten staan
- ben niet al brullend naar de chefs gelopen om mijn zegje te doen
- heb het gegeven 'met getrokken messen tegenover elkaar staan' figuurlijk gelaten voor wat het was
- heb Bram gefeliciteerd met zijn puike prestatie in plaats van hem tegen de grond te tackelen

Een hele verbetering, als je't mij vraagt.

Goed. Los daarvan zijn er de feiten; en dat is dat ik de duimen heb moeten leggen tegen Bram in de finale (aaarrrggghhh, de kwelling!)

Al weken overloop ik die hele noodlottige dag steeds maar weer opnieuw en opnieuw in mijn hoofd  hopend een afdoende verklaring te vinden voor mijn nederlaag. Ongelofelijk boeiend en als je iemand bent die wel eens last heeft van slapeloosheid, nodig ik u uit mijn gedachtengang eventjes te volgen. Een Xanax heeft er geen lap aan:

'Verdomme toch hé, Coorevits, je had bij je eerste plan moeten blijven. Ja maar dat zou ook niet goed geweest zijn want dan zouden ze gezegd hebben; je hebt op safe gespeeld. Ok, maar dan had je je lam beter moeten voorbereiden. Dat héb ik gedaan de avond ervoor en dat ging perfect net als die honderd miljoen andere keren dat ik lam heb gemaakt. Ok, waaraan lag het dan? Ik weet het niet maar ik heb het dubbel zo lang ingestoken als anders en het was nog altijd niet gaar en dan was opeens de tijd op en moést ik het serveren. Goed, laat dat dan maar een mysterie blijven. Misschien had je het een beetje ingewikkelder moeten maken? Ja, dan kan, maar dan zou ik niet 'trouw gebleven zijn aan mijn stijl' en daarbij, als je van 4 uur 's morgens aan het voorbereiden bent, dan kan het toch nooit héél simpel zijn? Nee, maar je had tijd over, jij arrogante trut. En nog iets... Ahja! je bent een loser!'

Een wéldaad voor het zelfvertrouwen, meedoen aan zo'n programma op tv.

In nood kent men zijn vrienden, zegt men wel eens. En in dit geval was dat mijnheer Festinger. Voor de mensen die nog wakker zijn, nog eventjes geduld want hier komt de genadeklap.

Mijnheer Festinger was een Amerikaanse psycholoog die voor het eerst het psychologische verschijnsel 'cognitieve dissonantie' beschreef. Kort komt het erop neer dat wij, mensen, niet goed overweg kunnen met dingetjes die niet stroken met hoe wij er zelf over denken. Als wij, mensen, van iets overtuigd zijn maar de  realiteit blijkt een beetje te botsen met die overtuiging, dan gaan wij ons daar niet bij neerleggen maar dan gaan we doen alsof die realiteit toch niet zo interessant is.

Een voorbeeld: u bent op dieet en besluit dat u minstens een maand lang alle chocolade, frietjes, koekjes en chips bant uit uw eetpatroon. Zo gezegd, zo gedaan. U komt vol goede moed aan op het werk en ziet daar in de personeelscafetaria een gigantische, smeuïge, zondige chocoladetaart staan met een kaartje van uw collega ernaast: 'Voor mijn verjaardag! Enjoy!'
In een vage uithoek van uw gedachten herinnert u zich nog wel uw voornemen maar een plotse uitval van elke vorm van rationaliteit overvalt u en u propt niet één, maar twee stukken in uw kwijlende mond.
En ach, waarom niet, een derde? Daar zal het nu ook wel niet op aan komen.
Nadat uw lichaam bekomen is van de gelukzalige weldaad 'vet en calorieën' genaamd, overvalt u een gigantisch gevoel van schuld. Dag één en uw dieet is al naar de vaantjes. Wat nu?
Hier komt mijnheer Festinger op de proppen. U besluit dat die dag toch geen goede dag was om te starten met uw dieet want het is een maandag! Iedereen weet dat maandagen de slechtst mogelijke dag zijn om jezelf verwennerijen te ontzeggen. Morgen met volle moed!
Of: u neemt plaats achter uw computer, tikt op google 'voluptueuze mooie vrouwen' in en besluit, onder het genot van een vierde stuk cake, dat rondingen véél mooier zijn dan uitstekende botten.

