21 augustus 2014

Over dagelijkse zorgen en dagelijkse kost

En dus hebben we nu nog altijd geen kat of hond ten Huize Tentman- Coorevits (ik verdom het om mezelf Tentvrouw te noemen).
Zoals in ieder goed huwelijk waren we tot het volgende compromis gekomen: ik kreeg een kat en een halfjaar later mocht Tentman zich dan weer een hond aanschaffen. Noem me gerust een watje maar nog eens getuige zijn van een brutale slachtpartij hoeft voor mij niet per sé en we redeneerden dat, als onze kat er eerst is, die als dominant zal worden beschouwd door de hond en we op die manier haar overlevingskansen kunnen maximaliseren.
 
Nu is mijn echtgenoot een achterbakse klojo en sinds we op reis een koppel puppy's spotten op één van onze verblijfplaatsen en ik me eerder positief uitliet ten aanzien van deze vlooienballen doet hij niet anders dan me foto's van puppy's onder de neus schuiven. Hebt u al eens een puppy gespot? Sorry hoor maar als je nu niet spontaan 'ooohhh' uitroept, dan ben je een psychopaat:


Voor mijn geestesoog verschenen weldra pittoreske beelden zoals:  Mijn hondje en ik, samen lange trektochten makend door bos en dal. Mijn hondje, rustig slapend voor de open haard op een koude winteravond terwijl Tentman en ik, onder het genot van een glaasje goede rode wijn, minzaam glimlachend op hem neerkijken. Mijn hondje en ik, samen joggend op een frisse lentemorgen, de riem losjes om mijn middel gebonden en het hondje vrolijk huppelend naast mij. 
Toen kwam ik weer tot zinnen en herinnerde ik me dat wandelingen met Duitse Herders meestal zo verlopen. Ook meende ik dat ze de neiging hebben twee keer per jaar hun lichaamsgewicht aan haar te verliezen, dit bij voorkeur uitstrooiend over de vloer (we hebben gepolierde beton thuis, kan je het je voorstellen. We spreken hier over kamerbreed tapijt bestaande uit hondenhaar hé?!)
 
 
Neenee, dan leek deze me toch een beter idee. Geef toe, hoeveel haar kan daar nu van komen? Weinig kans ook dat hij man + hond tegen de grond kan tackelen door zijn lichaamsgewicht er tegenaan te gooien.
 
 
U merkt, de kat vs. hondstrijd is nog niet gestreden. In afwachting hebben we ons dus maar een konijn aangeschaft.
 
Meet Bert:
 
Bert is de meeste linkse en pluizige van de twee
 
Dwergkonijn Bert werd begin april aangeschaft met als bedoeling een origineel cadeau te vormen voor mijn driejarig metekind. Dat metekind heeft een volledige 90 seconden aandacht besteed aan Bert, kreeg toen van iemand anders slimmer een prinsessenkleed en vergat het hele konijn prompt. Ondanks verschillende pogingen van de mama van het metekind om Bertje een warme thuis te bieden, kreeg hij naar mijn mening toch niet alle moederliefde die hij verdiende. Dus adopteerden Tentman en ik hem.
Dwergkonijntje Bert was dolgelukkig bij ons. In plaats van in zijn hokje mocht hij in onze verwilderde tuin vrolijk rondhupsen. Hij maakte vriendjes met de katten in de buurt en mocht op logement bij de buren en hun kippen tijdens onze congé.
Eens terug uit vakantie bleek dat Dwergkonijntje Bert de afmetingen had aangenomen van een puppy. Dus hebben we ofwel een inschattingsfout gemaakt en is Dwergkonijntje Bert helemaal geen dwergkonijn. Ofwel heeft hij gewoon zware botten al dan niet in combinatie met een eetprobleem.
 
Maar nu stelt de volgende vraag zich: Hoe zit het precies met de natuurlijke konijn-kat-hond hiërarchie? Hoewel Bertje een stevige jongen is, betwijfel ik of hij van nature dominant genoeg is om het hoofd te bieden aan een volgroeide Duitse Herder. Bertje ziet er namelijk ook erg fluffy uit en ik ben bang dat onze toekomstige hond hem per abuis zou kunnen aanzien voor een knuffeltje.
 
Toen bedacht ik dat ik een foodblog had en 1 en ander gecombineerd leidde tot de volgende elegante oplossing: Stifado, oftewel een Grieks stoofpotje van konijn!
 
 
Ok, dat was een grapje.
 
Ondanks verschillende suggesties van Tentman en de verlekkerde blikken die mijn schoonvader steevast op mijn konijn werpt, zou ik het nimmer over mijn moederhart kunnen verkrijgen om mijn kleine Bert in de pot te gooien.
 
