29 januari 2014

Over Don Quichot, vallen en weer opstaan

Allerhande cowboyverhalen doen de ronde over sport en hoe dat je gelukkig kan maken. De mediërende factor hier zouden 'endorfines' zijn. Een soort van natuurlijke drugs die je hersenen vrijgeven tijdens het sporten waardoor pijn onderdrukt wordt, je je minder vermoeid voelt en algemeen beschouwd dus gelukkiger bent.
 
Er bestaan mensen die graag uitspraken doen als 'Goh, man, lopen is toch ZO verslavend, ik kan écht niet meer zonder!'
Zo'n mensen zijn eerder griezelig en kijk je best niet rechtstreeks in de ogen. Ik, persoonlijk, zou met geen stokken te bewegen zijn wanneer je van hangen in de zetel en brownies eten strak en slank zou worden.
Maar dat is dus niet het geval en daarom ga ik lopen. Niet altijd met even veel goesting maar wel plichtsgetrouw. Toegegeven, achteraf voel ik me steevast blij en opgeruimd maar dat kan evengoed te maken hebben met het feit dat ik 'er weer vanaf ben voor een paar dagen'.

 
 
Echter.
 
Af en toe gebeurt het wel degelijk dat mij tijdens het lopen een soort van euforie overkomt. Je voelt het al tijdens de eerste meters: de benen zitten goed, je hebt een vlot ritme te pakken, de muziek in je oren is aanstekelijk. Kortom je lichaam werkt als een perfect-geoliede machine. Je voelt je atletisch, sterk, gezond en onkwetsbaar. Het sporten gaat gepaard met iets wat verdacht veel op 'plezier' lijkt.
 
Zo ook vrijdagmorgen laatstleden. Het lopen ging fantastisch vlot, de douche achteraf was verkwikkend en het weekend stond voor de deur. Dus sprong ik energiek op mijn fiets en peddelde aan een rotvaart richting werkplek (ik voelde me nog steeds atletisch en goed-geolied). Nu had ik die morgen al wel een paar keer op de radio horen passeren dat de wegen er gevaarlijk glad bij lagen en dat iedereen dus een beetje moest opletten. Om de één of andere reden besloot ik daar absoluut geen aandacht aan te schenken, nam ik gezwind mijn bocht en ging vervolgens keihard op mijn bek.
 
Hierbij enkele bedenkingen over 'vallen':
 
- Heb je ook al gemerkt dat, wanneer je valt, je in die extreem korte tijdsspanne toch altijd de tegenwoordigheid van geest lijkt te hebben om tegen je zelf te zeggen: 'Shit, ik ben aan het vallen'? Vreemd fenomeen, vind ik dat.
 
-  Als ik val, dan doe ik dat bij voorkeur op plaatsen waar veel mensen zijn. Die vrijdag koos ik voor een zeer strategisch kruispunt waar s' morgens heel mijn hometown passeert, op weg naar de autostrade.
 
- Ondanks die zorgvuldig uitgekozen plekken, valt het me op dat er zelden iemand zal stoppen om te vragen of het een beetje met je gaat. Dat is een meevaller omdat ik op zo'n moment niet per sé in de spots hoéf te staan.
 
- Behalve vrijdag. Het betrof dan ook een eerder spectaculaire val. Mijn fietsband schoof weg over een ijsplek waardoor ik met mijn heup tegen de grond kwakte (waarlijk een prachtig kleurenspel ter grootte van een meloen siert mijn rechterdijbeen momenteel), daarna boorde het stuur van de mountainbike zich in mijn ribben om tenslotte met mijn hoofd tegen de stoeprand te slaan. Kwestie van het hele gebeuren nog dat tikkeltje méér mee te geven, koos ik ervoor neer te gaan ter hoogte van een wegverzakking waar zich een plas modder en gruis met een diepte van 15 centimeter had opgehoopt. 
 
Het beeld dat je nu eventjes voor ogen moet nemen: ik, in kreukels op een kruispunt, een fiets onder mij (waarschijnlijk met zo'n wiel dat maar blijft draaien), natte strengen haar tegen mijn hoofd geplakt en een gezicht dat beklad is met zwarte vegen modder.
Op dat flatterende moment stopt een auto, draait een mevrouw haar raam open en maakt volgende scherpe observatie: 'Zije gevallen tè?'
Wat zeg je daarop? 'Nee, ik ben een beetje aan het uitrusten...'
Dat doe je niet want die mevrouw is duidelijk een lief mensen-exemplaar, begaan met haar soort dus   mompelde ik: 'Ja maar 't zal wel gaan hoor, bedankt'.
 
