8 december 2013

When life gives you lemons ... make lemoncurd

Bovenstaande titel doet wellicht vermoeden dat nu een verhaal volgt waarbij ik vertrek vanuit een tegenslag, vervolgens besluit om me niet te laten doen en dapper verder strijd zodat uiteindelijk, zoals het een goed verhaal betaamt, alles samenkomt in een harmonieus geheel, ik een wijze levensles heb geleerd en doorheen het hele proces ook mooier en slanker ben geworden. Helaas. Wat ik zal vertellen heeft geen hol met de titel te maken. Ik heb namelijk bitter weinig problemen ervaren de laatste tijd. Alles kabbelt zo'n beetje gezapig verder en dat is wel een beetje jammer want shit meemaken doet echt wonderen voor het creatieve proces.


Maar goed, ik vond het wel een catchy titel en uiteindelijk gaan we allen aan de slag om lemon curd te maken dus dacht ik dat jullie me het wel zouden vergeven wanneer ik in plaats van een tegenslag, vertel over Vriend Konijn.

Op vrijdagmorgen sta ik steevast voor dag en dauw op om een uurtje te gaan lopen. Ja, zo zeg ik dat, heel losjes weg, ook tegen mensen die ik pas leer kennen. Op die manier verzeker ik me ervan dat ze me al haten nog voor ze alle boeiende facetten van mijn persoonlijkheid kennen en kan ik mijn vriendenkring mooi overzichtelijk houden.

Met uitzondering van die twee maanden bikini-seizoen, ben ik op dat Goddeloze uur meestal alleen op de piste en dat vind ik wel zo aangenaam. Tenslotte, wanneer je zonder een likje make-up, met een net-uit-bed-kop loopt te hijgen als een mops met mucovisidose, heb je geen nood aan publiek.
Behalve dan wanneer dat publiek bestaat uit Vriend Konijn.

Wie is Vriend Konijn nu precies? Wel, zoals de naam het een beetje weggeeft, spreken we over een konijn. Ik noem hem vriend, omdat ik hem al een paar maanden routineus elke week ontmoet, hij me ziet in mijn meest onflatteuze staat maar nimmer een oordeel velt en dat dus meer is dan ik van de meeste mensen kan zeggen. Voeg die twee samen en je komt als vanzelf bij mijn hoogst spitsvondige benaming. Dat wordt lachen wanneer ik ooit een mens van een naam moet voorzien...

 Ik weet niet precies waar Vriend Konijn vandaan komt maar ik geloof dat ik hem ooit eens gespot heb op het erf van een nabijgelegen woning waar allerhande pluimvee placht rond te lopen. Misschien woont hij daar.
Misschien komt hij alleen af en toe eens 'aanwippen' voor een kort bezoekje aan Mr. en Mevr. Pauw. Maar wellicht is Vriend Konijn ontsnapt aan een jarenlange ballingschap in een veel te klein celletje waar af en toe een dik kindervingertje door de tralies verscheen om hem te porren.

Volgens mij dacht Vriend Konijn op een mooie dag: 'Dit hoef ik niet te pikken, jullie kunnen mijn wollig achterste kussen' en knabbelde hij zich traag maar gestaag een weg naar de vrijheid. HJij is er precies het dier voor om zich aan dergelijke baldadigheden over te geven. Ik denk dat Vriend Konijn nu hij vrij is, als een soort van missionaris het land door hopst, op zoek naar dieren in ballingschap onderwijl zijn Blijde Boodschap verkondigend: 'Ja, jij daar, lekker kippetje, bevrijd je zelf van de slavernij van het dagelijks eierleggen! Werp de ketenen der dwangarbeid van je af en vlieg! vlieg lekker kippetje! Vlieg jezelf naar een mooier, beter en vrijer bestaan.'

Dat kan allemaal hé. Tot iemand mij kan bewijzen dat dieren niet tot hogere gedachten in staat zijn, blijf ik Disneygewijs stiekem hopen dat ze allemaal wél kunnen spreken en rationeel kunnen redeneren maar dat ze er gewoon voor kiezen om dat niet te doen in onze nabijheid. Om deze reden wens ik dan ook te blijven geloven dat de reden voor Vriend Konijns' afwezigheid afgelopen vrijdag niets te maken heeft met het feit dat hij als een klein wit tapijtje uitgespreid ligt in de Menenstraat maar eerder dat hij zijn missie in onze gemeente voltooid heeft en onderweg is naar onbekende, barbaarse horizonten waar voor pluimvee allerhande een vrij bestaan nog slechts een ijdele droom lijkt.

Vaarwel dus, mijn zachte Vriend. Het ga je goed. Vaarwel! vaarwel! Adieu!

Dit gezegd zijnde. Nog een dikke drie weken en ebay zal weer overuren draaien met het verhandelen van ongewenste, foute of gewoon spuuglelijke cadeaus.



Vandaar volgende suggestie: schenk een ander eens een eetbaar cadeautje. Er zijn tal van voordelen aan verbonden:
1. Je kan niet missen met iets lekkers. Ik persoonlijk ben bijvoorbeeld nog nooit iemand tegen gekomen die iets had van: 'Iets lekkers, nèh, geef mij maar dat niet te fretten hoopje voedsel dat eruit ziet als kots'
2. Je houdt er geen financiële kater aan over. Een paar basis ingrediënten en je bent er weer van af voor dit jaar.
3. Mensen appreciëren het als je moeite doet voor hen. Pluspunt je houdt er zelf zo'n heerlijk zelfvoldaan, superieur gevoel aan over ('Jaaah, tuurlijk zijn die slaapsokken van de Hema leuk maar ik heb je de gift van Persoonlijke Kostbare Tijd geschonken! Ik ben, met jou in gedachten, aan de slag gegaan en heb iets gecreëerd wat je genot zal schenken. GENOT! Mijn beste') .

En zo komen we dan uiteindelijk bij de titel uit en geef ik u graag het supersnelle, super gemakkelijke recept voor lemon curd mee.
(Ps: Onnodig om dat 'snel' en 'gemakkelijk' te laten weten aan diegene die de eer heeft je eerbaar cadeautje te mogen verorberen. Laat ze maar denken dat jij gezwoegd hebt voor hen. Misschien krijg je dan volgend jaar eens iets terug wat je wel degelijke léuk vindt en/of kan gebruiken).

Wat hebben we nodig?



- citroenen zijn altijd een goed begin wanneer je citroencrème (aka lemon curd) wil maken. Neem er zo'n stuk of 5 (gelijk aan 200 ml citroensap)
- de zeste van 3 citroenen
- 200 gram kristalsuiker
- 4 eieren
- 4 eierdooiers
- 180 gram koude boter in kleine brokjes

Werkwijze:

Neem een pot met een dikke bodem en doe daar alle ingrediënten, met uitzondering van 100 gram boter in. Stook een matig vuurtje onder die pot en breng het geheel aan de kook, onderwijl roerend met een klopper. Als je voelt dat de massa dik aan het worden is op de bodem, zet het vuur lager. Wanneer je luchtbellen aan de oppervlakte ziet verschijnen, roer nog een minuutje goed door en zet dan de pot van het vuur.
Vervolgens roer je er al even krachtig de overgebleven boter door, giet je alles door een fijne zeef, laat je de crème afkoelen tot kamertemperatuur en breng je hem vervolgens over naar zo'n visueel aantrekkelijk  weckpotje. Laat de 'curd' nog een uur of zes opstijven in de koelkast en dan ben je alweer helemaal klaar om vriend en vijand te verbazen met je kookkunsten.



Ben je in het bezit van een thermomix, dan kom je er wel bijzonder gemakkelijk van af want dan ben je op zo'n minuutje of vijf klaar en dat zonder dat krachtig roeren en al.

Want dan doe je:

- alle ingrediënten (behalve de boter) tegelijk in de Thermomixkom en mix je ze gedurende 10 seconden op snelheid 8.
- vervolgens plaats je de vlinder in de kom en mix je  5 minuten op snelheid 4, temperatuur 70 graden.
- daarna stel je de machine in op 2 minuten, snelheid 2, temperatuur 70 graden en mik je tijdens die twee minuten de stukjes boter door het gaatje in het deksel.
- Tenslotte meng je alles nog eventjes gedurende 20 seconden op snelheid 9.



Giet het geheel door een zeef, kap in een potje, laat afkoelen op kamertemperatuur en plaats vervolgens gedurende een paar uur in de koelkast.

'En nu?' hoor ik je denken, 'Ik ben nu in het bezit van lemon curd en ok, dat is op zich een enorme verrijking voor mijn leven maar wat kan je er allemaal mee doén?'
'


Wel, lieve lezers, dat zal ik je nu eens gaan vertellen:

1. Je kan de lemon curd zo, met een lepel, rechtstreeks uit het potje lepelen. Dat kan. Dat mag.
2. Je kan hem (haar? het? Iemand een idee over de geslachtsbepaling van lemon curd?)  in een taartje verwerken, aldus een heerlijk citroentaartje bekomend (Hoe? Een muffinvormpje bekleden met bladerdeeg of kruimeldeeg, afbakken, vullen met lemon curd en opdienen naar wens met een toefje opgeklopte room)
3. Je kan hem combineren in dessertglaasjes met een laagje Griekse yoghurt en wat speculooscrumble zoals ik  hier deed:

4. Je kan de crème verwerken in koekjes (zie internet)
5. Je kan een ordinaire cake bakken en die pimpen door ze doormidden en te besmeren met een dikke, romige laag lemon curd.
6. Je kan het potje op je gezicht smeren, een filmpje kijken en je wederhelft wijsmaken dat het een gezichtsmasker is. Intussen kan je lekker snoepen zonder dat je moet rechtstaan en dingen uit de koelkast moet halen. Handig én lekker.