Geen vlees dus vandaag mensen wel een vegetarisch, vetarm en glutenvrij gerecht. Goed, alleen groenten dus. Echter, wat onderstaande gerechten missen aan eiwitten en granen, compenseren ze aan creativiteit en exotiek (ik zou het nogal goed doen hé, op de markt).
Onderstaande gerechten representeren het type voedsel dat bij ons door de week regelmatig op tafel komt: een soepje en een groenten/ovenschotel. Soms, als Tentman er wat bleekjes uitziet, gooi ik wel een stuk extra vlees voor hem in de pan maar voor mij is dit niet nodig.
 
Laat ons beginnen met de soep. Deze week dacht ik: 'Waarom niet eens een aubergine in mijn soep gooien?' (Ik ben wild en onbezonnen in het diepst van mijn hart). Ik voegde daad bij woord, gooide er een paar tomaten bij, mixte alles en gooide er, voor de fun en ook een beetje omdat het lekker is, een topping bovenop van geroosterde kikkererwten. Een aanrader.
 
Aubergine-tomatensoep met geroosterde kikkererwten:

- 2 aubergines
- 1 blik tomaten (als je verse bij de hand hebt, niet aarzelen!)
- 1 grote ajuin
- een bouillonblokje
- een beetje water (naar gevoel, niet te veel, de tomaten geven al veel vocht af)
- voor de afwerking: een kneepje citroensap, wat geroosterde komijnzaadjes, een toefje harissa, tijm, peper en zout
 
 
Prik de aubergines in en steek ze gedurende een uur in een oven op 200° tot ze helemaal gerimpeld zijn. Snij ze open en lepel het vruchtvlees eruit.
Fruit de ui in wat olijfolie (hoe langer je de ui fruit, hoe meer smaak die zal afgeven aan je soep). Voeg het auberginevruchtvlees en de tomaten toe, samen met het bouillonblokje, de komijn, de tijm en de harissa. Voeg een scheutje water toe. Breng aan de kook gedurende 15 minuten (alles is in feite al zacht dus lang duurt het allemaal niet). Mix. Voeg meer water toe als je de soep te dik vindt.
Kruid af met peper, zout en een beetje lekkere olijfolie.*
 
 
Voor de geroosterde kikkererwten:
 
trouwens ook een lekker bij de apero ter vervanging van de klassieke nootjes/chips

 
- 1 blik kikkererwten
- een genereuze snuif maldon
- 1 eetlepel olijfolie
 
 
Giet de kikkererwten af en pel ze. Ja, ik weet het, ik weet het: een kl*tewerk maar het moet gebeuren lieve mensen. Ik spreek uit ervaring, ik heb geprobeerd om een short cut te nemen en de kikkererwten ongepeld te roosteren maar het werkt niet. Je krijgt ze nooit krokant.
Pellen dus. Zie het als quality time. Zet je er gezellig bij, steek de tv aan, kijk naar je favoriete foute serie, zing mee met je favoriete liedjes, whatever. Voor je het weet, zijn ze gepeld.
Spreid ze uit over een bakblik of een ovenplaat, besprenkel met zout en olijfolie en rooster in een hete oven op 210° tot ze goudbruin en ultra-crispy zijn.
  
* Ik bedenk me net dat een lepeltje Griekse yoghurt voor een romige en frisse toets zou kunnen zorgen in de soep. Volgende keer toch maar eens proberen....
 
 
Linzenschotel met geroosterde groenten
 
 
 
Ik weet het, linzen zijn de Herman van Rompuy onder de peulvruchten maar net zoals de man zelf moet je ze niet op hun (gebrek aan) sexappeal beoordelen. Linzen zijn namelijk super gezond en heel voedzaam (en natuurlijk ook lekker. Het leven is te kort om slechte dingen te eten). Plus:  Ze doen wonderen voor je spijsvertering (ik weet niet van Herman...). Het komt er gewoon op aan smaak in de peulvrucht te steken. En dat doe je volgens mij best zo:
 
Nodig voor de linzen:
 
- 1 kop linzen
- 1 sjalot/ui
- sap van 1/2 citroen
- kruiden: een bouillonblokje, een teentje look, tijm en/of rozemarijn, zout, peper, olijfolie
 
 
Kook de linzen gaar maar voeg aan het water een blokje kruidenbouillon (of groentebouillon whatever), een teentje look en een takje kruiden naar keuze toe (tijm, rozemarijn,...). Neem twee koppen vocht voor 1 kop linzen. Wanneer de linzen al het vocht hebben opgenomen, zijn ze normaalgezien gaar.
Fruit dan een sjalotje in wat olie, voeg de linzen toe en stoof ze wat aan. Kruid af met (maldon)zout, verse platte peterselie, een beetje peper, een kneepje citroensap en een genereuze geut kwaliteitsvolle olijfolie.
Ik heb er ook nog een soeplepeltje of twee auberginesoep onder geroerd. Gewoon omdat het me op dat moment wel gepast leek.
 