Nu, los van de gekneusde rib, gaat het allemaal prima dus waarom vertel ik dit allemaal?
 
1. omdat mensen die tegen dek gaan altijd grappig zijn (net zoals dansende huisdieren en kindjes die van de trampoline vallen) en we allemaal een beetje humor kunnen gebruiken in deze donkere maanden.
2. omdat ik een parallel wil trekken naar een recente faalervaring in de keuken.
 
Net als op mijn fiets vrijdagmorgen, heb ik de laatste tijd de neiging nogal overmoedig te zijn op culinair vlak. Een zeker zelfvertrouwen heeft zich in mij genesteld waardoor ik denk dat, alles wat ik onderneem, een smaakvol succes wordt.
Wanneer ik iets wil maken, dan gaat daar eerst een bepaald denkproces aan vooraf. Toegepast op de specifieke faalervaring:
 
Zondagmiddag. Zus komt op bezoek. Ik denk: 'Ik wil iets voor bij de koffie. Pannenkoeken zijn altijd lekker maar ik wil niets dat vergeven is van suiker en vet.' Idee: ik maak van die Amerikaanse 'pancakes' maar dan met pompoenpuree in plaats van suiker en boter en ik vervang de bloem door havermoutbloem'.
Vervolgens sla ik aan het googelen op van die gezonde hippie kookblogs waar zeewier en onkruid ten overvloede bejubeld worden, maak ik een synthese van de meest aantrekkelijke recepten en ga ik aan de slag.
Een halfuurtje later ben ik ronde dingen aan het afbakken die er wel degelijk uitzien als 'pancakes'.

 
 
Zuslief (ok, toegegeven, niet bepaald een avonturier op smaakvlak) komt binnen, breekt een stuk pancake af en kotst de hele boel nét niet weer uit.
 
Ik stamel: 'Jah ,euhm, tis met pompoen, maar ze zijn héél gezond hoor...' en snij met een rood hoofd vlug een plakje botercake in stukken..

 
 
'Waar zit nu de parallel?', hoor ik u denken. Wel, die is ver te zoeken. Maar ergens heeft het te maken met af en toe op je bek (kunnen) gaan en dat dat eigenlijk niet erg is. Dat je zo'n dingen wel overleeft. Dat je daar zelfs waardevolle lessen uit kan trekken. In mijn geval:
 
Les 1. Het is niet omdat je 'on a runners' high' bent, dat je immuun bent voor ijsplekken op de weg. Een minimum aan voorzichtigheid is altijd aangewezen.
Les 2: Winterbanden zijn ook praktisch op tweewielers.
Les 3. Sommige zaken in het leven zijn nu eenmaal niet geschikt om in een gezonde versie te gieten. Pannenkoeken zijn wat ze zijn: gebakken plakjes vet en koolhydraten, bestrooid met suiker en dat is OOK goed.
Les 4: Een dergelijke filosofie past perfect in mijn voornemen voor 2014, namelijk om te stoppen met vechten tegen windmolens en de dingen te aanvaarden zoals ze zijn.  
Les 5: Iets wat niet bijzonder lekker is, kan er wel nog altijd smakelijk uitzien. (Geef toe?)
Les 6: Als je iets dik besmeert met Nutella, dan wordt het altijd lekker.
 
Behalve kak, denk ik.
 
Mocht je alsnog de behoefte voelen om een pompoen-pancake te bakken, dan raad ik aan te vertrekken vanuit een basisrecept voor pannenkoeken (dus bloem, eieren en melk) en daar een beetje pompoenpuree aan toe te voegen. 
Succes ermee.

Ps: op de laatste foto zie je hoe ik de hele boel nog heb proberen te redden door er een sausje van Griekse yoghurt en honing op te smeren. Helaas.