Man, ik zou zo voor Libelle kunnen schrijven....




5 november 2013

Over appeltaart en andere antidepressiva

Zelfkennis is naar't schijnt het begin van alle wijsheid. Dus voel ik me niet te beroerd om toe te geven dat ik soms een beetje van een klager kan zijn. Je weet wel, zo iemand voor wie het glas eerder half leeg dan half vol is(*)
Sommige mensen storen zich daaraan en dus probeer ik oprécht het leven van een zonniger kant te zien. Alleen is dat een beetje moeilijk wanneer het al 20 uur aan een stuk aan het strontregenen is.
Let op, ik ben niet altijd een zwartkijker geweest. Eens was ik dom, naïef en 10 jaar oud en toen kon ik zeker wel de romantiek van de seizoenen in zien.

De herfst was in mijn beleving een aaneenschakeling van prachtige, gouden dagen waarin de blaadjes dansend rond mijn dikke hoofd naar beneden dwarrelden. Rond me heen geurden vochtige bossen dierlijk naar mos, humus en wel ja, bloed van bambi's en hun moeders waarschijnlijk aangezien het jachtseizoen volop bezig is. Er waren lange, zondagse herfstwandelingen die een roze blos op je wangen toverden en je ogen deden glanzen. Daarna was er sprake van knappende haardvuren alwaar in flanellen pyjama's warme chocomelk werd gedronken.

En dan de winter! Oh boy! Als er één seizoen is waar Hallmark een patent op heeft, is het wel die! Spontaan verschijnen voor mijn geestesoog een helderblauwe hemel waarin een schitterende, laaghangende zon zijn  stralen werpt over een wit winterwonderland aldus miljarden sterretjes in de fonkelende sneeuw toverend. Na dagen vol sneeuwbalgevechten en sleetochten was het thuis komen in de geur van sinaasappels en kruidnagel, stond op het aanrecht een dampend appelgebak te prijken en pruttelde op het vuur een hartverwarmend stoofpotje.
Verder waren er spannende avonden waarop de schoen gezet werd en het geluid van hoopvol zingende kinderstemmetjes weerklonk onder een sikkelvormig maantje. En het hield maar niet op want daarop volgde een familiezoektocht naar de grootste, mooiste, dikste en heerlijk geurendste dennenboom. Eens deze baadde in het licht van (compleet smakeloze roze-rode-groene-gele-oranje- kerstlichtjes) werd rond zijn stam een toren aan cadeautjes gebouwd die stuk voor stuk in zich de belofte droegen van vele toekomstige uren pret en plezier.

Vervolgens word je groot, vallen de schellen van je ogen en zie je de wereld zoals ze écht is.

Neem nu die zogezegde herfst. Ik weet niet hoe het bij jullie zit maar mijn tuin is op zijn best een stadsparkje met grootheidswaanzin. Je kan er in gaan wandelen maar tenzij je bereid bent om een stuk of vijftig keer van voor naar achter en terug te lopen, zal je er niet snel glanzende ogen en rode wangen van krijgen. Een bos is in een straal van 20 kilometer niet te bespeuren en dan nog, heb ik als actief aan de economie bijdragende mens op zondagen wel betere dingen te doen dan te gaan rondhossen zonder schijnbaar doel. Het huis kuisen bijvoorbeeld. Immers, als volwassene zit je leven tjokvol boeiende en intellectueel uitdagende bezigheden.
Evenmin besef je als kind dat je notie van 'tijd' ongeveer even goed is als die van de gemiddelde alzheimerpatiënt. De periode 'van het vallende blad' duurt in je onderontwikkelde kinderhoofdje een eeuw terwijl het in werkelijkheid in een vingerknip voorbij is. Het ene moment verbaas je je (in een zeldzaam optimistisch moment) over de gele, rode, bruine en paarse blaadjes die vrolijk rond dwarrelen. Bam! Het volgende moment word je, samen met die vrolijke kleurtjes van je fiets/stam geblazen door een rukwind aan zo'n 100 per uur en is het uit met de pret.
WANT -en dat zeggen ze er OOK niet bij- veel zon komt er na september niet meer aan te pas. Wat je wél kan krijgen is 150 liter water per dag en bijhorende rukwinden. Ook interessant aan die laatste is dat ze nogal wispelturig zijn dus als je je 's morgens aan een duizelingwekkende snelheid van 5km/uur naar je werk fietst en je je troost met gedachte dat de terugkeer dan op zijn minst wel vlot zal lopen, wel dan ben je gewoon dwaas want veel kans dat die noordoostenwind zomaar opeens een zuidwester is geworden.
Indian summer, mijn gat.

Maar breek me vooral de bék niet open over de winter! Sneeuw, ze mogen er voor mijn part in stikken want vorig jaar heb ik er genoeg gezien voor de rest van mijn leven. In een periode van januari tot pakweg april kende ik zo'n 5 bijna-dood-ervaringen per dag. Probeer eens met je fiets van Wevelgem naar Kortrijk te fietsen in 30 centimeter bruine drek. Want veel wit schiet er van dat 'winter-wonderland' niet over hoor na 30 000 kilo strooizout. Helemaal te gék zijn ook die geniepige bandensporen in de sneeuw waarvan je aanvankelijk denkt: Aha! Een PAD! Laat ik daar even in gaan rijden. Maar dan blijkt dat pad gewoon 60 kilo geperste sneeuw waar de nachtvorst nog eens is overgegaan dus begeef je je, met je slaapdronken kop, op een soort van zwarte schaatspiste. Slapstick op zijn best noemen ze zoiets.
Verder is er zo'n 2 uur per dag licht en als je denkt dat daar veel zon aan te pas komt, think again. 'Licht' is gedurende de komende maanden gewoon één tint grijs. En om het helemaal af te maken is er ook het chronische 'ik-heb-geen-gevoel-meer-in-alle-uiteinden-van-mijn-lichaam-gevoel'.

Ik persoonlijk zou denken dat er genoeg redenen zijn om de komende maanden niet al huppelend tegemoet te treden maar goed, ik had beloofd mezelf een positieve ingesteldheid aan te meten. Hier gaan we:

In de herfst zijn er veel lekkere appels.
....
Wat een feest.

Ok, ok, sarcastisch zijn is leuk maar je moet weten wanneer te stoppen. En dat is wanneer we bij het onderwerp 'herfstvoedsel' komen. Want als er één iets is wat mijn aanleg voor seizoensdepressie ietwat kan dempen, dan zijn het wel boschampignons, truffels, butternutpompoenen, pastinaken en Bambi en zijn mama.
En ja, het duurt nog eeuwen voor we weer mogen genieten van een aardbei die de naam waard is maar een appeltje af en toe is ook niet mis. En toevallig biedt dit seizoen de lekkerste appels. Wanneer je er dan nog volgende werkelijk overheerlijke appeltaart mee maakt, dan regresseer ik heel even weer naar de tienjarige dikbol die ik eens was en denk ik dat het allemaal best wel meevalt.

Onderstaand recept vergt enige inspanning maar geloof me, u bent het waard.

Voor het deeg:

- 350 gram patisseriebloem
- 15 gram suiker
- 5 gram maldon (of gewoon zout)
- 225 gram KOUDE boter in blokjes

--> Meng alles onder elkaar tot een homogeen deeg. Verdeel dat deeg in twee gelijke helften. Wikkel beide deegballen in folie en plaats gedurende minimum een uur (liefst twee) in de koelkast. Het is belangrijk dat je deeg koud genoeg is zodat je het straks makkelijk kan uitrollen.
Tip: je kan je deeg de dag op voorhand maken en 's morgens de rest van de taart afwerken. Of je kan zelfs je deeg een maand op voorhand maken en het invriezen en laten ontdooien wanneer je er klaar voor bent. Indien je iets hebt van, geef mijn portie deeg maken maar aan fikkie, dan kan je natuurlijk ook twee cirkels zanddeeg van Herta gaan kopen en daar mee aan de slag gaan. Zoveel mogelijkheden! Zo weinig tijd!

Voor de confituur.

Noot: inderdaad, mensen, ik ben zo iemand die zelf confituur maakt en dan nog het gore lef heeft om die in zelf gemaakte taarten te verwerken. Je hoeft dat allemaal niet te doen hoor maar ik persoonlijk vind mezelf helemaal te gek wanneer ik een taart maak die volledig uit eigen gemaakte ingrediënten bestaat. Elk zijn fetisj zegt mijn oma altijd.

Nuja, ik nu dus toevallig pruimenconfituur bij de hand en die heb ik erin gekwakt, gewoon omdat me dat wel funky leek.
Jullie mogen ook zelfgemaakte confituur gebruiken maar ik kan me perfect voorstellen dat een potje Materne goed genoeg is want die is naar't schijnt 'mmmmm zooooo lekker!' (Misschien ben ik de enige hoor maar veel effect heeft die reclame niet op mij, ze genereert namelijk spontane braakaanvallen).

Wat de keuze van confituur betreft: we maken een appeltaart dus denk ik dat je altijd goed zit met de confituurcombinatie van andere herfstvruchten (ergo: pruimen, peren) maar ga vooral eens wild hé, dat schijnt ook trending te zijn in deze tijd van het jaar.... (haha ha)

Voor de topping:

- appels (3 grote)
- een klontje boerenboter
- een beetje (vanille)suiker
- optioneel: vleugjes kaneel/nootmuskaat/gember
- sap van een halve citroen

Schil je appels, verwijder het klokhuis en snij ze in dobbelsteentjes. Meng er de suiker en het citroensap onder evenals de optionele kruidenmix. Zet aan de kant.