Voor de geroosterde groenten:
 
- 1 gele paprika
- 1 rode paprika
- 1 courgette
- 1 kleine aubergine
- olijfolie, zout, tijm/rozemarijn
- geitenkaas en/of feta (optioneel)
 
Rooster dan de groenten: neem een gele en een rode paprika. Ontvel deze (met de dunschiller) en snij in reepjes. Snij de aubergine en de courgette in halve maantjes. Hussel alle groenten door elkaar in een ovenschotel, overgiet met olijfolie en kruid af met maldonzout, evt. wat peper en een paar takjes geritste tijm.
Plaats de groenteschotel in een warme oven en rooster ze gedurende 30-40 minuten in een voorverwarmde oven op 190°.
 
Neem nu een andere ovenschotel. giet de linzen onderaan in de schotel, spreid daar de geroosterde groenten over en werk af met wat schijfjes geitenkaas en/of verbrokkelde feta. Plaats kort nog even in de oven tot de kaas gesmolten is.
 
Dien op. Eet en wentel je zelf in het genoegzame besef dat je gezond en ecologisch verantwoord bezig bent.
 
 
 
 
 
 




13 augustus 2014

Elf jaar, met ballen en opstaan

Mocht mijn blog een baby zijn, dan had ik al lang het Vertrouwenscentrum op mijn dak gekregen, vrees ik. Wat een schandalige verwaarlozing.

Oh well.

14 augustus 2014 vandaag. Zegt jullie waarschijnlijk weinig maar drie jaar geleden liep ik strontnerveus rond in een berg witte tule en met het plan Tentman die dag mijn eeuwige liefde te beloven.
Laten ons die specifieke belofte even onder de loep nemen. De dag van je huwelijk is denk ik de enige dag waarop je letterlijk zégt aan je lief dat je hem/haar voor de rest van je leven graag zal zien. Wat onmiddellijk ook het wezenlijke verschil is tussen mensen die trouwen en mensen die dat niet doen. Immers, maar weinig andere gelegenheden lenen zich ertoe dat je elkaar ten overstaan van vrienden en familie diep in de ogen kijkt, mekaars handje vast pakt en dergelijke hoogdravende dingen beweert. Behalve dan 1 keer per jaar op Kerstdag waar dronken nonkel Rudy en nog zattere tante Rita 'een momentje' beleven. Of behalve Tentman.

Hij beloofde me reeds een jaar na onze eerste kus - in nuchtere toestand!- dat hij voor altijd van me zou houden en voorlopig blijkt hij een man van zijn woord te zijn.
(Voor het gemak vergeet ik nu even die momenten waarop hij beweert dat onze hond kanker heeft gekregen door mij en dat ik goed op weg ben om hem even ziek te maken).

Wilt u de specifieke omstandigheden eens horen waarin die belofte werd gedaan?

Ok dan. Hoewel de gedane belofte anders doet vermoeden, betreft het hier een weinig romantisch verhaal waarin ik een zeer twijfelachtige heldenrol vervul en die, 10 jaar na datum, nog steeds het schaamrood op mijn wangen doet verschijnen maar kom, sharing is caring dus hier gaan we:

September 2003. Tentman en ik gaan voor de eerste keer samen op reis. Naar Cyprus (wat had u nu gedacht?) Alles loopt op rolletjes en we doen alle walgelijk romantische dingen die van smoorverliefden mag verwacht worden: nachtelijke zwempartijen in een 28° warme zee onder een sterrenhemel waaruit -hoe kan het ook anders- af en toe eens een ster naar beneden tuimelt, urenlang praten over God-mag-weten-wat,... Kortom shitloads aan zeemzoetigheden die de rotte smaak die de ander je elf jaar later geeft moeten compenseren.

Tentman troonde me gedurende die 2 droomweken mee langsheen de highlights van Aphrodite's geboorteland. Eén daarvan was Adonis Bath. Een soort groene oase in de bergen waar een aantrekkelijk turkoois bergmeertje omsloten werd door steile rotswanden.