 





16 januari 2014

Ode aan het schaap dat zich hond waande

Een tiental jaar geleden, toen Tentman amper enkele weken mijn leven verrijkte met zijn aanwezigheid en we beiden nog aan het parasiteren waren in ons ouderlijke huis, togen we samen na één of ander feestje in de vroege uurtjes naar zijn casa. Tentman hield even halt voor de poort en sprak de woorden:
 
'Niet schrikken hé, maar ik heb een hond. Ze ziet er een beetje gevaarlijk uit maar dat is ze niet, hoor! Ze zal nogal enthousiast naar je toe komen lopen en ze zal ook blaffen maar je moet gewoon niét in haar ogen kijken en vooral niét tonen dat je bang bent'.
 
Een paar bemerkingen kwamen toen bij me op:
 
1. Als iemand tegen je zegt 'niet schrikken', geven ze je prompt daarop een perfecte reden geven om je wezenloos te schrikken.
2. Echt iederéén met een hond zegt 'ze ziet er gevaarlijk uit maar ze is braaf hoor' en ik geloof dat dus  nooit. Honden zijn dieren, dieren zijn onvoorspelbaar, honden zijn onvoorspelbaar dus IK zal wel uitmaken of ze gevaarlijk is of niet.
3. 'niet in haar ogen kijken en niet tonen dat je bang bent'.... Prachtige uitspraak, Tentman en qua haalbaarheid op gelijke hoogte met wat ze je in de natuurparken in Amerika meegeven voor het geval je een puma tegen komt: 'If it attacks, fight back'.
 
Indien ik toen niet onder invloed was geweest van een hevige en irrationele verliefdheid, had ik onmiddellijk mijn kar gekeerd, de volledig driehonderd meter naar mijn huis gestapt en nimmer meer omgekeken.


Maar ik wilde Tentman en die kwam blijkbaar in een twee-in één-pakket. Dus ik raapte al mijn moed bijeen, haalde diep adem en stapte hem achterna in de donkere garage. Ongeveer 1 seconde na mijn intrede vlamde er een zwarte schaduw op me af, wild blaffend, met vurige ogen en een bek vol vlijmscherpte tanden.
 'Niet tonen dat je bang bent', was geen optie.
Ik sprong op Tentmans ' rug en smeekte hem me te redden maar dat was zo ongeveer het domste wat ik kon doen. Bleek dat ik niet zijn enige 'bitch' was en dat het harige monster aan zijn voeten geen enkele intentie had om Tentman met mij te delen.
 
Dat was mijn eerste kennis making met Hera, Tentmans' hond. Liefde op het eerste gezicht? Not so much...
 
Maar wat Hera en ik van elkaar niet wisten was dat, wanneer het om Tentmans' hart ging, we twee koppige pitbulls waren die niet zouden lossen. Indien we in zijn leven wilden blijven, moesten we het maar leren doen met elkaar.
 
 
 
Maanden verstreken en mijn lichaam bleef intact. Bleek dat Hera veel liever knauwde op een gedroogd varkensoor dan op mijn vingerkootje/scheenbeen. Haar bloeddoorlopen, wilde ogen waren bij nader inzien eerder zacht hazelnootbruin en ik kreeg een licht vermoeden dat haar roekeloze bestorming van iedere bezoeker geen aanval was maar eerder een enthousiaste begroeting.
Langzaam maar zeker ging onze relatie over van 'elkaar dulden' naar 'stille waardering'. Zo leerde ze bijvoorbeeld dat, wanneer ik in de keuken stond, er meestal wel iets te rapen viel en ook dat ik een verborgen talent had voor 'achter-het-oor-strelingen'. Op dergelijke momenten lag ze onbeweeglijk op haar matje, tong uit haar bek, oren plat en hield ze zich zo stil mogelijk. Je zag ze gewoon denken 'niet bewegen en dan stopt ze waarschijnlijk nooit, niet bewegen en dan stopt ze waarschijnlijk nooit'.
 
Helaas was 'niet bewegen' quasi onmogelijk voor haar. Ziet u, Hera leed namelijk aan ADHD. Daar kon ze natuurlijk zelf niets aan doen maar het maakte het leven met haar er niet altijd makkelijker op.
 