Voor de afwerking:

- een handvol hazelnoten (of walnoten/ of amandelen). Werp deze in de blender, pulse een paar keer en wees trots op uw zelfgemaakte notenpoeder.

De samenstelling:

Beboter en bebloem een springvorm met een doorsnede van 20 centimeter.
Neem de ene helft van het deeg (of het ene Herta-vel) en bekleed hiermee de bodem van de springvorm. Snij over-de-rand-hangend-deeg niét weg!
Besprenkel de bodem van je deeg met een beetje van het notenpoeder.
Lepel vervolgens het (kleine) potje confituur over het notenpoeder en zorg dat de hele bodem bestreken is.
Daarna bedek je de confituurlaag met de appelblokjes.
Laatste stap: Neem je tweede helft deeg en rol dit uit (of sla dit over en neem je tweede vel herta-zanddeeg).

Nu zijn er twee opties: of je gaat voor de retrockonfituurtaartlook OF je gaat all americain.
In geval nummer 1 snij je de tweede lap deeg in stroken en creëer je zo, losjes uit de pols, een confituur-taart patroon. Tussen de ruitjes door, leg je op de appels spelenderwijs wat klontjes boter uit de 'toppinglijst). Bestrooi het geheel met een beetje vanillesuiker.

In geval 2 neem je het extra klontje boter uit en verkruimel je dit over de appels. Vervolgens drapeer je integraal deeglap 2 over de hele taart en maak je een kleine kruis-insnijding in het midden (je weet wel, even met de punt van je mes een kruisje tekenen in het deeg zodat de stoom kan ontsnappen).

Bijna klaar!

Nu alleen nog even je hele creatie in een voorverwarmde oven op 180° gedurende een uurtje en je kan genieten van een stukje huisgemaakte appeltaart waar je vriend en vijand mee zal verbazen. De taart is helemaal onweerstaanbaar wanneer je ze warm serveert met een bolletje vanille-ijs of een toefje (lees: kolenschep) slagroom.



* nog even over dat halfvolle-halflege glas: ik wil nu niet bepaald een lans breken voor zwartkijkerij maar een glas is toch altijd halfleeg??? Ik ga ervan uit dat eens vol moet geweest zijn en het feit dat het dat niet meer is, wil zeggen dat het leger is dan daarvoor. Ergo: het glas is half léég. Ik persoonlijk vind het jammer dat halfleeg zo'n negatieve connotatie heeft. Het is HALF leeg hé, niet HELEMAAL leeg. Halfvol klinkt in die zin volgens mij dan ook pessimistischer dan halfleeg want het glas is maar HALF vol in plaats van HELEMAAL vol. En dat is jammer. Behalve wanneer het gevuld is met pis. Vergeet dan alles wat ik hiervoor zei.

20 oktober 2013

Bagels in Paris

Twee weken geleden was ik in Parijs voor de fashion week.

En als u denkt, deze zin kan onmogelijk nog cooler worden, hou u dan maar vast voor de volgende:

Twee weken geleden was ik in Parijs voor de fashion week om deel te nemen aan één van de modeshows.

Het is het volgende: Ik ben iemand met meerdere interesses in het leven. De oplettende lezer onder u had wellicht al fits dat 'koken' en 'eten' er twee van zijn.

Maar ik heb er nog! Zoals daar zijn:

- op reis gaan. Bij voorkeur naar exotische bestemmingen waar de zon altijd schijnt en de mensen mooi en lief zijn.
- alcohol consumeren. Bij voorkeur in grote hoeveelheden.
- een dansje placeren. Bij voorkeur met een compleet verlies voor decorum waarbij ik mijn armen slap naast het lijf laat hangen, mijn rug lichtjes krom gebogen is en ik losjes door de knieën ga, dezelfde move uren aan één stuk uitvoerend, de blik op oneindig. (Vergeet 'hobbykok', 'so you think you can dance', hou jullie maar klaar)
- sarcasme. Voorbehouden voor die dagen waarop ik de wereld en al zijn bewoners vervloek (Grofweg van maandaag-vrijdag)
- lezen. Ik schijn een voorkeur te hebben voor boeken die later verfilmd worden en waarbij Hollywood acteurs selecteert die in de verste verte niet lijken op de gecreëerde personages in mijn hoofd zodat ik nooit en te nimmer nog een lievelingsboek kan herlezen omdat ik dan altijd weer één of andere gladde melkmuil voor mijn geestesoog zie.
- warme baden (zo warm dat ik kippenvel krijg als ik erin kruip en duizelig op mijn bed moet gaan liggen om erna te bekomen)

En dus mode. Helaas. Want eten, drinken en een maatje 00 gaan niet altijd even goed samen. Nu goed, de wereld hangt aaneen van imperfecties dus moeten we daar maar leren mee leven.

Maar nu dus even over hoe ik in die Fashion Week ben terecht gekomen.

Ik heb een vriendin, Stefanie genaamd. Zij is niet ontsproten uit mijn zieke brein en bestaat echt. We hebben toevallig dezelfde naam. Stefanie zingt (zeer mooi) in een (zeer goede) band. Ze ziet er tevens zeer goed uit waardoor ik haar een beetje haat. Maar dat zeg ik haar natuurlijk niet want ik heb niet zo veel vriendinnen en diegene die ik heb, wil ik houden. Dus kies ik ervoor mijn ware persoonlijkheid voor hen verborgen te houden.

Maar goed. Naast goed zingen, succesvol en mooi zijn weet mijn vriendin telkens ook erg stijlvol en origineel uit de hoek te komen. Een dergelijke combinatie trekt natuurlijk snel de aandacht van modebewuste mensen zoals daar zijn 'ontwerpers' en dan met name een zekere Belgische in Parijs wonende man genaamd: Jean-Paul l'Espagnard.

Zoals het iedere zichzelf respecterende modeontwerper in Parijs betaamt is Jean-Paul 'as queer as a clockwork orange' (dat is een uitdrukking, ik heb het opgezocht want ik kon zelf niet zo gauw een goeie Vlaamse bedenken) en eerder nonchalant. hij vond het bijvoorbeeld wel een strak plan om zijn modellen niet eerst te screenen waardoor hij aan Stefanie vroeg of ze zin had om mee te lopen in zijn modeshow (als zijn muze) en als ze nog iemand kende, ze die ook mocht meenemen. Dat bleek ik te zijn. Ik voelde me op dat moment heel erg mooi, speciaal en uniek.

Echter, wanneer een dergelijke gelegenheid zich voordoet, dient men zijn ego aan de kant te schuiven. Vrolijk toog ik mee richting Parijs waar we op maandag verwacht werden op de show van mr. L'Espagnard in Le Marais (de wijk in Parijs waar je, tijdens de Fashion Week, over de hippe en trendy mensen struikelt).

Ter voorbereiding werden internationale teams visagisten en 'hair stylists' ('kapper' voor de gewone mens) aan het werk gezet om ons er na 3 uur te laten uitzien alsof we geen make up op hadden en recht uit ons bed kwamen (de na te streven look was een rood verbrande toeriste in Mexico).

Vervolgens was het 'concept' dat we een beetje moesten ronddwalen in een ronde ruimte alwaar een filmpje van ons gemaakt werd. Aanwezig waren een cameraman en een 'art director' die ons instructies gaf maar waar we in GEEN GEVAL naar mochten kijken. Wel dienden we te flirten met de camera, de ronde muren van de kunstmatige ruimte te strelen en tegelijkertijd 's mans instructies op te volgen : 'Lachen! Stop met lachen! Terug! In het licht blijven!' Maar dan dus in het Frans. Mijn Frans is niet abominabel maar het feit dat ik een gigantische koptelefoon op mijn kop had, gemaakt uit reuzenschelpen, maakte me niet alleen 'lost in translation' maar ook 'lost voor de camera'. Vermoedelijk gingen ze voor 'fliterig, onschuldig en lieftallig'. In de plaats daarvan kregen ze 'waggelend, zweterig met een licht mongoloïde frons op het gelaat'.

De schelpen waarvan sprake. Die krengen deden PIJN! Maar de Japanners waren er DOL op. Kitsch is blijkbaar hip in het Oosten.

In een volgende fase werden we naar een zaal gebracht waar pers en belangstellenden van een glaasje konden nippen en intussen werden wij geacht ons tussen het volk te begeven en ons te laten betasten door vreemde mensen. Ook mochten we antwoorden op vragen indien die ons gesteld werden. Toen twee Japanse dames aan mij vroegen (in het Frans) wat ik vond van mijnheer L'Espagnards collectie, heb ik -onder het motto 'scoor eens bij je opdrachtgever- een lofzang afgestoken voor Dries van Noten en AF Vandervorst.

Eskimopakjes: it's gonna be big!

Na een uur of drie, liep de show op zijn einde, bedankten wij een euforische ontwerper en begaven we ons met de metro richting slaapplaats alwaar we ons overgaven aan een middernachtelijke Libanese vreetpartij. Waarmee ik heel vlot de link maak van 'mode' naar 'eten' en eraan toevoeg dat we de middag voor de show bagels waren gaan eten. Zo beland ik op geheel natuurlijke wijze bij het recept van vandaag: bagels.

