2 april 2013

De sadist en De masochist

Roep Wevelgem maar uit tot het nieuwe Lourdes want een wonderbaarlijke genezing vond plaats. De tumor waarvan eerder sprake bleek volledig verdwenen toen uw nederige blogster onderstaand gerecht aan de chefs mocht presenteren. Ik weet wel dat het een West-Vlaamse niet betaamt om te gaan stoefen over eigen verwezenlijkingen maar laten we de komende alinea gewoon eventjes doen alsof ik uit Antwerpen kom ofzo.

Zelf heb ik geen kinderen maar iedereen kent het fenomeen: 'nieuwbakken ouders die hun pasgeboren kleine beschouwen als ware het de reïncarnatie van Jezus, gezegend met het uiterlijk van Engel Gabriël '(terwijl junior in werkelijkheid vaak meer gelijkenissen vertoont met Mr. Potatohead)

Welnu, een soortgelijke trots ervoer ik over onderstaand bord.

Dag schatje! Het is mama! Je ziet er weer beeldig uit vandaag. 


Als je het gerecht zelf eens wil maken, je kan het vinden op de 'Beste Hobbykok van Vlaanderen' -website onder het kopje 'beginner'... Tot zover dus mijn grootheidswaanzin.

Maar jullie zijn hier natuurlijk niet om spannende smaken, nieuwe gerechten of creatieve culinaire technieken te leren kennen. Jullie zijn hier voor 'the dirt', de roddels, de achterklap en de smeuïge details. Zet je maar schrap voor een nieuwe episode: 'Hobbykok/Backstage'. 

Afgelopen dinsdag toogden we met Belgisch' sympathiekste Nederlander op pad om de mysteriëen der kruiden en specerijen te ontsluieren. Kruiden staan bekend om de wonderlijke uitwerking die ze op het menselijke gestel kunnen hebben. Zo wordt gezegd over munt, bergamot en anijs dat ze de spijsvertering bevorderen. Baden in rozemarijnwater zou nieuwe energie geven terwijl lavendel je heerlijk doet slapen. Gember zou zelfs een bepaald blauw pilletje kunnen compenseren.



Mochten ze er nu nog eens één uitvinden die de zandzakken onder mijn ogen kan wegtoveren, zou dat helemaal top zijn.

Alle gekheid op een stokje: dat er iets in de lucht hing die twee draaidagen (behalve dan een shitload aan sneeuw) was wel duidelijk:


'Stephanie, ben je allergisch? Je bent zo rood?'








De kruiden of Mr. Hermans' aanwezigheid? Laat dat maar altijd een mysterie blijven.


Op Dag 2 luidde de opdracht: 'Maak een voorgerecht waarin één kruid de hoofdrol speelt en je twee toepassingen van dat kruid in je gerecht verwerkt'.

Sergio had eerder verklapt dat zijn lievelingskruid citroenverbena was dus was het aanlokkelijk om dat te gebruiken. Wanneer echter geconfronteerd met de volgende keuze: 'maak het jezelf niet moeilijker dan het al is, gebruik iets wat je geleerd hebt en intussen onder knie hebt' OF 'ga maar voluit voor het onbekende en haat jezelf gedurende een aanzienlijke periode omdat je als straf voor je koppigheid keihard op je bek gaat' dan gaat deze mevrouw steevast voor het laatste! Een zeker gevoel voor masochisme is me helemaal niet vreemd.

Dille combineerde zich in mijn hoofd vlotjes met rode biet, rammenas en gerookte paling en mits de nodige aandacht mocht ik me een uurtje later verwonderen over een relatief esthetisch verantwoord bord.

En dan word je naar voor geroepen. De 'green mile' heeft er geen lap aan. Honderd mogelijke rampscenario's flitsen door mijn hoofd wanneer ik met mijn bord naar voor schrijd.. Het mag een waar wonder heten dat ik nog nooit gestruikeld ben over mijn eigen voeten en met het gezicht plat in mijn bord ben beland (ter illustratie: als puber stond ik bekend als 'het meisje met de vallende ziekte' omdat ik schijnbaar meer tijd doorgebracht op de grond dan rechtopstaand. Blijkbaar heeft het iets te maken met de veranderingen in je hersenen tijdens de adolescentie).

