2 januari 2015

Over te oud worden om goede voornemens te maken

En dan is er weer januari. Met voorspong mijn minst favoriete tijd van het jaar. De tijd van zelfkastijding en zelfonthouding. De tijd waarin ik me jammerend over mijn weegschaal buig half-en-half in de overtuiging dat het ding naar de knoppen is want niémand kan toch in zo'n korte tijd zovéél bijkomen? (toch wel)

De tijd waarin ik met stijgende verbazing mijn rekeninguittreksels overschouw en uitroep: Iemand heeft mijn mastercard gestolen en is zich te buiten gegaan in de ZARA! Bel de politie! Tot Tentman me stilzwijgend meetroont naar mijn kleerkast, me nuchter wijst het hele scala aan pas aangeworven (feest)kledij (waar ik me momenteel ironisch genoeg niet meer kan inwringen) en ik besef dat ik diegene ben geweest die me met een maniakale verbetenheid heb overgegeven aan spilziek consumptiegedrag. 
De tijd waarin ik de balans opmaak van het afgelopen jaar - en bij uitbreiding mijn leven tot nu toe- en niet anders kan dan tot de conclusie komen dat het allemaal hopeloos ontoereikend is.

Om de één of andere reden is het dit jaar nog erger dan anders en ik vermoed dat dat te maken heeft met het feit dat ik eind december de kaap van dertig ben gepasseerd. Graag was ik iemand geweest die deze gebeurtenis met een air van stilzwijgende levenswijsheid en klasse kon aanvaarden maar helaas. De hele dag was één jammerend klaagzang met mantra's zoals daar zijn: 'Ik ben een dikke, waardeloze mislukkeling' en 'Vanaf nu gaat het alleen nog maar bergaf' Onderwijl snikkend 'it's the final countdown' neuriënd.

Ouder worden. Het is een geruisloze sluipschutter. Ik weet niet precies wanneer het is gebeurd maar ergens, onderweg heb ik de overgang gemaakt van een onzekere, neurotische puber naar een onzekere, neurotische volwassene. Met elke seconde die wegtikt, raak ik steeds verder en verder verwijderd van al wat jong en modieus is.

Enkele voorbeelden van dit aftakelingsproces:

- De dagen tussen kerst en nieuw heb ik doorgebracht in Berlijn en ben ik elke avond omstreeks 21h30 gaan slapen 'omdat ik kapot was van al het wandelen'.

- Tijdens het shoppen moet ik bepaalde sectoren van de winkel links laten liggen wegens 'te jong voor mij' (geloof me, niets zieliger dan een dertigplusser die denkt dat ze weg geraakt met hotpants boven een panty)

- Ik hoor mezelf dingen beweren als: 'Waarom kunnen café's nu eens geen goéde wijn verkopen? Zo'n Chileense Chardonnay van 2009 kost de wereld niet hoor.'

- Ik ben laatst een gesprek begonnen met de woorden 'De jeugd van tegenwoordig...'

Vaak proberen vrienden me op te monteren door te zeggen dat ze 'zich nog nooit zo goed in hun vel hebben gevoeld als nu ze dertig zijn'. Dat kan dan wel waar zijn voor hen maar voor mij is dat zeker niet het geval. En ik kan dat statistisch staven want naar mijn gevoel is er een correlatie tussen dertig en zestien zijn maar dan in omgekeerde richting. Je lichaam en geest vertonen een heel spectrum aan ongewenste en oncontroleerbare neigingen. Zo kiest mijn lichaam er bijvoorbeeld voor om op zaterdagavond thuis in de zetel te hangen in plaats van te gaan bingedrinken in een smerig en donker drankhol. En er is niéts dat ik daar tegen kan doen.

Vroeger dacht ik dat ouder worden met een troostprijs kwam genaamd 'levenswijsheid' en dat ik in die fase van mijn leven een stijlvolle volwassene zou zijn die alles in haar leven mooi op een rijtje heeft. Nu denk ik dat dit een utopie was. Ik voel me namelijk nog bijna even verward en stuurloos als toen ik negentien jaar was. Met steeds toenemende wanhoop wacht ik op het moment waarop ik me daadwerkelijk volwassen voél en het niet alleen in cijfers ben. Helaas denk ik dat ik, dankzij mijn talrijke neurosen, rechtstreeks van de puberteit de menopauze zal inkukelen.