Terug thuis dacht ik: waarom maak ik zelf eens geen bagels? Daadkracht is my middle name dus toog ik onmiddellijk aan de slag en serveerde op een herfstige zondagmorgen deze:



Wilt u eens even daadkrachtig uit de hoek komen, volg dan volgende instructies:

Neem:

- 280 gram melk of water
- 15 gram instant gist
- 20 gram suiker
- 25 gram boter
- 480 gram bloem (ik gebruikte suprima plus van de aveve)
- 1 tl zout

Zo lang ik hem nog te leen heb, ben ik van plan er alles uit te halen dus nam ik mijn trouwe thermomix (aka 'Stephie's little helper')  en mengde melk (of water), gist, boter en suiker in de TMX gedurende 3 minuten op 37°, snelheid 1. De artisanale manier kan natuurlijk ook.
Vervolgens ging er bloem en zout bij en kneedde de machine 2 minuten op 'interval' snelheid (dat is dat graanstokje vanonder rechts). Opnieuw: menselijke kracht kan de machine even goed vervangen.

Mik het deeg vervolgens in een kom, bedek het met een handdoek en laat het gedurende 30 minuten rijzen op een warme, droge plaats.
Verdeel het deeg daarna in 10 porties en rol iedere portie in een worst. Vorm ringen door de uiteinden met elkaar te verbinden tot je de typische 'bagel' vorm krijgt.


Laat deze beauties nog een twintigtal minuutjes rusten terwijl je de oven voorverwarmt op 220°.

Vervolgens zijn we aanbeland bij een essentiële stap in de kunst der bagel-bakken. Bagels werp je namelijk niet zomaar in de oven, nee, je kookt ze eerst. Blijkbaar verzekert dit de typische structuur van het broodje zijnde ' ultra krokant aan de buitenkant, sappig vanbinnen'.

Neem dus een kookpot, doe er water in, breng aan de kook en drop je bagels er per 4 (of vijf, afhankelijk van de de grootte van je pot) in. Laat ze anderhalve minuut koken aan beide kanten.

yummie!

Je kan je bagels puur natuur eten maar ik wilde er zaadjes op. Dus nam ik een mengeling van chiazaad (u merkt, ik schuw geen enkele foodtrend), sesamzaad en geroosterde pompoenpitten.

Vervolgens raakte ik helemaal op drift en besloot er nog enkele te maken met rozijnen en bicky-uitjes (niét gecombineerd in 1 bagel, de gekte moet ergens stoppen).

Tip wanneer je voor de rozijnenversie gaat: doe niét zols ik en schik ze er na het kookproces op want dat werkt niet. In de oven blazen de gedroogde druifjes op als kankergezwellen en drogen ze helemaal uit. Een volgende keer meng ik de rozijnen onder het deeg voor de eerste rijs en dan komt het wel goed denk ik.



Goed, dus je bagels zijn nu gekookt, je hebt je topping naar keuze erop gestrooid en dan ben je klaar voor het betere bakwerk: 15 à 20 minuutjes in de oven, op een met bakpapier beklede bakplaat en je bent klaar voor een Parijs-Amerikaanse smulpartij in uw eigen vlakke land.

Ik serveerde ze bij het ontbijt waar warme broodjes naar mijn mening niet meer nodig hebben dan een likje gezouten boerenboter en een kop sterke, zwarte koffie. Maar bij de lunch doen ze het even goed in het gezelschap van een tas (pompoen)soep en een fris slaatje.

3 oktober 2013

De perfecte hummus

Mogelijks denken sommigen onder jullie dat mijn langdurig stilzwijgen op deze blog een rechtstreeks gevolg is van het onledig bezig houden van mezelf. Niets is minder waar.

Lezers van deze blog zijn vanzelfsprekend mensen met smaak. Meer dan waarschijnlijk tevens mensen met een brede culturele kennis, een waaier aan boeiende interesses, een fantastisch gevoel voor humor, een ongelofelijke levenslust en een torenhoge intelligentie.
Het is dan ook niet meer dan normaal dat jullie hoge eisen stellen aan het leven, de mensen met wie jullie je omringen en de dingen die jullie in jullie mond steken.
Welnu, deze nederige dienster is blij u te mogen melden dat ze mogelijks een kleine bijdrage kan leveren aan uw torenhoge eisenpakket en u een receptje kan bieden dat niet gewoon de perfectie benadert. Nee, dat simpelweg de perfectie belichaamt!

Dat ik iemand ben die houdt van lekker eten, mag intussen wel duidelijk wezen (het zou volstrekt idioot zijn om een foodblog te beginnen wanneer je iets hebt van 'stront of truffel, ik smaak het verschil niet echt'). Hopelijk vergeeft u het mij wanneer ik lichtzinnig poneer dat je enkel een échte 'foodie' (vreselijk woord vind ik persoonlijk maar het moet het maar doen bij gebrek aan beter) bent wanneer je openstaat voor ALLE culinaire culturen.

De moeilijkste vraag die je mij kan stellen is 'wat eet je het liefst' (vlot gevolgd door zowat elke wiskundige vraag met een uitkomst van boven de honderd).
Waar ik zin in heb, hangt zo zeer af van het moment van de dag, het seizoen, de weersomstandigheden en (niet in het minst) mijn hormonale huishouding dat er niet één ding uit te kiezen valt.
Zelfs op het brede vlak van 'wereldkeukens' is het moeilijk beslissen maar heel misschien heeft de mysterieuze keuken van het Midden-Oosten bij mij wel een streepje voor.


Hummus: daarover zal het vandaag dus gaan

Ik denk dat over het Midden Oosten en zijn (culinaire) cultuur veel misverstanden bestaan. Immers, onbekend is vaak onbemind. Laat u vooral ook niet misleiden door onderstaande wetten die nog steeds gangbaar zijn. Ik ben er (quasi) zeker van dat het bestaan ervan volledig rationeel verklaard kan worden.

Bijvoorbeeld:

- In Israël is het verboden om beren mee te brengen naar het strand.
--> Ik snap deze ergens wel hoor. Zijn de kindjes gezellig een zandkasteel aan het bouwen, gaat er zo'n beer op zitten. Of denk je: 'even een hengeltje uitgooien', staat Winny's grote broer aan tien per uur die vis uit de zee te scheppen en aldus de pret voor iedere visser te bederven.
En dan was er nog iets... even denken... Ahja, ze hebben de neiging mensen op te fretten.

- Volgens de Libanese wet mag een man seksuele betrekkingen onderhouden met een dier maar ENKEL EN ALLEEN wanneer dat dier vrouwelijk is.
--> Geef toe, waar zou het eindigen wanneer je zomaar ieder WILLEKEURIG dier kan bespringen? Orde en regels zijn de hoeksteen van elke beschaving.

- In het licht van het voorgaande is het tevens vermeldenswaardig dat je het (vrouwelijke) schaap waarmee je romantisch bent geweest NIET mag opeten. Op risico van de doodstraf. Ik kan verkeerd zijn maar volgens mij zit Michel Vandenbossche daar voor iets tussen.

Genoeg gelachen. Even serieus nu weer. De culinaire rijkdom van het Midden-Oosten is gigantisch. Hoe meer je je erin verdiept, hoe meer je beseft dat je nog niets weet. Alle respect voor pakweg de Aziatisch keuken (ook niets minder dan heerlijk) maar het is niet zo super-moeilijk om daar de basisbeginselen van onder de knie te krijgen: neem een beetje koriander, een beetje sojasaus, wat gember en een kneepje limoen en je komt al een beetje in de buurt.

Niet echt het geval voor de oriëntaalse keuken. De landen der 1001-nachten herbergen op zijn minst 1001 smaken. al die smaken zijn dan nog eens op een miljoen mogelijke manieren te combineren en geen één schotel zal ooit twee maal exact hetzelfde smaken.
Ik denk dat het, misschien wel meer dan welke andere keuken ook, een keuken van intuïtie is. Van proeven, van met het buikgevoel iets creëeren, bijkruiden, afsmaken en de perfecte balans zien te vinden tussen aards-pittig-zerp-rokerig-fris.

Ik denk dat ik nu al zo'n 10-tal jaren bekend ben met het begrip 'hummus'. Eerlijk is eerlijk: liefde op het eerste zicht was het bij mij ook niet en het is iets wat je maar moeilijk verkocht krijgt aan mensen die het niet kennen. Daar zijn verschillende redenen voor (hou je maar vast hoor mensen want hier komt weer één van mijn befaamde niet-wetenschappelijke, niet-evidence-based en volledig van de pot gerukte verklaringen van hoe de wereld in elkaar steekt):

- de kleur. Het is niet fris felgroen zoals mollige erwtjes die net uit hun peul tevoorschijn 'poppen'. Het is niet verleidelijk dieprood zoals een warm geroosterde rode biet. Noch is het maagdelijk wit als verse, knapperige bloem-kool. Nee, het is beige. Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid de minst sexy kleur ter wereld.

- de structuur. Niet crunchy of knapperig. Niet fluwelig (*kom ik later nog op terug) of sappig maar wel: een soort dikke pap die in een wedstrijd met een potje babyvoeding zeker en vast het onderspit delft

- de naam. Niet exotisch als 'kumbava', niet robuust als 'knolselder' en al zeker niet mondwaterend als 'roomboterkoekje'. Wel een directe geheugenlink naar grijze, doorregende schooltripjes naar het bos: 'hummus'. We gaan maar zwijgen van de Nederlandse vertaling ('kikkererwtenpuree) zeker? Want dan is het bleiten met de pet op.

Met andere woorden: het ziet eruit als iets wat de kat heeft uitgekotst en het klinkt als een schimmel. Al zin?


En toch beste mensen kondig ik u met heel veel trots en een enorme portie vreugde aan dat ik EINDELIJK het perfecte recept voor humus heb gevonden en dat het mmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmmm zo lekker is!

Ok, ok, de naam is nog niet veranderd en het is nog steeds beige (maar ook daar kan iets aan gedaan worden. zie verder voor variaties). Verder weinig kans dat het zal knisperen tussen je tanden (hopelijk toch niet)  maar wél heeft het de substantie van lobbig opgeklopte room en voert de smaak je instant weg op een vliegend tapijt naar zinderend hete woestijnen.
Ik vraag u: heeft een potje préparé ooit hetzelfde voor u gedaan?? Ik dacht het niet....

