Mijn moeder is lerares. Dat is een beroep waar men al eens laatdunkend over placht te doen. Met name wanneer het gaat over werk-en verlofuren. Laat ons elkaar geen mietje noemen. Het is waar dat een voltijdse werkweek in het onderwijs neerkomt op een halftijdse in elke andere arbeidsbranche. En wanneer ik stel dat leraren met hun slordige 100 verlofdagen per jaar een tikje boven het gemiddelde zitten, trap ik ook geen open deuren in.
Maar er is een andere kant aan de medaille. Vaak vergeet men dat het nobele beroep der leerkracht een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Niet alleen gaan veel ouders er de dag van vandaag gemakshalve van uit dat de opvoeding van hun kleine spruitjes wel op school zal gebeuren, leerkrachten hebben ook de taak onze maatschappij te voorzien van de volgende generatie arbeidskrachten. Men zou zelfs kunnen stellen dat de manier waarop zij les geven, voor een stuk de kwaliteit van die volgende generatie bepaalt en daarmee dus ook de kwaliteit van ons economisch stelsel. Niet geheel onbelangrijk allemaal.
Nu is mijn lieve moedertje zich terdege bewust van die enorme verantwoordelijkheid die op haar schouders rust. Niemand kan het haar dan ook kwalijk nemen dat ze af en toe eens flirt met de grens tussen rationele beheerstheid en burn-outachtige waanzin. Wanneer ze zich in deze laatste state of mind bevindt, tracht ik haar op te beuren met de gedachte dat je als leerkracht heel wat kan betekenen in het (toekomstige) leven van zo'n leerling. Haar manier van kennisoverdracht kan die leerling namelijk maken of kraken. Dit met de achterliggende gedachte dat wanneer je iemand een dergelijke macht toeschrijft, de arbeidsvreugde van die persoon pijlsnel de hoogte in gedreven wordt.
Nu heb ik weliswaar de neiging boutades van een ontstellend onwetenschappelijke kwaliteit in het rond te strooien maar wat mijn standpunt betreffende leerkrachten betreft, is het me bittere ernst. Ik spreek namelijk uit ervaring.
Zo kan ik me haarscherp herinneren welke leerkrachten zich met felicitaties van de jury aan hun pedagogische taak kwijten en welke ik vriendelijk- doch beslist- zou aanraden een carrièrewending te overwegen.
Om het helemaal persoonlijk te maken, nomineer ik voor beide categorieën graag volgende personen: mijnheer Johan Feys, leraar geschiedenis en mijnheer Patrick Van Hoorne, leraar wiskunde.
Het Gouden Krijtje gaat naar mijnheer Feys. Hij had de bovennatuurlijke gave om een klas 13-jarigen, wiens puisterige lichaampjes stuiterden van de razende hormonen, te enthousiasmeren voor de doldwaze strapatsen van Julius Caesar en diens kornuiten. Hij deed dat middels one-man-shows. Helemaal in zijn eentje stond hij vooraan in de klas en beeldde hij uit hoe een despoot uit lang vervlogen tijden geld aftroggelde van arme lijfeigenen of hoe Marcus Antonius het oude Egypte bestormde en de charismatische Cleopatra in katzwijm deed vallen voor zijn stoere charmes. Inderdaad, Mr. Feys deed alsof hij een flauw vallende vrouw was voor het kritische oog van een bende pubers en wij vonden het fantastisch. Zijn bijzondere lesmethode had zelfs tot gevolg dat je, eens de examenperiode was aangebroken, niet eens meer voor het vak hoefde te blokken. Spontaan verschenen mijnheers' hilarische sketches voor je geestesoog en daarmee ook de bijhorende kennis betreffende het onderwerp.
Briljant. Niets meer of minder dan dat.
Helaas zie ik mij genoodzaakt ook de andere categorie even te belichten. Mijnheer Van Hoorne, u krijgt van mij de Beschimmelde Bordenwisser. Ik wil niet onnodig beledigend zijn of u in kwalijke papieren brengen. Mogelijks heeft de tand des tijds u getransformeerd in een leerkracht die zijn leerlingen met zachte en gemoedelijke hand de beginselen der exacte wetenschappen bij brengt maar in mijn herinnering bent u een ietwat zielig mannetje met een diepdroevig modebewustzijn die zijn frustraties wegsteekt achter een masker van sadisme.
Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat de Nobele Tak der Wiskunde mij nooit heeft kunnen boeien, meer zelfs, tot op de dag van vandaag beginnen in mijn hoofd spontaan vogeltjes te fluiten wanneer woorden als 'algoritme' of 'integralen' terloops genoemd worden en aldus mijn vredige bestaan verstoren. Ik steek de schuld op mijn rechter pariëtale hersenkwab die waarschijnlijk schade heeft opgelopen toen de gynaecoloog mijn iets te dikke hoofd onzacht met een tang uit mijn moeder probeerde te verwijderen.
Ik heb nooit de schoonheid ingezien van een perfect wiskundig bewijs noch deel ik Pythagoras' obsessie voor driehoeken. Geef mij sprookjes, fabels en snedige geformuleerde zinnen en ik ben blij.
Het heeft er dan ook alle schijn van dat onze relatie reeds dood was voor ze kon opbloeien maar eerlijk mijnheer Van Hoorne, het was niet nodig om het mes er nog eens in rond te draaien.
Even onnodig als toen u er bij het klassikaal voorlezen van de resultaten op de herfstproef even goed ging voorzitten om de hele klas -inclusief mijn toenmalig object der affectie- mee te delen dat ik weer eens de helft niet had gehaald en u dat allerminst verbaasde.
Even overbodig als de vraag die daarop volgde: 'Of ik expres zo'n bedroevende resultaten behaalde om u te pesten'.
Ik was 12 jaar en ziekelijk verlegen. Denkt u nu écht dat ik opzettelijk Een Leraar tegen me in het harnas zou jagen? Vergeef me dat bij dergelijke praktijken het woord 'machtsmisbruik' door mijn hoofd schiet.
Maar wat u echt helemààl niet hoefde te doen was mijn -toen al bloedrode hoofd- nog een tikkeltje roder maken door mij de aller-aller-allerdomste leerling te noemen die u ooit bent tegen gekomen.
Wanneer men mij vraagt of ik dan helemaal geen zelfrespect heb, antwoord ik meestal volmondig 'neen' maar het gaat zelfs mij iets te ver om hier en nu te argumenteren dat ik niét de allerallerallerdomste ben.Vast en zeker zijn er nog één, misschien wel twee kindjes geweest zijn die het slechter deden dan ik. Ook denk ik dat u nogal kort door de bocht bent gegaan door dergelijke vermoedens uit te spreken, enkel en alleen op basis van mijn prestaties in de wiskundeles. Misschien was ik wel briljant op wiskundig vlak maar bezorgden uw fluorescerend witte kousen in uw paterssandalen mij steevast een intellectuele black-out?
In elk geval, mijnheer Van Hoorne, ik kan tal van mediërende factoren opsommen die doen vermoeden dat het hier niet om een causaal verband hoéft te gaan tussen mijn prestaties op uw vak en mijn eigen mentale capaciteiten.(*)
Ik ben ervan overtuigd dat u dat intussen ook inziet want ik wil écht niet hoeven te beweren dat u anders wel eens de aller-aller-allerdomste leraar zou kunnen zijn die ik ooit ben tegen gekomen. Dat zou namelijk erg onbeleefd zijn.
Maar goed. In elk geval:
een dikke proficiat aan beide winnaars!
(*) Jep, ik ben me ervan bewust dat ik moeilijke, statistische termen kwistig in het rond strooi. En jep, dat doe ik expres om te tonen dat ik dat kan.
Soit, ik denk dat ik graag zou lesgeven eigenlijk.
Recentelijk ontdekte ik, tijdens de workshops die ik regelmatig geef, dat het een zekere voldoening geeft om kennis door te geven.
Mag ik dat dan bij deze doen? Ik beloof plechtig dat, wanneer u niet onmiddellijk mee bent met de materie, ik u geen levenslang minderwaardigheidscomplex zal aanpraten.
Dus beste jongens en meisjes. We gaan het vandaag hebben over 'foodpairing'. Foodpairing gaat om het combineren van ingrediënten die samen fantastisch combineren en waarbij het geheel dus feitelijk meer wordt dan de som der delen.