Of is een dergelijk besef datgene wat men 'levenswijsheid' placht te noemen?

Nu heeft ouder worden natuurlijk ook wel een paar voordelen. Zo kan je bijvoorbeeld in échte restaurants gaan eten in plaats van je culinaire verlangens te bevredigen middels de pitabar/afhaalchinees. Hoewel ik er nog niet uit ben of ik het feit dat ze in dergelijke etablissementen nooit mijn identiteitskaart vragen als bewijs van mijn volwassenheid nu een gemak dan wel een belediging vind.

Ik presenteer u:

Mijn persoonlijke top 4 van 2014
(er is geen enkele reden waarom een 'top' altijd uit drie/tien of honderd moet bestaan. 'Vier' is een evengoed cijfer als al die andere).

Op nummer 4: La durée in Izegem alwaar chef Angelo Rosseel de klassieke keuken als uitgangspunt neemt en die een hedendaagse bolwassing geeft. 



Resultaat zijn frisse, zeer aantrekkelijk ogende gerechtjes die voor een feest in de mond zorgen. Een eervolle vermelding ook voor de sommelier die al die lekkernijen nog een niveautje hoger duwt door ze te pairen met de heerlijkste wijnen.



Op nummer 3: Boury in Roeselare waar de immer minzaam glimlachende gastvrouw je onthaalt in een uitgepuurd - eerder klassiek- kader en chef Tim Boury met respect voor pure en eerlijke basisingrediënten zijn culinaire talent tentoonspreidt. Extra puntjes voor de overheerlijke (en originele) amuses. 


Op nummer 2: De Wulf in Dranouter. Met veel plezier toog ik er afgelopen jaar voor een tweede maal heen en mocht ik tot mijn genoegen vaststellen dat de tijd geen loopje had genomen met mijn herinneringen. 




Nergens zijn rock 'n roll en mondstrelende verwennerijen zo'n dikke vriendjes als bij Kobe Desramault. Two thumbs way up voor het huisgemaakte brood + smout waar ik me (letterlijk) te pletter aan kan eten.

Op nummer 1 (het was te denken): The Jane in Antwerpen.


Echt waar mensen, ik ben helemaal geen persoon om me over te geven aan idolatrie (mijn vader zegt altijd: 'als hij naar't WC gaat riekt het niet beter dan bij een anderen hoor') maar mocht iemand een godsdienst willen oprichten rond Sergio en Nick Bril dan bekeer ik me terstond. Ter illustratie: ik was er met mijn grootouders. Echte West-Vlaamse,  hardwerkende mensen voor wie De Patat nog steeds het hoogtepunt van de maaltijd vormt en die al hun hele leven op zondag rosbief met erwtjes eten. Diezelfde mensen kregen in The Jane een hapje op basis van tofu geserveerd en ZE VONDEN HET HEERLIJK. Ok, ze wisten niet dat het tofu was en ik durfde het ook niet echt te zeggen maar doe het maar eens hé.


 De hele maaltijd was een compositie van pure, frisse smaken bestaande uit harmonieuze -doch gedurfde- componenten die ervoor zorgden dat ik op het einde van het gebeuren niet goed wist of ik nu dankbaar moest zijn voor al die culinaire genialiteit of teleurgesteld omdat het allemaal zo snel afgelopen was (en ik weer maanden voor de computer mag bivakkeren in hoop dat ik ergens voor mijn pensioen nog eens reservatie kan versieren). Ergens na het derde hapje ben ik gestopt met het analyseren van wat ik op mijn bord kreeg en heb ik me gewoon overgegeven aan al wat mijn smaakpapillen beroerde. 

Misschien ben ik gewoon te ongeletterd om in woorden te beschrijven hoe heerlijk het allemaal was maar ik persoonlijk vond dat ik door het uitstoten van klanken toch beter de essentie van de gewaarwording kon vatten. De extra puntjes (en dan hebben we het over felicitaties van de jury in plaats van grote onderscheiding) gaan natuurlijk naar het decor. Geen betere omgeving om de goddelijkheid van de gerechten te onderschrijven dan Sergio's persoonlijke culinaire tempel. 


Toch goed om op mijn gevorderde leeftijd te mogen ervaren dat verwondering niet iets is wat exclusief tot de kindertijd behoort.