Hoe beginnen we nu aan dit achtste wereldwonder?

Wel nu, zoals de meeste dingen in het leven is de perfectie niet in 1-2-3 te bereiken. Life's a bitch, deal with it. Maar vertrouw me, alles zal vergeten zijn wanneer u achterover leunt in uw luie zetel in het uitstekende gezelschap van een glaasje wit, de afstandsbediening en een potje hummus + crackertjes, want onderstaand stappenplan is uw kostbare tijd meer dan waard.

Vlieg met me mee! (Jaja, ik besef maar al te goed dat enkel de Aladdin-fans onder u nu hun wenkbrauwen niet fronsen maar ik kon het niet laten. Sorry daarvoor)

Stap 1:

Breek een pak gedroogde kikkererwten open. Dit is al de eerste valkuil. Kikkererwten uit blik zullen NIET voldoen. Gedroogde dus. Inderdaad, van die soort die je een nacht te week moet zetten.

Stap 2:

Giet de geweekte kikkererwten de volgende dag af. Aan diegenen die nu denken: 'koken maar, die handel', zeg ik enkel 'Hah!' want we zijn aanbeland bij slinkse truk nummer 1. We koken de kikkererwten niet onmiddelijk. Nee, we zetten ze op een mild vuurtje, gewoon, zo, droog, enkel bestrooid met een stevige snuif bicarbonaat. Roeren maar nu, beste mensen, want dit brandt snel aan.
Waarom doen we dit? Kikkererwten hebben de neiging om net zoals hun collega-peulvruchten omhuld te zijn met een fijn vliesje. Dit vliesje maakt de erwt taai en wanneer je ze pureert, zal het je voor eeuwig en altijd verhinderen een gladde textuur te verkrijgen. Daarom zingen wij in koor: 'Wég met het vliesje!!!' (ok, hier bestaat geen Disney-excuus voor maar ik ben gewoon enthousiast. Laat me nu gewoon maar even mezelf zijn)

Stap 3:

Na een paar minuten (onder voortdurend roeren) mag je er eindelijk het water bijvoegen. Zorg dat de kikkererwten goed onder staan. Plaats nu eerst een kommetje met water in de diepvries. Ik zeg dit niet omdat ik één of ander ziek gevoel van humor heb. Het heeft een doel. Doe het gewoon!!!!!! NU!!!!
Klaar? Ok dan, lieverds, laat ons verder gaan. Na een minuut of 20 zouden de erwten zacht moeten zijn (indien niet: laat nog verder koken! Je moet ze makkelijk kunnen 'pletten' tussen je vingers) en zou het bicarbonaat ervoor gezorgd moeten hebben dat de vliesjes zich als bij wonder van de kikkererwten hebben afgescheiden.
Dat was bij mij natuurlijk niét het geval. Ok, de vliesjes kwamen los maar de etterbakken weigerden boven te drijven. Dus heb ik maar gedaan wat elke vrouw met een missie zou doen: de fuckers er met blote handen van tussen uit gehaald.



Stap 4

Eens je enkel erwten over hebt minus vliesjes, zijn we slechts enkele stappen verwijderd van de perfecte hummus. Haal het bakje water van daarnet uit de diepvries. Zet het naast je neer. Haal je blender (in mijn geval thermomix, I love you darling! Kusjes!!!!) tevoorschijn en 'pulse' de erwten enkele keren. Haal er nu de smaakmakers bij zijnde:
- tahin (sesampasta verkrijgbaar in de exotische winkel in uw buurt of in de dehlaize maar daar vind ik hem niet zo goed, eerlijk gezegd. Nog een extra noot: als u hummus al bijzonder avontuurlijk vindt, eet niét van de tahin. Die zal smerig smaken en is enkel geschikt voor doorwinterde smaakpapillen). Reken per kop (gekookte) kikkererwten 1/3 kop tahin
- citroensap (sap van een kleine halve citroen)
- look (2 teentjes)
- zout (een snuifje)
- 2 tl (geroosterde) komijnzaadjes

Blender alle bovenstaande ingrediënten met de kikkererwten. En dan nu: enter slinkse truk n°2. Neem er het ijswater bij en giet het straalsgewijs, terwijl je blender draait, bij de kikkererwtenpasta. Als bij toverslag krijg je de romigste, fluweligste, zachtste hummus die je lodderige ogen ooit aanschouwd zullen hebben. Ik zweer het, de mijne zag er zo zacht uit dat het heel wat zelfbeheersing kostte om mijn hoofd er niet in te duwen.
 



Stap 5

De afwerking. Je kan eventueel, als je zo iemand bent die ook zonder moeite het deeg van de cake niét uit de pot lekt, de hummus laten afkoelen in de frigo. Als je geen robot zonder enige menselijke emotie bent, wil je direct eten en dan doe je het volgende: schep de hummus in een kommetje. Overgiet met een genereuze straal van je beste olijfolie. Werk af met wat chilipeper/poeder/komijnzaad, neem een warm pitabroodje (bij voorkeur) of een kant-en-klaar-crackertje (in geval van nood) en aanvallen maar!!!

Stap 6

Variaties. Eens u de basis onder de knie hebt, kan het experimenteren beginnen. Goeie (oosterse) combinaties zijn:
- hummus + wortels (stoof wortels met komijn en een beetje appelsiensap tot ze gaar zijn, pureer en roer onder je hummus)
- hummus + auberginepuree (prik gaatjes in een aubergine, rooster ze gedurende minsten een uur in de oven, schep het vruchtvlees eruit en meng onder je hummus)
- hummus + artisjokharten (kwak een blik artisjokharten in je blender en mix samen met je humus of neem van die in olie gearomatiseerde dure potjes uit de delhaize of delicatessenwinkel)
- hummus + harissa (kan ook zelf gemaakt worden maar daar over een andere keer meer)
- hummus + kruiden als za'atar, geroosterde sesam, sumac, ....


Tot een volgende aflevering vol doldwaze strapatsen!



9 september 2013

In the (thermo)mix

Er bestaan van die mensen die een thermomix hebben. Ik ben daar niet één van. Vrienden van mij uit Izegem wel. De dikke vette gelukzakken.
 
Nu wil het toeval dat die vrienden aan het verbouwen zijn. Een aantal jaar geleden hebben Simeon en ik ook ons huis verbouwd. Waarlijk, een prachtige episode in ons leven waar ik met weemoed aan terug denk. We hebben een jaar aan ons 'liefdesnestje' gewerkt en na dat jaar zijn we getrouwd. Was het niet dat dat hele feest al geregeld en betaald was, was minstens één van ons nu dood, permanent gehandicapt of had die levenslang wegens extreem partnergeweld. Om maar te zeggen: verbouwen= never again.
 
Maar goed, liefste Tom en Evelien, ik ben zeker dat het bij jullie helemaal anders zal verlopen en dat het renovatieproject jullie alleen maar dichter bij elkaar zal brengen, jullie liefde ten volle tot bloei zal komen en jullie elke avond in elkaar armen vol van huiselijk geluk naar de ondergaande zon zullen kijken. Etc.
 
Tot the point nu. De thermomix. Afgelopen zaterdag kreeg mijn lieve echtgenoot van Tom een telefoontje om één of ander werktuig te komen lenen en ik kreeg een slinks, doch briljant plan. Ik bedacht dat, tijdens een verbouwing, een thermomix waarschijnlijk alleen maar in de weg staat dus zag ik het als een persoonlijke vriendendienst om hen van die last te ontheffen.



Hieronder volgt een reconstructie van het telefoongesprek:
 
ik: Hey Tom. Alles kits?
Tom: Hey Steph. Ja hoor, met jou?
Ik: Top... Zeg, ik heb zitten denken, nu met jullie verbouwingen en dat het huis een werf is enzo, zijn jullie niet bang voor inbrekers?
Tom (wilde hier iets zeggen maar het was belangrijk dat ik snel en efficiënt te werk ging, indien mijn geniepige plannetje zou slagen dus ben ik maar luider beginnen praten tot hij zweeg)
Ik: Ik vind, je kan niet voorzichtig genoeg zijn, de dag van vandaag met al dat gespuis in de bronx van Izegem dus ik denk dat het misschien wel veiliger is om je waardevolle bezittingen, zoals bijvoorbeeld; hm, ik zeg nu maar iets, jullie thermomix....
Tom: Goh, dat valt wel mee hoor. We wonen daar nog hé en alles is eigenlijk heel goed afgesloten hoor.
Ik: Ah ja... maar jullie thermomix...
Tom: Alles staat eigenlijk boven, de vaatwas ook.
Ik: ja, maar een vaatwas heb ik al, twee zelfs dus ja...
Tom: Je moet je geen zorgen maken, alles is veilig.
Ik: .... ok dan....
 
Volgens mij ben ik genetisch niet in staat tot geslepenheid.
 
Goed, een twintigtal minuutjes later gaat de bel. Tom aan de deur met zijn dochter en.... de thermomix!!!
Hij vond het blijkbaar grappig om te doen alsof hij mijn geraffineerde doortraptheid niet had opgevangen. Elk zijn humor, denk ik dan.
 