Cognitieve dissonantie, het is mijn allerfavorietste psychologisch gegeven. Ik heb het in de dagen na de finale dan ook ten volle toegepast:

- Tweedes? Zalig! Natalia was ook tweedes (dat ik zing als een bronstige walvis doet hier abosluut niets ter zake)
- Kom Steph, niet zagen het gaat om de ervaring! Je hebt de hele rit van begin  tot einde uitgezeten en hebt alles meegemaakt wat er mee te maken. Dit is véél meer dan je in het begin ooit kon bedenken (dat het begin de pot op kan, is ook volledig irrelevant)
- Kop op. In die finale heb je een voorgerecht gemaakt waarvan je nooit had kunnen vermoeden dat je het in je had. (ja maar ze vonden het niet goed genoehoehoeg.....)
- Niet zagen, door HK is het aantal 'views' op je blog van een 3-tal per dag (ik, mijn moeder en een occasionele voorbijganger) naar zo' n 1400 per dag gegaan.

Dat laatste is waar en zo egostrelend dat het alleen maar slecht kan zijn voor de gezondheid. Dus laten we maar aflsuiten in schoonheid en een synthese maken.

 I present you: 'Hobbykok- my personal best of':

Op nummer vijf: ontdekken dat puree en rauwe vis een goeie combinatie vormen en hiermee mijn toekomstige hypothetische kinderen voor altijd de mond snoeren als ze ooit zagen over mijn maaltijden ('Bekken toe en eten! Als het goeg genoeg is voor 6 sterren is het zeker goed genoeg voor jullie!' )
Op een dag word ik een gewéldige moeder....

Op nummer vier: ontdekken dat ik wel dégelijk slaafs bevelen kan opvolgen en dat ik, los van het lichamelijke verval, perfect stressbestendig ben. (Noot aan mijn familie: ik volg énkel slaafs bevelen op van mensen die iets zinnigs weten te zeggen over een bepaald onderwerp. Jullie horen jammergenoeg niét tot die groep)

En dan komen we in de top drie met de amuse aflevering (je weet wel die met de frietjes, de hambugers en de tapas). Ik heb daar eigenlijk nooit een post over geschreven. Waarschijnlijk gewoon omdat ik lui ben maar dat waren topdagen: ontbijten met frietjes, een hamburgertje maken op je gemak (en horen van een 3-sterrenchef dat hij een gelijkaardige denkpiste volgt als de jouwe tijdens zijn creatief proces) en wat spelen met slachtafval. Wat heeft een meisje meer nodig om gelukkig te zijn?

Op nummer twee: ikzelf (haha, galgenhumor) en daarnaast: Barcelona. Of hoe zou u zich voelen na: zo'n lekkere olijfolie proeven dat je een ketel zou leegdrinken, de lekkerste tapas van de wereld degusteren in de coolste tapasbar van de wereld met de beste chefs van de wereld, gaan shoppen in de boqueria op kosten van de productie, achteraf gin-tonics drinken op een (eindelijk) zonovergoten terras met als vooruitzicht een uitstapje naar Italië??

En dus op nummer één: Sorrento. Wanneer je het gevoel hebt dat je je volledig verteringsstelsel eruit aan het kotsen bent maar je je tegelijkertijd nog steeds verwondert over de ongelofelijke schoonheid van een land en zijn briljante eetcultuur, dan weet je dat je een winnaar hebt.

Goed, hiermee zit het er  defintief op. Ik ben nooit goed geweest in afscheid nemen dus laten we het volgende afspreken: jullie doen alsof jullie niet alleen mijn blog bezoeken om roddel en achterklap te weten te komen over Gert en Sergio en komen me in de toekomst af en toe een virtueel bezoekje brengen. Ik van mijn kant, hou jullie op de hoogte van mijn doldwaze avonturen en doe alsof ik niet zie dat jullie interesse veinzen uit medelijden.

Deal?!