Adonis' Bath: Een schijnbaar idyllische plek

Dé attractie van Adonis Bath was springen van de steile rotswand in het bergmeertje. Je had de keuze tussen een sprong vanaf 15 meter hoogte en een zelfmoordmissie vanaf 22 meter hoogte. Die dag hadden Tentmans' zus en haar lief zich bij ons vervoegd en al snel klauwden de twee mannetjesdieren de rotswand op, aldus bewijzend aan de vrouwtjes dat ze over voldoende potentie en kracht beschikten om voor een sterk nageslacht te zorgen. Gedwee bleven Elena (de zus) en ik aan het meertje staan kirrend van bewondering over zoveel moed en lefgozerij.
(Noot: dat doet dus verliefdheid met een mens. Het maakt pulp van je gezond verstand. Nu, elf jaar later, zou dat kirren hebben plaatsgemaakt voor een nuchter: 'Meen je dat nu? Ge zijt 33, wa moeje bewijzen? Ik ga u nie in een kar duwen hoor als ge uw rug breekt. Is de schuldsaldo verzekering in orde?')
Maar goed toen dus nog één en al bewondering. Olijk sprongen de twee jongens in het water en moedigden ze ons aan om hen te volgen. 'No fucking way' was mijn eerste respons. En daar had ik bij moeten blijven. Maar Elena liet zich vermurwen en onder een 'Kom, Steph, we gaan gewoon eens boven kijken, we zien dan wel', volgde ik haar halfhartig.
Eens boven bleek dat naar boven klimmen één ding was maar naar beneden komen iets heel anders. Tenzij je een 90% kans op botbreuken een berekend risico vond, was de enige weg  naar beneden al springend.
Omdat het belangrijk is dat u zich een accuraat beeld kunt vormen van de situatie schets ik u nog even volgende scène: een ieniemiene bergmeertje, steile rotsen met daarrond bomen. Eens boven op 15 meter hoogte (ik was dom, niet suïcidaal) bleek dat 1 van die bomen in de rotswand verankerd was zodat de takken zich over de hele breedte van het meertje uitstrekten en je, boven op het richeltje, het water slechts door de takken kon zien doorschemeren. En wat dat richeltje betrof: dat was ongeveer 1 meter lang zodat een stevige aanloop om over de eerder besproken takken te komen uitgesloten was.

Combineer deze stand van zaken nog eens met mijn uitzonderlijke talent voor klungeligheid en u weet dat ik me in een precaire situatie bevond.
Elena liet me al gauw in de steek en sprong 'bommetjesgewijs' in het water. Ik hoorde de jongens beneden gieren van het lachen (blijkbaar had het 1.55 meter hoge meisje een opspattende straal van 3x haar lengte geproduceerd). Sportief van hen, om zo te lachen, dat zeker.
Nu was het aan mij. Mijn hart bonkte letterlijk in mijn keel. Onder aan de oase had zich een menigte verzameld (toeristen en locals) die me allemaal stonden aan te moedigen. Nu geef ik over het algemeen geen zier om wat anderen van me denken dus maakte ik me op om langs de rotswand terug naar beneden te klauteren. Toen sprak Tentman de volgende woorden:

'Kom Steph, springen!! Als je springt zal ik je voor eeuwig en altijd graag zien!'

Dus ik draaide me om en sprong. Nu legde ik eerder reeds uit dat een fikse aanloop onmogelijk was en in mijn hoofd zag ik me al boven in de takken van de boom bungelen omdat ik niet ver genoeg had gesprongen. De brandweer zou me moeten komen redden en de hele situatie zou tenenkrullend gênant zijn geworden. Dus vond ik er niet beter op dan met mijn benen in een hoek van 90° vanop een hoogte van 15 meter naar beneden te vallen.

Jeps, 'ai' omschrijft het correct.
Ik was zo hard op het water terecht gekomen dat het leek alsof ik met mijn gat op beton was geland in plaats van in water. De pijn was verschrikkelijk.

Maar.

Dat was niet alles.

Blijkbaar was ik zo bang geweest dat ik tijdens het naar beneden vallen een soort van oerkreet had geslaakt waarin ik al die angst samen gebald zat. Als u nu denkt aan een soort van meisjesachtig gilletje, think again. Het was meer iets als 'WWRRRRRAAAAAAHHHHHHHHHW!'

Wat dan ook nog eens door Tentman op film werd vastgelegd.