Maar nu beschik ik dus over een thermomix. De koning der hedendaagse keukenapparatuur. De droom van iedere hobbykok (en lui wijf). De über-mixer. Kortom, een wonder van hedendaagse technologie (niet helemaal juist want dat ding bestond kennelijk al in de jaren '70. Soit)
 
Ik vandaag aan de slag natuurlijk en beste mensen, pret, plezier en groot jolijt gegarandeerd in de keuken hoor. In een tijdsspanne van nog geen halfuur heb ik:
 
- een 'green powershake' gemaakt (naar het voorbeeld van mevrouw. Herman. Daarover later meer)
- 'fro yo': 1 portie met kersen en 1 met bosbessen (u merkt, al wat hip en trendy is, is mij niet vreemd. voor de 30-plussers onder ons 'fro yo' is jongerentaal voor bevroren yoghurt, een soort slank alternatief voor 'ijsboerke-crème)
- zelf choco gemaakt. Nog eens: ZELF. CHOCO. gemaakt. En dat in 1.5 minuten. Zelf dus. Moi. Choco. Voor op de boterham. Of de pannenkoek. Of voor de durfals onder ons: zo, uit het potje, met de lepel.
- waterkerssoep
 
Laat mij u even verbaal begeleiden doorheen dit receptenproces.
 
 Green Powershake.


 
Enige toelichting is hier wellicht vereist. Er bestaan dus mensen die hun gezondheid belangrijk vinden. Meestal zijn dat dezelfde mensen die 's morgens de zon groeten en dingen zeggen als 'mijn lichaam is mijn tempel'. Dat zijn ook mensen die gezond eten belangrijk vinden. Los van het feit dat ik 's morgens juist niemand groet, niet gegroet wil worden en tout court eigenlijk voor 10h 's morgens bij voorkeur geen herkenbare klanken uitstoot, is gezond eten toch ook wel iets waar ik belang aan hecht. Tijdens de week eet ik voornamelijk vegetarisch, ik (probeer) de alcohol te laten (waarom??? waarom toch kan alcohol niet gezond zijn???? Wee U, vermaledijde Goden) en ik ontbijt met een shitload aan fruit (dat kan je zelf redelijk letterlijk nemen na een week met gemiddeld 10 kiwi's en 5 appelsienen).
 
Het laatste nieuwe fenomeen in gezond-ontbijt-land is de Green Power Shake. Dat is een soort van smoothie, bestaande uit (blad)groenten en fruit. Om een groene kleur te bekomen is het aan te raden groene groenten en groen fruit te gebruiken. Indien u bijvoorbeeld rode biet en rode appel zou gebruiken, spreken we technisch gezien ook van een 'power shake' maar dan eerder van een 'red power shake'. U ziet, niet alles in het universum hoeft één groot mysterie te wezen.
 
Ik persoonlijk wist van het bestaan van de power shake af maar had er verder weinig aandacht aan besteed (te veel te doen, te weinig tijd, u kent het hé) tot mevrouw Herman (aka Ellemieke Vermolen) er op haar blog uitvoerig over schreef. Mevrouw Vermolen/Herman  is goed bezig op vlak van gezond eten en bedenkt leuke shakecombinaties. Ik liet me afgelopen zaterdag dan toch verleiden tot een eerste probeersel (gewoon in de blender). Nu hoor ik u denken: 'zo'n groen drankje 's morgens, daar heb je toch niet genoeg mee?' Ah, dan denkt u verkeerd!! Eet/drink eens twee kiwi's, een granny, een halve komkommer, twee handenvol spinazie, een halve avocado, 2 glazen (kokos)water en een lepeltje 'raw superfood-poeder' (verkrijgbaar in de biowinkel en schijnbaar een directe lijn naar eternal bliss). Je kan al een eindje weg hoor.
 
 

 
Naast 'vullend' schijnen de powershakes nog tal van voordelen te herbergen. Zo zijn ze supergezond, hebben ze een detox-effect (dat is magazine taal voor: u zal zeer vlot naar het toilet kunnen gaan), gaat je huid regresseren naar dat van een pasgeboren babybilletje, gaat je haar blinken al ware het puur en onversneden maneschijn en krijg je zoveel energie dat je na een dag van 12 werkuren met gemak nog een marathon (of twee) kan gaan lopen.
 
Ok, nu overdrijf ik misschien een tikkeltje maar baadt het niet, dan schaadt het in geen geval.  
 
Ik start er alvast morgen mee. Simeon heeft ietsjes meer tijd nodig om warm te lopen. Ik geloof dat zijn exacte woorden toen ik de kom omhoog hield en ik vroeg of hij eens wilde proeven waren: 'hm... tis vriendelijk' (en intussen keek hij alsof ik juist pis met spinazie had gedronken, dat had uitgekotst en gemengd in de mixer en hem vriendelijk een glaasje aanbood).
 
Zijn lichaam is ook zijn tempel hoor. Maar hij houdt van grote gebouwen.
 
Dus heb ik maar choco voor hem gemaakt.


Dat kwam neer op: chocolade met melk en agavesiroop (je kan ook suiker gebruiken) in de thermomix kappen, eventjes verwarmen en mengen, dan boter en een ei erbij, eventjes mengen en klaar. Ik zweer het, het duurt langer om het uit te typen dan om het te maken.


Ik liet tempel-jongen proeven (natuurlijk wilde hij nu wél) en zijn exacte woorden waren: 'Hm, een beetje zoet hé'. Hij is echt héél gemakkelijk tevreden te stellen en absoluut niet verwend ofzo.
 
En dan de fro-yo.


Trouwe lezers weten dat ik restjes een ongelofelijke uitdaging vind. Dat, gecombineerd met het feit dat ik nog yoghurtjes met kersen/bosbessen en opgeklopte platte kaasjes in de frigo had staan (vroeger mijn vast ontbijt, nu dus vervangen door groen supervoedsel) zorgde dat de link naar het laatste hippe ding in dessertland snel gelegd werd.
Wat te doen?

 
Je kapt je yoghurtjes/kaasjes uit in de thermomix, selecteert snelheid 10 gedurende een minuutje en tadaaa: gemengde yoghurt. Ok, ok, dat kan je ook gewoon in de blender maar naar het schijnt zorgt de vlinder-thermomix-kracht ervoor dat je een romiger textuur krijgt dan je ooit voor mogelijk kan houden. Ik ga ervan uit dat dat waar is want mijn yoghurt is op dit moment nog aan het bevriezen en ik zal u pas later kunnen berichten over de resultaten. Wel heb ik snel al even gekeken en ik vrees voor ijskristallen. Maar geen paniek. Ik heb al een strak plan klaar: eventjes de blok yoghurt in de thermomix, volle kracht vooruit en ik denk dat alles wel goed zal komen in thermomix-wonderland.
 
Tenslotte de waterkerssoep. Daar heb ik geen foto van omdat ik vind dat ik op dat vlak vandaag al heel ijverig geweest ben. In het geval u toch iets van beeldmateriaal zou nodig hebben. De soep zag er net hetzelfde uit als de green power shake: groen dus.
Maar man man, die was lékker!! Fluwelige textuur, smaragdgroene kleur en een intense, frisse, romige smaak. Zonder room wel te verstaan.
Receptje nodig?
 
U neemt:
- 1 teentje look
- 1 ajuin in vier gesneden
 
Die doe je gezellig samen in de thermomix en je stelt in: 3 seconden, snelheid 5.
Daar giet je dan een geutje olie bij en je duwt op volgende knopjes: 5 minuten, 100° en dat ronddraaiend lepeltje
 
Vervolgens neemt u:
 
- een kopje diepvrieserwtjes
- 500 gram water
- anderhalf blokje kippenbouillon
en u selecteert: 8 minuten, 100° en snelheid 1
 
Daarna (en we zijn bijna aan het eind van dit ellenlange, vermoeiende en bijzonder intensieve proces) kapt u er een bussel waterkers en een handjevol spinazie bij.
Knopjes: 4 minuten, 100° en snelheid 1.
 
Tenslotte kruidt u af met peper en zout, en mixt u de hele boel nog eens gedurende 1 minuut op snelheid 10.
 
Na één middagje experimenteren mag u mij gerust een overtuigd bekeerling noemen. We eindigen  met de volgende boodschap:
 
Beste mijnheer thermomix-verdeler;
 
Ik ben momenteel nog niet in het bezit van uw wonderlijke machine en heb ze slechts te leen. In het geval u nog iemand zoekt die, laat ons zeggen, blogt over eten en af en toe een beetje wil spelen met hoogtechnologische snufjes, dan ben ik zeker en vast de vrouw die u zoekt. Ik ben absoluut niet zo iemand met vastomlijnde principes en overtuigingen omtrent omkoperij en valse reclame.
U weet me te vinden.
 
Met vriendelijke groeten,
Stephanie






21 augustus 2013

De maag van staal

U hebt vast en zeker al eens gehoord van Superman, Batman en Spiderman. Maar kent u Tentman al?

Zoals gebruikelijk is bij superhelden, heeft Tentman twee gezichten: meestal gaat hij door het leven als Simeon, de sympathieke theatertechnicus/ projectontwikkelaar maar af en toe verandert hij in Tentman.

Tentman is niet de persoon van grootse gebaren waar hij, zij aan zij met de arm der wet de misdaad bestrijdt. Het is een eerder timide superheld die slechts af en toe zijn superkrachten op de mensheid loslaat en dan met name op mij. Tentman is immers al twee jaar mijn echtgenoot (sinds vorige week twee jaar om precies te zijn)

Ik zou u een foto van Tentman kunnen tonen maar dan weet ik niet of mijn huwelijk nog een lang leven beschoren is...

Ach kom, Lois Lane was nu ook niet bepaald Tante Non:




Niet kwaad zijn, schat. Ik zal dan eens iets lekkers voor je maken....

Wat zijn nu precies de krachten van Tentman?

- Hij kan niet vliegen maar hij kan slapen als de beste. Tentman kan in bed kruipen, zijn ogen toe doen en binnen een tijdsspanne van twee seconden is hij diep in snurkenland. Dat moet wel iets bovennatuurlijk zijn.