2 juni 2013

Napels zien en (bijna) sterven

Vaak hoor ik van mensen die me in Het Programma bezig zien dat ze zich verwonderen over mijn 'cool'. Hiermee bedoel ik dat ik schijnbaar stressvrij over kom en op een relatief relaxte manier aan de potten en pannen sta.
Dit is een heel mooi compliment, waarvoor dank.
Misschien kunnen we hier even verder op in gaan en kan ik jullie nog wat van mijn Ander Domein (psychologie) meegeven?
In een eerdere blogpost had ik het al over de verschillende manieren waarop mensen op stress situaties reageren (roken, snoepen, wenen, noem maar op). Dit zijn eerder psychologische omgangsvormen. Je kan echter ook met je lichaam reageren op stress en daar ben ik het perfecte voorbeeld van.
Kijk, jullie zien een schijnbaar relaxed meisje maar jullie zien niét hoe in mijn hals rode vlekken (type 'schurft') aan een opmars bezig zijn richting mijn hoofd. Wanneer de situatie stresserend genoeg is, blijf ik, in mijn hoofd, weliswaar nog steeds gefocussed maar mijn kop imiteert op perfecte wijze een genetisch gemanipuleerde tomaat.
Sexy.
In Italië was ik ook kalm. Maar dat had een andere reden. Volg me even op dit reisverslagje en u komt er alles over te weten.
Dag 1.
Napels. Zo typisch Italiaans dat het elk cliché aanvinkt : vespa's die je rakelings voorbij scheuren hierbij de typisch Italiaanse rijstijl tentoonspreidend (als iemand hier in België zo zou rijden, zouden we hem in mijn vakjargon als 'suïcidaal' bestempelen), wasgoed dat tussen de huizen hangt te drogen, dramatisch geroep van de ene 'mamma' naar de andere, een gelateria op iedere hoek en bovenal de verleidelijke geur van heerlijk, eerlijk eten in de Napolitaanse straten.
Opdracht 1. Pizzadeeg maken. Tevens een perfecte illustratie van waarom ik zo van de Zuiderse keuken hou. Je voegt maximaal 4 ingrediënten bij elkaar. Je bewerkt dat een beetje, je rust een beetje en tadaaaa! Pizzadeeg!
Ik ben niet heiliger dan de paus en ik ga zeker niet beweren dat ik me nooit schuldig heb gemaakt aan het kopen van zo'n rolletje deeg uit de supermarkt maar echt, lieve mensen, het is géén moeite. Je hebt alleen een beetje tijd nodig maar je wordt beloond met een deeg dat in de verste verte niet vergeleken kan worden met wat je uit dat plastiekzakje rolt. Probeer het eens. Gewoon één keer. Niet voor mij. Voor u zelf. Omdat u het waard bent.



Op naar opdracht twee. Met de boot, langs de Vesuvius, naar Sorrento waar we in een trattoria aan de slag gingen met zee-egel en inktvis. Die zee-egel bleek de uitdaging van de dag. Ik had die dingen wel al eens op de bodem van de zee zien liggen tijdens het snorkelen en ik wist dat er mensen bestonden die het aten. Tot daar de aandacht die ik in mijn 28-lentes tellende leven aan het object 'zee-egel' had besteed. Net zoals Carla had ik die film van Bram niet gezien en wist ik niet goed hoe ik zo'n ding moest openen. Het plat slaan leek om voor de hand liggende redenen geen goed idee en de reeds beproefde methode der 'liesoperatie' scheen ook hier niet opportuun.
Gelukkig stond Bram op zo'n 60 centimeter naast me en kon ik netjes spieken.
Eens sesam zich had geopend, vertoonde die iets zwart en iets oranje. Uitdaging nummer twee bestond eruit te beslissen met welk kleurtje ik mijn pasta'tje zou opfleuren. Een proeftest leerde me dat het zwart niet te vreten was en dat het oranje dus wellicht de delicatesse was waarvan sprake.


De rest kent u.


Bijschrift toevoegen


's Avonds in het hotel was er tijd voor ontspanning. De crew, de productie, mijn twee collega's en ikzelf vleiden ons neer op het prachtige terras en nipten van een welverdiend glaasje limoncello. Of twee. Drie. Misschien vier. Het kunnen er ook vijf geweest zijn. Maar zéker niet meer dan zeven. Of zo.
's Nachts werd ik gewekt door een draaierig gevoel in mijn maagstreek. Ik ga u de details besparen maar in het kort: ik heb die nacht meer boven de pot gehangen dan dat ik in mijn bed heb geleden. De dag erna was ik een wrak en ik zwoer nooit of te nimmer nog het gele vergif  te drinken. Ook zou ik alles wat met citroenen te maken had afzweren voor de komende weken.
Hierbij dus volledig voorbij gaand aan het feit dat we aan de Amalfi kust zaten en dat ze daar bij wijze van spreken de citroenen naar je kop gooien.
Gelukkig waren er Sergio en Gert om me daaraan te herinneren. Tijdens het 'heerlijke ontbijt', waarbij ik enkel voorzichtig kon nippen van een glaasje water, werd opeens een gigantische citroentaart voor mijn neus neergepoot. Of ik deze wilde aansijden? En ervan proeven? En nog eens? Want van een hobbykok wordt toch verwacht dat ze er alle smaken uithaalt?
Het kruimeltje taart dat ik met geveinsd enthousiasme naar binnen werkte, zwelde in mijn keel op tot de grootte van een golfbal en de citroenzestes triggerden mijn maagsappen. Met alle beheersing die ik in mijn gerad-braakte lichaam had, onderdrukte ik een nieuwe golf van misselijkheid en concentreerde ik me op de eerste taak van dag 2. Torta Caprese al limone.
De citroenhemel waarvan sprake in de aflevering was subjectief gezien eerder de citroenhel. Sergio propte wat citroenzestes in mijn mond, duwde een citroen onder mijn neus en dwong me buiten de camera's om een bidon cirtroensap leeg te drinken.
Ok, dat laatste is niet waar maar het zou gekund hebben.
Ondanks dappere pogingen om mijn genante misselijkheid voor mezelf te houden, hadden de chefs al snel door dat ik niet optimaal aan het functioneren was. Schoorvoetend mompelde ik iets over 'mogelijks mispakt aan de limoncello' wat voor hen het teken was om mij keihard uit te lachen en onder het taartdeeg maken, bemoedigende dingen toe te roepen als: 'Ei, Stephanie, zou je niet een beetje limoncello aan je deeg toevoegen? Ei, proef maar eens hoor! Ik meen het hoor: proeven, proeven en nog eens proeven is de boodschap!'
Er bestaat een prachtig Italiaans woord voor mensen zoals zij. Hoe ging het ook alweer? Ahja: Bastardi!!