Stel u het volgende tafereel voor: Man, vrouw en hond liggen op een lome zondagmiddag te soezen in het zomerzonnetje. Man ligt reeds vredig een boompje te zagen want hij heeft dan ook niet veel nodig, vrouw zakt langzaam weg, omgevingsgeluiden verdwijnen naar de achtergrond, de zon verwarmt haar huid en maakt haar slaperig, gras-en zomergeuren prikkelen haar neus, alles is rustig en vredig tot opeens:
 WAFWAFWAFWAF
Hera recht springt, als een zot over het grasplein begint te crossen en zich te pletter blaft tegen, ja, wat? Een vlieg of een mier wiens kop haar niet aanstond waarschijnlijk. Dag vredevolle, soezerige bui. Hallo bijna-hartaanval.
 
Verder had ze de reputatie eerder dominant te zijn. En dat mag een understatement heten. Hebt u wel eens een koe van dichtbij gezien? Dat zijn redelijk grote beesten. Nu is een Duitse Herder niet bepaald iets wat je chihuahua-gewijs onder je voetzool kan pletten maar wanneer het louter op  volume aankomt, moeten honden over het algemeen de duimen leggen tegen vee. Grootheidswaanzin of een perceptiestoornis, ik laat het in het midden maar feit is dat Hera absoluut niét onder de indruk was van een gemiddeld koebeest. Wat zeg ik? Een kudde koebeesten. Ergens in de Ardennen moet nog steeds een boer die hondsdolle herder vervloeken die zijn 20-koppige veestapel de stuipen op het lijf joeg en verantwoordelijk was voor een wekenlange productie van karnemelk.
 
In die optiek mogen we de man met het -voormalig- witte hondje die dacht: 'Ik maak eens een rustige wandeling langs de Leie op een kalme zondagmiddag', ook niet vergeten.
 
Kort geschetst: zondag, regen, Leie. Veel modder. Oude man die het gore lef heeft om me een prettige dag te wensen. Wit, klein hondje dat het zich intussen permitteert om aan de kofferbak te snuffelen. Diezelfde kofferbak waarin Hera ongedurig zit te wachten om haar wandeling te beginnen. Stephanie laat man + hond laat passeren en opent vervolgens de kofferbak. Woeste, Duitse Herder stormt op man + witte hond af,  tackelt beide in één vlotte beweging en start aldus een moddergevecht waarbij herder + hondje + oude man zeker vijf minuten in de natte, bruine drek aan het worstelen zijn. Aan de zijlijn: uw nederige blogster die tevergeefs haar hond tot orde tracht te roepen.
Resultaat? Oude man + trauma. Wit hondje dat niet meer wit is en zich op bevende pootjes van de scène verwijdert. Meisje met schorre stem, de schaamte voorbij en tenslotte Duitse Herder die met zo'n 'opgeruimd-staat-netjes-attitude' trippelend aan haar wandeling begint.
 
Echter, een relatie werkt aan twee kanten. Ik mocht mijn bedenkingen hebben bij bepaalde van haar karaktereigenschappen. Zij van haar kant was zeker en vast ook niet onverdeeld enthousiast over mijn persoontje.  
 
Zo vond ze bijvoorbeeld dat Baas en Vrouwtje (of hoe ze ons ook mocht noemen in gedachten, Kluns en Klungel waarschijnlijk), lang niet voldoende deden in het huishouden. Gelukkig stond ze, zoals het een trouwe viervoeter betaamt, altijd paraat om ons daarbij te helpen.
 
Een voorbeeld. Op een doordeweekse avond vond Hera blijkbaar dat er wel eens een stofzuiger over de vloer mocht gaan. Daar ze mij al een beetje kende en wist dat een spontane stofzuigeractiviteit even zeldzaam was als een witte tijger in het Leiebos, beraamde ze een gewiekst plan. Ervaring leerde dat het kussen waarop ze uitrustte, een verzameling van duizenden isomobolletjes was, slechts omgeven door een dun, nylon omhulsel. Niets waar haar scherpe nagels makkelijk korte metten mee zouden maken. Dus bekeek ze het koppel luiwammesen in de zetel nog eens neerbuigend, nam ze een fikse aanloop en liet ze zich met haar volle 35 kilo op het desbetreffende kussen neerploffen. Het effect had iets weg van de Vesuvius die isomobolletjes spuwt in plaats van vuur. Mission Accomplished.
 