Toen mijn hele toekomstige schoonfamilie na ongeveer 42 uur was uitgelachen, bleek dat mijn billen intussen de kleur van een inktzwarte nacht hadden aangenomen en dat ik me enkel kruipend kon voort bewegen. Ik vergeet nooit de medelijdende blikken die de mensen me toewierpen toen Tentman en ik samen over het strand liepen (hij)/strompelden (ik). Ze hadden het verkeerd voor. Tentman heeft me nooit fysiek mishandeld (geestelijk daarentegen ben ik een wrak.) Maar hij hield zijn woord en dus:

Bedankt Tentman voor de elf jaren vol fijne herinneringen waarvan we er reeds drie (min of meer) gelukkig getrouwd zijn. Laat ons er nog een veelvoud van dat getal tegenaan smijten.


Dit gezegd zijnde: let's cook.

Zoals in een vorig Tentman-verhaal al te lezen viel, kent mijn man zijn klassiekers. Geef hem gehakt en hij is blij. Dus was het plan hem vanavond te verwennen met een gehaktbal (elke andere bal zou een teleurstelling geweest zijn). En daar Wim Ballieu de laatste tijd nogal scoort met die gevulde van hem (vuile, vuile zin deze), dacht ik dat ook eens te proberen. Meer nog: ik zou een Griekse en een Belgische versie creëeren, refererend naar onze beider roots. De Griekse kreeg een vulling van feta, spinazie en munt (zie groene vulling hieronder). Voor de Belgische variant koos ik bloemkool en pickles (geel dus).
Ik vermoed dat Mijnheer Ballieu steevast een witte saus of roomkaas door zijn vullingen draait want de mijne 'turnden' minder smeuïg uit dan de originele. Maar dat is niet erg. Die van mij waren meer dan geslaagd.


Wat hebben we nodig?

- gehakt (neem gemengd gehakt voor ballen, je hebt het varkensvlees nodig voor de smaak. Wanneer je met gehakt werkt, moet je gaan voor smaak en niet skinny proberen te doen)
- vulling naar keuze. Hier dus: een brokje feta, een handjevol spinazie (diepvries mag hoor) en een handje vol munt voor de Griekse Bal. Voor de Belgische bal neem je de een paar bloemkoolroosjes en een genereuze lepel pickles. 
- panko (voor het krokante korstje)
- een uitje (om versnipperd door je vlees te mengen)
- een ei (om je gehakt smeuïger te maken)
- kruiden (zout, peper, kruiden naar keuze om door je vlees te mengen)



Hoe doen we het?

Voor de Griekse vulling prak je de feta met de geblancheerde spinazie en de versnipperde munt. Breng op smaak met wat olijfolie en wat peper (eventueel wat zout als je vindt dat de feta nog niet zout genoeg smaakt).
Voor de Belgische vulling blancheer je de bloemkoolroosjes en pureer je deze met de pickles. 

Kruid je gehakt en meng er het ei en de versnipperde ui onder. Vorm dan een soort van ballen (zie bovenste foto) en maak een kuiltje in het midden. Schep daarin een lepel van de vulling. Vul de 'holte' op met wat extra gehakt en vorm opnieuw een bal met je handen. Wentel de gehaktbal door panko. 
Besprenkel de ballen met wat olijfolie en bak ze krokant in een voorverwarmde oven op 190° gedurende minstens 20 minuten (afhankelijk van de grootte van de ballen). 


Bijkomende tip: Op de onderste foto kan je zien dat de vulling van mijn Griekse Bal redelijk intact is gebleven, misschien niet zo smeuïg als ik hem graag gezien had maar toch, ok voor een eerste poging. Dat ik de Belgische bal niet ontleed aan u toon is omdat de vulling daar helemaal in het gehakt was getrokken en er simpelweg geen vulling meer te fotograferen viel. Nu heb ik voor u al het 1 en ander opgezocht en Mijnheer Bal-lieu (hah) raadt aan om in het geval van lopende vullingen (zoals de bloemkool-picklessaus) de vulling even in te vriezen met behulp van een ijsblokvormpje. Op die manier heb je iets stevig om in de bal te duwen en behoudt de vulling ook beter zijn vorm in de oven. 
En nee, ik stel me geen vragen bij het feit dat de Griekse Bal gelukt is en de Belgische mislukt. 




PS: Ik vond dat ik al genoeg gewerkt had op mijn eigen trouwverjaardag dus heb ik de afgebeelde slaatjes niet zelf gefabriceerd (jaja, ik ga ook wel eens iets kant en klaar kopen, sue me). Ze waren heerlijk en als je ze ook eens wil proeven: mijn allerfavorietste slager ever (Mylle in Kortrijk) heeft ze in de toonbank staan. Het groene slaatje bestaat uit avocado, pistachenootjes, de -more popi then ever- peer en selder. Het rode slaatje is een heerlijke combo van appel, granaatappelpitjes, kerstomaatjes en radijs.