Die combinaties kunnen voor de hand liggend zijn, met name wanneer je gelijkaardige smaken met elkaar combineert (aardse pastinaak met aard-appelen) of kunnen 'clashen' wanneer je contrasten gaat opzoeken (pikante chilipepers met zachte, zoete pompoen).
|
Hierbij dus een handig overzichtje van een 'foodpairing- tree'. Alle gelinkte ingrediënten voelen zich bijzonder goed in het gezelschap van pompoen. |
Wij gaan vandaag aan de slag met pompoenen. Niet alleen omdat het herfst is en ze de pompoenen nog net niet naar je kop smijten. Maar ook omdat ik deelneem aan de Libelle Lekker Foodblogwedstrijd.
Zonder verwachtingen, whatsoever, want laat ons eerlijk zijn, er zijn heel wat goede foodblogs die het net versieren tegenwoordig. En ook helemaal niet met de bedoeling om te winnen. Neenee, zo ben ik niet. Het is de uitdaging waar het mij om gaat! Die levensfilosofie waarbij je aanneemt dat de reis belangrijker is dan de bestemming. Ik koéster de Olympische gedachte die zegt dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Wat is een winnaar tenslotte? Zijn we niet allemaal winnaars?
Ok, dikke kul. Je kan er
dit fornuis mee winnen. Dus ja....
De eerste opdracht van de Libelle-mensen luidt: maak iets met pompoen.
Waarlijk, een kolfje naar mijn hand want laat pompoen (en met name de butternut) nu één van mijn lievelingsgroentes zijn. Dat, en het feit dat ik het woord 'wedstrijd' nog maar moet horen of ik verander in een immense streber die u niet één maar wel
3 recepten zal voorschotelen.
Allen dus gebaseerd op de foodpairingmethode.
De eerste twee recepten komen voort uit één heel simpel basisingrediënt, zijnde 'pompoenpuree'.
Pompoenpuree in blik is vooralsnog in onze contreien niet te verkrijgen maar dat is niet erg want je kan het dus heel gemakkelijk zelf maken én je vermijdt op die manier ook heel wat ongewenst e-tjes.
Goed. Let's cook.
Voor pompoenpuree heb je nodig:
- 1 butternutpompoen
- een beetje olijfolie
- zilverpapier
Snij de butternutpompoen open. Lepel de pitten (en die draderige drek) eruit. Besprenkel met olijfolie en 'plak' de helften weer aan elkaar. Wikkel de butternut in aluminiumfolie en laat deze rusten in een warme oven op 180° tot de butternut helemaal zacht en 'doorstekbaar' is.
(doorstekbaar is West-Vlaams voor: als je er met je mes inprikt, moet het mes als door boter glijden).
Nu heb ik het basisrecept heel 'basis' gehouden omdat we de puree ook gebruiken voor een dessert. Maar als je de puree enkel voor hartige doeleinden wil bezigen, dan kan je in de holte ook wat kruiden smokkelen zoals rozemarijn, tijm en een paar teentjes look.
Recept 1: Herfst- bruschetta
- enkele dikke snedes donker zuurdesembrood (natuurlijk mag je ander brood nemen maar ik vind dat zuurtje wel lekker in combinatie met zoete pompoen)
- een bakje gemengde boschampignons
- enkele eetlepels pompoenpuree
- een stukje harde kaas zoals parmezaan
- kruiden zoals peper, zout en naar smaak: tijm/rozemarijn/salie/....
- olijfolie
Besprenkel de snedes brood met olijfolie en rooster het brood in de oven (190°, boven-en onderverwarming of onder de grill).
Bak intussen de champignons. Zet een pan op het vuur, smelt daarin wat boter en olijfolie en bak de champignons kort op een hevig vuur. (leg niet te veel champignons in één keer in de pan anders geven ze hun vocht af en kook je ze in plaats van bakken)
Wanneer het brood krokant is (maar niet goudbruin), lepel je er de pompoenpuree over.
Schik de champignons op het broodje. Garneer met enkele krullen parmezaan en plaats de bruschetta nog even terug in de oven tot de kaas gesmolten is.
Kruid af met peper en zout en andere kruiden naar wens.
Als je decadent wil doen, kan je er altijd nog een beetje truffel over schaven. Dat zou heerlijk zijn maar als je denkt: 'fuck that, ik wil nog geld overhouden voor mijn pensioen later', dan volstaat een drupje truffel- of poricini olie (van goede kwaliteit).
Recept 2: Pompoenmuffins
'Very American' zo'n muffins met pompoenpuree. En ook een leuk idee om met de kindjes te maken op Halloween bijvoorbeeld. Aangezien het een Amerikaans recept is (losjes gebaseerd op
deze muffins, gebruik ik ook het 'cups' systeem.