 
Of die keer waarop ze dacht dat ik als zelfverklaarde hobbykok mijn echtgenoot wel iets beters mocht voorschotelen dan een stapel crocques en ze de nobele taak op zich nam om ze zelf allemaal op te vreten. Een hondenjob, zeker,  maar iémand moet het doen....
 
U merkt, zoals in iedere lange relatie hadden Hera en ik onze ups en onze downs. We waren vrouwen van dezelfde man en durfden wel eens om zijn aandacht te vechten maar wanneer we gezellig met zijn tweetjes waren, begrepen we elkaar vaak met één enkele blik.
 
En dan nu even een woordje tot de hond in kwestie (ja, ik weet dat honden over het algemeen niet kunnen lezen maar ook honden gaan naar de hemel en daar kunnen ze het vast en zeker wel. Zeker een uitzonderlijk begaafd exemplaar als Hera. Zie foto hieronder, de intelligentie straalt er gewoon van af):
 
Je (opvallende) aanwezigheid in huis was voor mij even vanzelfsprekend als die van Tentman dus mag je wel stellen dat ik vandaag bijzonder veel moeite heb om een decennium 'Hera' af te sluiten.
 
 
Dag schaap, het was een waar genoegen.
 
 
 
 
 
 

9 januari 2014

Over bezinning en detoxen

Laat ik maar beginnen met wat dezer dagen een populaire begroeting schijnt te zijn en u allen een gelukkig nieuwjaar wensen. Al weet geen hond meer wat dat precies betekent.
 
Naar het schijnt bestaan er mensen die een nieuw jaar beschouwen als een nieuw begin, een kans om fris en schoon te starten.
 
Ik en mijn ziekelijke onvermogen om ergens afscheid van te nemen doen daar niet aan mee. 2013 was verre van een slecht jaar. En ik zie tot nog toe totaal niet in waarom 2014 het beter zou doen (Inschrijven voor Hobbykok 4 zou gewoon raar zijn).
 
De miserie begint voor mij al met het hartverscheurende verschil tussen december en januari. Waar december licht, gezellig, feestelijk en overvloedig is, dan contrasteert januari daar spectaculair mee door grijs, eenzaam en detox te zijn. In december surf je goedgemutst mee op de vrolijke belletjes van de arreslee en bedek je alle eventuele existentiële vragen met het warme deken der dronkenschap. In januari zorgt de opgelegde zelfonthouding ervoor dat die kwesties je keihard in je smoel slaan op een donkere maandagmorgen.
 
In januari worden er balansen opgemaakt.
 
Van het vorige jaar maar ook van datgene dat eraan zit te komen. Dit jaar lijkt die nood tot (zelf)evaluatie extra groot en ik vermoed dat het te maken heeft met het feit dat ik enkele weken geleden mijn laatste jaar als twintiger heb ingezet.
 
In 2014: The big 3 0.
 
De speeltijd is gedaan en het blijkt steeds moeilijker om me te verschuilen achter jeugdige onbezonnenheid bij het maken van verkeerde -of juist geen- keuzes. Het is alsof ik vriendelijk verzocht word om de cruise control af te zetten en de omgeving waarin ik terecht ben gekomen eens deftig onder de loep te nemen.  
 
Het afgelopen decennium ben ik afgestudeerd, heb ik werk gevonden, een huis gekocht, datzelfde huis verbouwd en me als dusdanig financieel verbonden met een andere mens. Tenslotte ben ik ook nog eens getrouwd waardoor ik me emotioneel verbonden heb met een andere mens (dezelfde als diegene van het huis, wat wel zo praktisch is).
Als je het zo bekijkt, dan heb ik dus in een tijdsspanne van 10 jaar ongeveer 80% van alle belangrijke levensfasen doorlopen. Hypothetisch gesteld dat ik zo'n 80 jaar zal worden, dan ja.... kom je mathematisch op iets onevenredig uit
(Mijn excuses maar vanaf het moment dat er cijfers aan te pas komen, gaat het van *tuuuuuuuut* in mijn hoofd)
 
Komt daar nog bij dat je in je twintigerjaren niet bepaald bulkt van levenswijsheid en bedachtzaamheid dus mag je er van uit gaan dat ik die 80% belangrijke dingen op een nogal onbezonnen manier doorlopen. Nu kijk ik nu in de spiegel en ik zie niet langer een giechelende tiener zie maar een bijna (!)  dertiger (met een veel betere huid, weliswaar) die al een jaar aan het dubben is over welke kleur haar nieuwe zetel precies moet hebben.
 