Nu goed, een dergelijk elegante ervaring bleef me gelukkig bespaard. De chefs inspecteerden mijn baby en een mild 'leuk' en 'fris gepresenteerd' ontviel hen. Toen vroeg Sergio of ik 'een dillemeisje' was. Wat antwoord je daar op? 'Ja?' Wat betekent dat dan? Wat zegt dat over mij? Ik persoonlijk beeld me 'een dillemeisje' in als een lichtjes wereldvreemde persoon die in een klein kabouterhuisje woont, op een afstand van de bewoonde wereld en wiens huisje en tuintje overwoekerd worden door wilde dille. Het meisje zelf vlecht haar haren in met dille en draagt zelfgemaakte kleren die ze op het spinnenwiel weeft met dilledraad. Ze kauwt continu op een sprietje dille onderwijl zacht heen-en-weer wiegend in een met dille versierde schommelstoel.

Maar dat zou een vreemd antwoord geweest zijn dus heb ik heel spitsvondig 'Hhmbwah' uitgebalkt.

Het vragenuurtje bleek nog niet voorbij want daar kwam alweer de volgende instinker: 'Wat vind je hier nu zelf van?'

U moet weten dat een dergelijke vraag mij onmiddellijk terugflitst naar 1999. Volg me even op een korte reis door de tijd:

Veertienjarige Stephanie komt thuis met een herfstrapport waarop in vette cijfers een dikke onvoldoende voor wiskunde af te lezen valt (geen uitzondering, geloof mij). Vader werpt één blik op het papiertje en kijkt vervolgens met licht opengesperde neusgaten de kamer rond. Mijn zusjes reppen zich naar veiliger oorden en laten mij achter in een dreigende, onheilspellende stilte. Ik word uitgenodigd aan De Tafel (een ronde, maar geloof me, de gesprekken die daar plaatsvonden waren beduidend minder democratisch dan die aan zijn beroemde voorganger). 
De stilte wordt stilaan ondraaglijk. Ik kijk door mijn wimpers naar mijn moeder en zij kijkt terug met een spijtige blik waaruit tegelijk ook hoop spreekt ('Een eerste kind is toch altijd een beetje proberen. Met de andere twee gaat het vast beter')
 Mijn vader schuift gezwind het cijferbulletin in mijn richting, kijkt me met donkere ogen aan en zucht vermoeid: 'En, wat vind je daar nu eigenlijk zelf van?'

Help me hier eens even mee. Ik weet het na al die jaren nog steeds niet dus zeg eens eerlijk: wat zeg je daar in godsnaam op??
'Wel ok' is vanzelfsprekend uit den boze. 'Niet echt goed' zet dan weer de poorten wagenwijd open naar een urenlange donderpreek. Wat je ook doet of zegt, je bent sowieso gejost.

Terug naar 2013. Sergio stelt mij diezelfde vraag en ik transformeer op slag in de onzekere veertienjarige die wéét dat ze met haar rug tegen de muur staat. Omdat de hele situatie duidelijk nog niet stresserend genoeg was, duwt de chef mij prompt een lepel dillecrème in de mond met als bevel:  'Proef hier nu eens zelf van'.
Op zo'n moment verdwijnen al je gedachten als sneeuw voor de zon. Je staat te trillen op je benen en langzaam dringt één slagzin zich dreunend en ritmisch door de watten die voorheen je hersenen waren:

'Alstublieft, laat er niets tussen mijn tanden zitten! Alstublieft laat er niets tussen mijn tanden zitten'.

Braaf opende ik mijn mondje voor het lepeltje en slikte mijn eigen probeersel gewillig door.

Sergio: 'En?'

Ik: (welbespraakt, barstend van zelfvertrouwend en scherp als een mes): 'Ik vind het... euhm... wel ok... denk ik....'

Sergio: 'Dat vind ik ook'.

De vuile sadist....

Onnodig u echter te melden dat uw nederige verslaggeefster zich op wolkjes naar huis begaf. Complimentjes van drie-sterrenchefs, ze staan qua verslavingsgehalte nét onder 'heroïne'.

Vanavond: Gert, hop en een ontroerende imitatie van Donald Muyle door mijnentwege ('Hoppeskeuten? Tès de truffl van West-Vloanderen é!)

Very classy, indeed!







3 opmerkingen:

  1. Chapeau, om onder zo'n stresserende omstandigheden, zo goed te blijven koken.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wow, ik zou door de grond zakken! Ik voel de spanning terwijl ik het lees, en kijk natuurlijk!

    BeantwoordenVerwijderen