- Hij kan geen auto's omhoog heffen en ze in de lucht smijten maar hij zal graag helpen duwen wanneer je in panne langs de kant van de weg staat

- Georganiseerde misdaadbendes heeft Tentman bij mijn weten nog niet opgedoekt maar hij kan als geen ander hysterische wijven tot rede brengen. Zo gebeurt het wel eens, heel sporadisch, dat ik een ietsiepietsie de geluidsmuur doorbreek wanneer ik een beetje gefrustreerd ben. Een minder man zou weglopen, terugroepen of misschien beginnen huilen maar zo niet Tentman: hij blijft compleet stoïcijns, laat me uitrazen, kijkt me (licht misprijzend) aan en zegt: 'Shit zeg, Steph, je zou jezelf nu eens moeten bezig zien'. Ik zweer het, mijn klep gaat instant toe.

- Daar Tentman 's avonds meestal strike in de zetel ligt, zitten nachtelijke vluchtjes in zijn sterke armen langsheen vallende sterren er niet direct in maar Tentman kan heel romantisch zijn. Zo sprak hij ooit de legendarische woorden: 'Stephie, dat kan me niet schelen hoor, als je verdikt. Hoe dikker je bent, hoe meer Stephie er is om graag te zien'. (Sorry, ladies, Tentman's mine)

- Op vlak van mode kan Superman de pijp wel aan Maarten geven want Tentman zou nog liever doodvallen dan dat hij zich laat betrappen in een blauwe legging met daarover een string. Tentman draagt meestal een losse T-shirt (die als bij toverslag opeens kan veranderen in een strak gevalletje dat sexy om zijn torso spant. Tentman beweert dan bij hoog en bij laag dat de was is gekrompen.) Verder draagt hij-heel casual- een blauwe jeans of een werkmans-short. Tentman doet er werkelijk alles aan om zijn superhelden-identiteit super-geheim te houden (zie onder: Tentman volledig incognito vermomd als toerist)



- Tentmans' sterkste wapen is zijn gevoel voor humor. Wanneer geconfronteerd met een levensbedreigende situatie (een kwaad vrouwmens), zal Tentman geen geweld gebruiken. Hij gooit er een welgemikte scheve uitspraak uit en elke ijskoningin ontdooit terstond.

- Maar wat van Tentman absoluut de ultieme superheld maakt, is het feit dat hij geen 'kryptoniet' heeft. Hij heeft een maag van staal en een appetijt om u tegen te zeggen. Nodig Tentman uit voor een etentje en hij doet uw tafel alle eer aan. Hij zal niet rusten voor de laatste kruimel van tafel werd geplukt door zijn elegante, doch, sterke en mannelijke vingers en hij gaat door tot u uw bord opnieuw maagdelijk schoon in de kast kan zetten ZONDER af te wassen. Wat u hem ook voorschotelt, Tentman zal het zonder aarzelen opeten én goed bevinden.
Maar wil je Tentman écht een plezier doen, dan moet je hem iets voorschotelen met gehakt in. Sommigen oordelen 'ordinair' maar niet Tentman. Je zou zelfs zo ver kunnen gaan door te stellen dat 'gehakt' een metafoor is voor Tentmans' karakter: eenvoudig, pretentieloos, misschien niet het opvallendste stukje vlees in de toonbank maar au fond een blijver die door iedereen gesmaakt wordt.
Tentman is mijn Super-man om verschillende redenen. Zo zijn we het eens over essentiële levenskwesties (bijvoorbeeld: een man draagt bij voorkeur geen sandalen en als hij er toch draagt, dan is de combo sandaal-kous absoluut not done). Maar ook omdat hij de enige man is die me na tien jaar nog altijd boeit, omdat hij me doet lachen wanneer ik op punt sta om te bleiten, omdat hij me beschermt wanneer ik gekwetst word, omdat hij liefdevol liegt wanneer ik de waarheid niet wil horen en omdat hij sterk is wanneer ik zwak ben.

Tentman: deze zijn voor jou.



Op nog twee jaar. en nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog twee. En nog..............



Wontons met gehakt:

- wontonvelletjes (verkrijgbaar in de diepvries bij de chinese/exotische supermarkt en in sommige delhaizes. Je hebt ze in een ronde en een vierkante versie. De ronde is iets gemakkerlijker om te vouwen vind ik persoonlijk. Wanneer je enkel de vierkante vindt, dan kan je met behulp van een uitsteekring rondjes steken uit de vierkante velletjes)
- gemengd gehakt (hoeveelheid afhankelijk van het aantal wontons dat u wil maken. Reken op een koffielepel vulling per wontonvelletje)
- smaakmakers zoals: sojasaus, lente-ui, verse koriander, thaise basilicum, peper (of fijngesnipperd pepertje), misopasta, .... Kortom, laat je helemaal gaan. Bedoeling is je gehakt een lekker (aziatisch) smaakje te geven. De wontons komen met twee dipsauzen dus je moet het ook niet over-doen maar een goede balans tussen pittig-fris kruidig en zout is waar we op mikken.



Maak eerst je vulling door het gehakt te mengen met smaakmakers naar keuze. Neem een (ontdooid) wontonvelletje en schik in het midden een koffielepeltje gehakt. Overdrijf niet met de vulling want de tere wontonvelletjes scheuren gemakkelijk en dan mag je de boel weg gooien. Vouw het velletje toe en druk de randjes goed aan zodat je een halve maan krijgt. Nu kun je ze zo laten. Maar je kan ook je beste origami-skills boven halen en zotte vormpjes creeën. Ga maar eens uit de bol maar onthou dat de wontons overal goed toe moeten zijn. Straks kook je ze en als er dan water in je wonton komt, dan loopt de vulling eruit, smaken ze naar niets en is al je moeite voor niets geweest.
Eens je alle wontons gevouwen hebt, kan je ze onder een droge, propere handdoek bewaren tot gebruik. Of je kan ze direct in het sop gooien. Ik maak meestal een soort van snelle bouillon zodat de wontons nog wat meer smaak mee krijgen.
Dat doe je zo: je neemt een kom met water, mikt er een kippenbouillonblokje in, samen met een stukje gember, wat limeleaves en een paar peperbolletjes. Eens het water kookt, vlei je teder en voorzichtig je wontonnetjes erin. Loop vooral niet weg want die dingen zijn in minder dan een minuut klaar. Opnieuw; ik ben slechts menselijk en dus één en al gebreken. Ik kan je niet de precieze kooktijd meegeven maar de stelregel is dat, wanneer de deegflapjes boven komen drijven, ze klaar zijn. Giet ze af, schik ze op een bordje en serveer met onderstaande sausjes. Of andere.

Voor de dipsauzen:



Ook hier geldt: vertrouw op je smaak en smijt maar samen wat jij lekker vindt. Wanneer ik wontons maak, dan serveer ik die traditioneel met twee dipsausjes: ééntje fris-zuur en ééntje zout. Mijn gasten krijgen dan de instructie de wonton te doppen in alle twee de sausjes om zo die typische smaakcombinaties te krijgen. Ik ga je hier een aantal ideetjes meegeven maar wijk gerust af van het voorgestippelde pad. Wat je doet is gewoon alles samen kappen en proeven. Is het te zout? Voeg een beetje sushi azijn of limoensap toe. Smaakt het te 'dof?' Voeg wat verse koriander of thaise basilicum toe. Is het te pittig? Leng wat af (met sushi azijn. Sushi azijn is eigenlijk de oplossing voor alles. Behalve voor oorlog. Of tsunami's).
Wanneer je alles samen hebt gekapt, dan laat je het gewoon zo staan, in het kommetje, gedurende een paar uur (of tot e gasten arriveren). Eens alle smaken goed vermengd zijn, haal je de hele boel door een fijne zeef zodat alle brokjes (gember, citroengrasstengel, peper ed) eruit zijn en je enkel nog de 'essence' over houdt.

Voor het fris-zure sausje:
- sushi-azijn
- limoensap
- lente-ui
- koriander
- gember (liefst vers)
- chilipepertje
- limoenblaadjes (moeilijk vers te verkrijgen maar meestal in diepgevroren versie te vinden in de exotische  supermarkt) en/ of stukje citroengras

Voor het zoute sausje:
- pindakaas
- ketjap (zoete sojasaus)
- oestersaus
- misopasta (verkrijgbaar in de chinese winkel)
- limoensap
- sushi-azijn
- gember
- citroengras

Bovenstaande combinatie gebruikte ik voor de wontons met gehakt. Wanneer ik er met scampi of kip maak, gebruik ik andere ingrediënten. Ik zou bijvoorbeeld geen sausje op basis van pindakaas combineren met scampi maar eerder dan werken met oester-en sojasaus voor de zoute dip. De fris-zure blijft eigenlijk altijd een beete hetzelfde. Met gember, limoen, sushiazijn  en koriander kan je niet missen.

OF: je kan ook iets hebben van: steek die sausjes maar waar de zon niet schijnt en dan kan je een geut sojasaus in het ene potje mikken en wat sushiazijn+limoensap en koriander in het andere. Klaar.
En ze leefden en lang en gelukkig leven met veel gehaktdagen.

11 augustus 2013

Ijs met gouden lepeltjes

- Ik ga nooit naar de mis (ok, als mijn zus binnen een maandje naar het altaar schrijdt, zal ik wel mijn hoofd eens binnen steken)

- Wanneer ik in de miserie zit dan zal God waarschijnlijk de laatste zijn die ik om een helpend handje verzoek (en dat is louter uit praktische overwegingen)

- Ik ben zeker dat Jezus heeft bestaan maar ik vermoed dat, mocht hij een kind van deze tijd geweest zijn, we hem eerder een Risperdalkuur zouden voorschrijven dan dat we een godsdienst rond zijn persoon zouden oprichten
 
- Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan ik stellen dat ik niet ontstaan ben uit de rib van een man
 
- Bij 'Heilige drievuldigheid' denk ik eerder aan 'pasta met drie kazen' dan aan de vader, zijn zoon en de Heilige Geest.