Eens de taart in de oven zat, zocht ik het eerst nabij gelegen toilet weer op en terwijl de hele ploeg aan het genieten was van verse buffelmozarella; fijn gesneden proschiutto en knapperig vers brood, besloot ik nog een beetje gal uit mijn maag te persen.

Next stop: de pizzeria waar het beslissende gevecht zou geleverd worden. De combinatie: busrit (van Sorrento naar Napels), torta Caprese-deeg en de charmante Italiaanse rijstijl van onze chauffeur maakten dat ik dacht dat mijn laatste uur geslagen had.
Men placht wel eens te zeggen 'Napels zien en sterven'. In mijn geval, beste lezer, mocht u dat welhaast letterlijk nemen.

Terwijl Carla een nieuw recept voor pizza-pap aan het creëren was (een gat in de markt wat babyvoeding betreft, lieve Carla!), hing ik weer maar eens boven het porselein.
Mocht iemand ooit een essay willen schrijven over het Italiaans sanitair, u mag mij steeds contacteren. Ik heb een schat aan informatie voor u!
Tijdens mijn vijftiende toiletbezoek die dag zat, rees het vermoeden dat de zeven glaasjes likeur nooit een dergelijk effect kunnen teweeg brengen. Ik vermoed dat ze, in combinatie met het mysterieuze stukje zwarte zee-egel verantwoordelijk zijn voor mijn fysieke toestand.
Nu goed. Over het hoe en waarom kunnen we uren speculeren maar feit bleef dat, toen het mijn beurt was om de arena te betreden, ik enkel nog kon denken: 'Niet op de pizza kotsen! Niet op de pizza kotsen!'

Bijschrift toevoegen

En dat, beste lezer, bleek mijn redding. Ik was zo kalm, zo gefocust, zo spuugmisselijk dat er gewoon geen ruimte meer was voor paniek of stress. Dat ik aan het spelen was voor een finaleticket kwam niet eens bij me op. Ik wilde gewoon zo snel mogelijk die pizza in de oven zodat ik weer mijn vertrouwde vriend De Pot kon gaan omarmen.
Veel vijven en zessen: All is well that ends well. Opeens bevond ik me in de finale van De Beste Hobbykok van Vlaanderen. Om maar eens een cliché te gebruiken: Nooit gedacht dat het zo ver zou komen. Toen ik me inschreef voor het programma, dacht ik: Wow, Gert en Sergio gaan iets proeven dat ik gemaakt heb. Hopelijk spugen ze het niet weer uit (om maar in het thema van de dag te blijven).
Toen bleek dat ik de eerste proef gewonnen had met Boer zkt. exotische Vrouw, dacht ik: ok, dit is een duidelijk geval van beginnersgeluk maar kom, een mooi verhaal om later aan de kleinkinderen te vertellen.
Maar de week erna lag ik er niet uit, de week daarna evenmin en zo ging dat maar door en door. Enkele uitschuivers buiten beschouwing gelaten, verliep de rit best vlotjes.
In tegenstelling tot jullie weet ik al hoe het dinsdag zal aflopen. Benieuwd wat jullie ervan gaan vinden. Kijken maar. Of niet. Je mag kiezen.