'Angstaanjagend' is denk ik het woord dat hier de lading het best dekt.
 
Want wat dit alles bijzonder ironisch maakt is dat, wanneer ik terug blik naar de tijd waarin het me geen hol uitmaakte welk kleur mijn zetel had, maar ik euforisch het goedkoopste model uit de kringloopwinkel mijn van schimmel vergeven studentenkot in sleepte, ik schijnbaar véél en véél gelukkiger was dan nu.
Dus dan volgt nu een vraag:
 
Is het niet de bedoeling dat je slim en wijs wordt met de leeftijd in plaats van dom en oppervlakkig?
 
Of vertoon ik alle symptomen van een midlife crisis? Ik kan me met de beste wil van de wereld niet voorstellen dat een Porsche hier enig soelaas kan bieden....
 
Laten we de cirkel voor de fun nog even rond maken (want jahaaa, het is hier lachen, gieren en brullen geblazen vandaag).
Aan het begin van dit stemmige relaas heb ik u een gelukkig nieuwjaar gewenst. Misschien moet ik me dat dit jaar zelf maar eens toewensen:
 
Een GELUKKIG 2014.
 
Maar dan niet opgemeten in termen van thermomixen (alhoewel die dingen écht gewéldig zijn) of een zesde paar zwarte schoenen ('de veters zijn bij dit paar rond in plaats van plat') maar gewoon, als in het gevoel 'geluk'.
 
Voor u bedenkt dat dit wel heel Ingeborgiaans klinkt, wil ik expliciet benadrukken dat ik nooit of te nimmer de behoefte zal hebben om uw chakra's te reinigen.
Elk zijn chakra, zegt mijn grootmoeder altijd.
 
En daarbij, ik vind de redenering eerder logisch en rationeel dan zweverig:
 
Geluk is een gevoel.
Een gevoel is geen ding.
Een thermomix is een ding.
Dus dat maakt van een thermomix geen geluk.(*)
 
Samenvattend: wanneer ik geluk wil nastreven in 2014, dan zal dat minder (**) zijn door mooie dingen te kopen maar eerder door mooie dingen te beleven.
 
Dus opnieuw:
 
Laat ik maar beginnen eindigen met wat dezer dagen een populaire begroeting schijnt te zijn en u allen een gelukkig nieuwjaar wensen.
 
 
(*) Je hoort het Tom, een thermomix is geen geluk hé. En als je vriendin wil ik dat je boven alles gelukkig bent. Dus ok, je hoeft niet verder aan te dringen. Ik hou je thermomix wel. Zo ben ik. Eén en al opoffering in het kader van het geluk van anderen.
 
(**) Tentman, ik zei dus wel degelijk 'MINDER' dingen kopen hé, niet 'GEEN' dingen.
 
 
Nu we dit mysterie weer eens even fijn hebben opgelost, kan ik het met het restje mensen dat nog overschiet, eventjes over eten praten.
 
We schrijven januari dus iedereen is weer massaal aan het detoxen geslagen veronderstel ik? We gaan er opnieuw voor in het nieuwe jaar? Voor die gezonde 'mijn lichaam-is-mijn-tempel- opvattingen'?
 
Dat komt bijzonder goed uit want ik heb vandaag een receptje voor u in petto. Met name mijn gezonde versie van frietjes met mayo
 
(trrrrrrrromgeroffel)
 
Pastinaakfrietjes met frisse tahinsaus!!!

 
 
Ik zweer het: de teleurstelling op Tentmans' gezicht toen hij gretig naar de frietjes greep en ik hem vertelde dat het hier geen gefrituurde patatjes betrof maar wel ovengebakken pastinaakreepjes. Onbetaalbaar...
 
Uit protest weigert hij er nu natuurlijk van te proeven, de koppige ezel. Maar dat vind ik eigenlijk niet erg want zo zijn er meer voor mij.
 
Ik maak deze combi zo ongeveer twee keer per week. En daar is alles mee gezegd denk ik.
 