Om maar te zeggen dat er devotere christenen bestaan dan ik.
 

 

Echter, wanneer het aankomt op 'schuldgevoelens' ben ik een ware christen. Zo voel ik me schuldig over het feit:

- ik niet wekelijks een blogpost schrijf
 
- ik na het lopen gisteren geen buikspieroefeningen gedaan heb (dat is masochisme gecombineerd met schuld, een waarlijk prachtige sensatie)
 
- ik vergeten ben om een handtekening op te sturen naar een mevrouw die me daar vriendelijk om verzocht op facebook
 
- ik lieg over het feit dat ik die handtekening 'vergeten' ben want ik ben ze duidelijk niet vergeten aangezien ik er nu over schrijf maar ik heb het eerst uitgesteld omdat ik zeker was dat die mevrouw een grapje maakte en toen daarna bleek dat het niet zo was (ze was zo vriendelijk mij een herinneringsbericht te sturen) durfde ik niet meer omdat het zo lang geleden was dat ze het gevraagd had en ik te beschaamd was om alsnog op haar verzoek in te gaan
 
- wild achter mijn stuur heb zitten gesticuleren naar de auto voor mij die 20 km/h (!) reed waar je 50 mag. Toen ik de man inhaalde, bleek het een zwarte medemens te zijn waarbij ik prompt in elkaar kromp van schaamte omdat die man nu waarschijnlijk niets anders kon dan mij als een onverdraagzame racist te beschouwen (hierbij expres gebruik van een pleonasme om de negatieve connatie te benadrukken van het woord)
 
- ik mezelf er soms op betrap een minimale mate aan opluchting te ervaren wanneer ik op het nieuws hoor dat er een natuurramp is geweest met honderden slachtoffers. Ik weet dat het monsterlijk is maar ik kan er niets aan doen: Stiekem denk ik dan  'Oef, dat is weer een mooi staaltje van Darwins' theorie, we zijn weer iets verder verwijderd van totale overbevolking op aarde'.  
 
- ik zelden of nooit geld geef aan bedelaars omdat ik mezelf wijs maak dat 'ze er toch wel drank mee gaan kopen'
 
- ik duidelijk iemand geworden ben die er geen problemen mee heeft om mensen in hokjes te duwen.

En dat zijn dan nog alleen maar de zonden van afgelopen week. Het ironische is dat ik er helemaal niets aan doe. Er is niemand die me tegen houdt om die handtekening op te sturen  of om me op de grond te vleien en hier ter plekke een paar sit- ups te doen maar nee hoor. Niet deze meid. Tegen mijn zestigste verjaardag heb ik een bochel, enkel en alleen door het denkbeeldige gewicht van het op mijn schouders getorste, zelfbezorgde leed.

En dan heb ik het nog niet gehad over schuldgevoelens met betrekking tot eten. Niet over 'eten om te voeden' hé, dat zou volledig belachelijk zijn (Krantenkop: 'Jonge vrouw sterft hongerdood uit schuldgevoel') maar omdat ik OVER-eet. Ik ben zo'n gulzig varken, dat wil je niet geweten hebben.
 
Vermoedelijk heeft dat te maken met het feit dat ik uit een groot gezin kom. Wanneer bij ons op vrijdgavond de schotel met toastjes op tafel kwam, zweer ik dat gedurende de 5 seconden die daarop volgden, enkel een soort wazige beeldenstroom kon worden waargenomen: kleine, grijpgrage maar uitermate doeltreffende kinderklauwtjes die -sneller dan waarneembaar voor het menselijke oog- de hele plateau plunderden. Het was simpelweg vechten om je brokje. Daardoor kauw ik nu dus ook bijna nooit op mijn eten.
Ik wil niet opscheppen ofzo maar ik denk dat ik een brokje vlees van gemiddeld 70 gram integraal kan inslikken, zonder te kauwen en/of erin te stikken.
Niet kauwen was gewoon efficiënter. Kauwers waren tijdverspillers. Tijdverspillers bleven achter met kruimels.
 
Mijn 'overlevingsinstinct' van toen zorgt er nu voor dat ik niet weet wanneer ik genoeg heb. Eens 'the point of no return' en alle ratio voorbij blijf ik gaan tot er niets meer rest, behalve dan dus het schuldgevoel.
 
Laatst maakte ik onderstaand ijs als dessert bij een etentje en op zo'n momenten wordt 'mijn probleem' pas echt gênant. Daar waar iedereen het netjes houdt bij zijn individuele bordje, zet ik na mijn eigen portie de bak op tafel, lepel in de aanslag en lebber ik zonder enige moeite, na reeds drie copieuze gangen achter de kiezen te hebben, een litertje roomijs weg.
 
Zou 'over -eten' in het Goddelijk Oordeel te boek staan als een officiële zonde? En zo ja, zou er dan geen 'noot' bestaan waarbij voor onderstaand roomijs een uitzondering wordt gemaakt?
 
Want, lieve mensen, dit verveine- ijs is werkelijk Goddelijk.



Ik combineerde het in een dessertbordje met gemarineerde en gebakken aardbeitjes en muntmeringues. Beeld u even in: een hap ijs: vol, romig, smeuïg, koel en citrus-achtig tegelijkertijd in combinatie met krokante wolkjes muntmeringue en daarna de zoet- zure verfrissing van warm-koude zomeraardbeitjes.

Geef dit met een gouden lepeltje en hierboven spreekt niemand nog van rijstpap.

Eens proberen?

Voor 1 liter verveine-ijs hebt u nodig:

- 10 gram verse verveine (als u een goede groenteboer hebt, dan kan u vragen of ze dat voor u bestellen, indien het niet voorradig is. Ik ga altijd naar 'Isabelle' in Kortrijk)
- 375 gram volle melk
- 375 ml volle room
- 150 gram suiker
- een snuifje zout
- 6 eierdooiers


 
Giet de melk in een pannetje, samen met de verse verveine, 125 ml room, alle suiker en een snuif zout op een zacht vuurtje verwarmen.
Eens warm (maar niet kokend) haal je de pan van het vuur en laat je dit mengsel gewoon staan (een uurtje of zo) zodat alle smaken zich mooi kunnen vermengen.
 
Klop dan de eierdooiers in 'ruban' ('in een lint' of dik opkloppen tot ze lichtgeel zijn van kleur in plaats van oranje). Warm het melk-mengsel terug op en giet 1 pollepel van de warme melk bij de eierdooiers. Meng dit goed en giet dan de eierdooiers bij de rest van de melk (dit doe je om de eierdooiers als wat warmte mee te geven zodat de 'schok' met de warme melk niet te groot is en je de kans om een omelet tot een minimum herleidt).
Verwarm het geheel zachtjes tot het bindt. Nu heb je een 'custard', zoals dat men placht te noemen in Angelsaksische oorden.
Klop de rest van de room lobbig en spatel dit onder de custard. Laat het ijs-beslag nu een nacht afkoelen in de koelkast.
Draai de volgende dag tot roomijs.
 
Correctie: tot Absoluut Goddelijk Hemels Roomijs
 
Niets mis dus met het zo te eten maar als je het geeft als dessert bij een etentje, dan mogen er wat extra texturen aan toegevoegd worden hé.

Een muntmeringue bijvoorbeeld?
(Nee, ik heb geen foto's, en ja, ik voel me er schuldig over)
 
Mocht u zich desondanks in 1 van die wilde, onbezonnen buien bevinden waardoor u iets hebt van: 'Ja, ik maak die muntmeringue gewoon!! En ik doe het ZONDER foto!!!' dan is dit het recept:
 
Je blendert (of vijzelt) 200 gram suiker fijn met een handvol verse munt.
Dan klop je 100 gram eiwit (dat zijn ongeveer 3 eiwitten) op met 60 gram van je vers gemaakte muntsuiker. Die 60 gram voeg je beetje per beetje bij het eiwit dat je aan het opkloppen bent. Dus niet alles er in één keer bijkappen.
Vervolgens maak je een suikersiroop door de resterende 140 gram muntsuiker op te lossen in 17 gram limoensap. De suikersiroop laat je een beetje afkoelen en dan giet je die bij het (nog steeds opkloppende eiwit). Je mag stoppen met opkloppen wanner je eiwit van die mooie, glanzende pieken vertoont. Je weet wel, het soort pieken dat je doet denken aan bergtoppen, bedekt door het zachtste sneeuwdeken dat je je kan inbeelden. Van die sneeuw waar Disney een patent op heeft.
Vervolgens breng je het meringuebeslag over in een spuitzak en spuit je van die mooie, sierlijke krulletjes op een met bakpapier beklede bakplaat.
OF je doet zoals ik en je kwakt gewoon wat hopen van het mengsel op de met bakpapier beklede bakplaat omdat je niet overweg kan met spuitzak.
Bak de meringues gedurende 75 minuten op 160 graden met de oven op een kier en laat ze afkoelen.
 
Muntmeringue verkruimeld over verveine-roomijs= Lekker!!!
 
Ik smeet er nog wat gemarineerde en gebakken aardbeitjes bij en ik moet zeggen: dit dessert grenst wat mij betreft aan de perfectie qua smakencombinaties.
Maar laat u zich vooral door mij niets wijsmaken.
Ik ben slechts een Goddeloze hond.