En mag ik daar eens een woordje uitleg over geven? Die 'cups' hé, dat is verdomd gemakkelijk. Geen weegschaal nodig, enkel één tas die je als maateenheid neemt. Je moet dus geen échte cup hebben. Neem gewoon een soeptas en gebruik die om alles af te wegen. Zolang je maar dezelfde tas als referentie neemt, zullen de verhoudingen kloppen en kan er in principe niets mislopen.
Denk je nu 'jaja, dat zal wel', dan zet ik er speciaal voor u, mijn allerbeste scepticus, nog 'onze' grammen bij.
- 1.5 cups patisseriebloem (dus anderhalve tas oftewel 200 gram)
- 1 theelepel bakpoeder
- 1/2 theelepel grof zeezout (Maldon is ALTIJD de beste keuze)
- 1 theelepel koekkruiden (verkrijgbaar in Dille en Kamille, of gebruik alleen kaneel en nutmuskaat)
- 1 appel in blokjes gesneden
- een handjevol walnoten, grof gehakt
- 1 kop pompoenpuree (200 gram)
- 1/3 kop zachte boter (70 gram)
- 2 eieren
- 1 kop bruine suiker (200 gram, je mag iets minder nemen want zowel de appel als de pompoen hebben al een natuurlijke zoetheid)
Verwarm de oven op 180°.
Meng alle droge ingrediënten (dus bloem, bakpoeder, zout en kruiden) in één kom.
Meng de 'natte' ingrediënten in een andere kom (dus pompoenpuree, boter, eieren en suiker).
Voeg de natte bij de droge ingrediënten en meng kort (overmixen is verboden bij het maken van muffins omdat ze anders hun luchtigheid verliezen).
Meng er tot slot nog de noten en de appels onder en vul de muffinvormpjes voor 2/3.
Bak tot je geslaagd bent voor de priktest (dus als je met een mes prikt in je muffins en het mes komt er droog uit, dan zijn de muffins klaar). Dat zou ongeveer 20 minuten moeten duren, afhankelijk van hoe diep je muffinvormpjes zijn.
Recept 3. Pompoenfrietjes met geitenkaasdip
- 1/2 butternut
- een kopje Panko (Japans paneermeel dat zorgt voor een crunchier korstje dan gewoon paneermeel)
- 1 ei geklutst
- 2 eetlepels zachte geitenkaas (type Chavroux)
- 2 eetlepels zure room
- 1 eetlepel aïoli (mayonaise gemengd met wat lookpuree)
- 5 blaadjes verse salie
Snij de butternut in dikke frieten. Verwarm de oven voor en laat de frieten beetgaar worden in de oven. Ze mogen niet helemaal zacht zijn want anders kan je ze niet meer paneren. Afhankelijk van hoe goed je oven is, duurt dit 15-20 minuten.
Laat de frieten afkoelen en paneer ze vervolgens door ze eerst door het ei te halen en daarna door de panko.
Maak de dip: Versnipper de salie en meng alle ingrediënten onder elkaar. Verfris eventueel met wat limoensap.
Bak de frietjes goudbruin in de friteuse op 180°. Besprenkel met grof zeezout (Maldon is altijd het beste idee) en dien onmiddellijk op, samen met de dip.
En het kan niet op want...
Wat die pompoenpuree betreft, daar kan je alle kanten mee uit. Het kan tomatensaus vervangen in tal van recepten. Wat te denken van een herfstlasagne? De tomatensaus vervang je door pompoenpuree, je legt wat boschampignons tussen de lasagnevellen en in plaats van een bechamelsaus, gebruik je risotto (of mascarpone).
Of je maakt er een Speedy Pizza mee.Wie mijn boek heeft (en dat zijn naar ik vermoed cultureel hoogstaande, intellectuele en over het algemeen bijzonder aangename mensen), weet dat ik graag Libanees platbrood mag gebruiken als pizzabodem. In het boek staan de versies met auberginepuree en rode bietenhumus maar met het vallen van het blad, maak ik er graag eentje met pompoen. Besmeer de bodem met pompoenpuree, mik er wat schijfjes chorizo op. Rasp wat cheddar over het geheel en steek in een loeihete oven gedurende een 3-tal minuutjes. Voila, pizza!