(Behalve dan ter verduidelijking dat ik alles ook effectief op eet hé. Omdat ik het lekker vind. Dus niet luisteren naar Tentman. Zijn interpretatie van een tempel is trouwens de koepel van de Taj Mahal.)
 
Bonus: Naast lekker zijn deze groentenfrietjes ook nog eens super gezond en simpel!! Poeh!  Dat kan je bijna niet geloven. Ik schat dat er zo'n 25 minuten overgaan (5 minuten maken, 20 minuten bakken) voor je je tanden kan zetten in deze weldaad voor smaakpapillen en lichaamsstructuren. Denk: de aardse, knapperige smaak van een pastinaak, krokant gebakken en een beetje spannend gemaakt door de toevoeging van wat pittige kruiden, gecombineerd met het rokerig aroma van tahin, verfrist met citroen en verse, groene kruiden.
 
Detoxen is LEUK!!!
Aan de slag!!!
 
Voor de frietjes:

 
 
- een pastinaak (1 dikke/ 2 dikke/ een hele hoop kleintjes. U kiest! Dat is het voordeel van gezond eten, lieve mensen: on-ge-limiteerd boefen!!)
- een beetje polenta of maïsmeel
- gedroogde kruiden naar keuze (bijvoobeeld: een beetje chili. Of wat gerookt paprikapoeder. Of misschien wat ras-el-hanout)
 
Voor de saus:
- 3 eetlepels tahin (oftewel: sesampasta. te koop bij de sympathieke Marokkaan/Syriër/Pakistaan om de hoek of in uw dichtstbijzijnde bio-winkel)
- een kneepje citroensap
- een scheutje water
- een snuifje zout
- een geutje olijfolie
- een handvol frisse, verse groene kruiden (mijn voorkeur gaat uit naar 2/3 platte peterselie en 1/3 koriander)
 
Hoe begin je eraan?
 
Voor de frietjes:
 
Schil de pastinaak en snij in frietjes. Mik ze in zo'n diepvrieszakje en strooi er wat polenta/maismeel en droge kruiden naar keuze over. Bind het zakje toe. Shake er eens mee zodat alle frietjes bedekt zijn met kruiden en polenta/maismeel en zet eventjes weg. Verwarm je over voor op 190° (boven en onder verwarming). Schud de frietjes uit op een bakplaat en besprekel genereus met olijfolie/kokosolie/ghee (geklaarde boter) Bak gedurende 15-20 minuten of tot ze goudbruin en knapperig zijn (het kan dat je de knapperigheid een handje moet helpen door er eventjes de grillstand op los te laten)
 
Voor de tahinsaus:
 
Mik alle ingrediënten in een blender en meng tot een gladde saus (voeg eventueel wat water toe indien niet lopend genoeg). Proef en kruid bij waar nodig. Je streeft naar een mooie balans tussen fris-zuur-rokerig.
 
Smakelijk, vrienden van de gezonde levensstijl!
 
 
Nawoord: de trouwe lezers onder jullie zullen zich misschien herinneren dat ik vorig jaar een kerstboom ben misgelopen en toen gezworen heb om wraak te nemen.
Min of meer dus. Ik had het dit jaar in mijn bolle hoofd gehaald dat een kale struik met witte kerstlichtjes eigenlijk veel strakker en stijlvoller stond dan zo'n van roze/groene ballen vergeven boom. Dus toog ik op een mooie zondagmorgen in december naar het tuincentrum in de buurt en sleepte een forse, kale struik onze huiskamer binnen. Ik drapeerde vrolijk enkele lichtslingers rond de takken en stak er- gewoon voor de frivoliteit- een vogeltje of twee in. Genoegzaam over zo veel vindingrijkheid, nestelde ik me avond na avond in de zetel om mijn toonbeeld van ingetogen elegantie te bewonderen.

 
 
En toen gebeurde het volgende:
 
Blijkt dat een kale struik in combinatie met vloerverwarming, licht en water de neiging heeft om in bloei te schieten. Waardoor ik nu dus beschik over een met-kerstlichtjes-behangen-roze-groene magnoliastruik waar isomo-vogeltjes in verscholen zitten. 
 



 
Klasse, Coorevits. Pure klasse.