2 januari 2015

Over te oud worden om goede voornemens te maken

En dan is er weer januari. Met voorspong mijn minst favoriete tijd van het jaar. De tijd van zelfkastijding en zelfonthouding. De tijd waarin ik me jammerend over mijn weegschaal buig half-en-half in de overtuiging dat het ding naar de knoppen is want niémand kan toch in zo'n korte tijd zovéél bijkomen? (toch wel)

De tijd waarin ik met stijgende verbazing mijn rekeninguittreksels overschouw en uitroep: Iemand heeft mijn mastercard gestolen en is zich te buiten gegaan in de ZARA! Bel de politie! Tot Tentman me stilzwijgend meetroont naar mijn kleerkast, me nuchter wijst het hele scala aan pas aangeworven (feest)kledij (waar ik me momenteel ironisch genoeg niet meer kan inwringen) en ik besef dat ik diegene ben geweest die me met een maniakale verbetenheid heb overgegeven aan spilziek consumptiegedrag. 
De tijd waarin ik de balans opmaak van het afgelopen jaar - en bij uitbreiding mijn leven tot nu toe- en niet anders kan dan tot de conclusie komen dat het allemaal hopeloos ontoereikend is.

Om de één of andere reden is het dit jaar nog erger dan anders en ik vermoed dat dat te maken heeft met het feit dat ik eind december de kaap van dertig ben gepasseerd. Graag was ik iemand geweest die deze gebeurtenis met een air van stilzwijgende levenswijsheid en klasse kon aanvaarden maar helaas. De hele dag was één jammerend klaagzang met mantra's zoals daar zijn: 'Ik ben een dikke, waardeloze mislukkeling' en 'Vanaf nu gaat het alleen nog maar bergaf' Onderwijl snikkend 'it's the final countdown' neuriënd.

Ouder worden. Het is een geruisloze sluipschutter. Ik weet niet precies wanneer het is gebeurd maar ergens, onderweg heb ik de overgang gemaakt van een onzekere, neurotische puber naar een onzekere, neurotische volwassene. Met elke seconde die wegtikt, raak ik steeds verder en verder verwijderd van al wat jong en modieus is.

Enkele voorbeelden van dit aftakelingsproces:

- De dagen tussen kerst en nieuw heb ik doorgebracht in Berlijn en ben ik elke avond omstreeks 21h30 gaan slapen 'omdat ik kapot was van al het wandelen'.

- Tijdens het shoppen moet ik bepaalde sectoren van de winkel links laten liggen wegens 'te jong voor mij' (geloof me, niets zieliger dan een dertigplusser die denkt dat ze weg geraakt met hotpants boven een panty)

- Ik hoor mezelf dingen beweren als: 'Waarom kunnen café's nu eens geen goéde wijn verkopen? Zo'n Chileense Chardonnay van 2009 kost de wereld niet hoor.'

- Ik ben laatst een gesprek begonnen met de woorden 'De jeugd van tegenwoordig...'

Vaak proberen vrienden me op te monteren door te zeggen dat ze 'zich nog nooit zo goed in hun vel hebben gevoeld als nu ze dertig zijn'. Dat kan dan wel waar zijn voor hen maar voor mij is dat zeker niet het geval. En ik kan dat statistisch staven want naar mijn gevoel is er een correlatie tussen dertig en zestien zijn maar dan in omgekeerde richting. Je lichaam en geest vertonen een heel spectrum aan ongewenste en oncontroleerbare neigingen. Zo kiest mijn lichaam er bijvoorbeeld voor om op zaterdagavond thuis in de zetel te hangen in plaats van te gaan bingedrinken in een smerig en donker drankhol. En er is niéts dat ik daar tegen kan doen.

Vroeger dacht ik dat ouder worden met een troostprijs kwam genaamd 'levenswijsheid' en dat ik in die fase van mijn leven een stijlvolle volwassene zou zijn die alles in haar leven mooi op een rijtje heeft. Nu denk ik dat dit een utopie was. Ik voel me namelijk nog bijna even verward en stuurloos als toen ik negentien jaar was. Met steeds toenemende wanhoop wacht ik op het moment waarop ik me daadwerkelijk volwassen voél en het niet alleen in cijfers ben. Helaas denk ik dat ik, dankzij mijn talrijke neurosen, rechtstreeks van de puberteit de menopauze zal inkukelen.

Of is een dergelijk besef datgene wat men 'levenswijsheid' placht te noemen?

Nu heeft ouder worden natuurlijk ook wel een paar voordelen. Zo kan je bijvoorbeeld in échte restaurants gaan eten in plaats van je culinaire verlangens te bevredigen middels de pitabar/afhaalchinees. Hoewel ik er nog niet uit ben of ik het feit dat ze in dergelijke etablissementen nooit mijn identiteitskaart vragen als bewijs van mijn volwassenheid nu een gemak dan wel een belediging vind.

Ik presenteer u:

Mijn persoonlijke top 4 van 2014
(er is geen enkele reden waarom een 'top' altijd uit drie/tien of honderd moet bestaan. 'Vier' is een evengoed cijfer als al die andere).

Op nummer 4: La durée in Izegem alwaar chef Angelo Rosseel de klassieke keuken als uitgangspunt neemt en die een hedendaagse bolwassing geeft. 



Resultaat zijn frisse, zeer aantrekkelijk ogende gerechtjes die voor een feest in de mond zorgen. Een eervolle vermelding ook voor de sommelier die al die lekkernijen nog een niveautje hoger duwt door ze te pairen met de heerlijkste wijnen.



Op nummer 3: Boury in Roeselare waar de immer minzaam glimlachende gastvrouw je onthaalt in een uitgepuurd - eerder klassiek- kader en chef Tim Boury met respect voor pure en eerlijke basisingrediënten zijn culinaire talent tentoonspreidt. Extra puntjes voor de overheerlijke (en originele) amuses. 


Op nummer 2: De Wulf in Dranouter. Met veel plezier toog ik er afgelopen jaar voor een tweede maal heen en mocht ik tot mijn genoegen vaststellen dat de tijd geen loopje had genomen met mijn herinneringen. 




Nergens zijn rock 'n roll en mondstrelende verwennerijen zo'n dikke vriendjes als bij Kobe Desramault. Two thumbs way up voor het huisgemaakte brood + smout waar ik me (letterlijk) te pletter aan kan eten.

Op nummer 1 (het was te denken): The Jane in Antwerpen.


Echt waar mensen, ik ben helemaal geen persoon om me over te geven aan idolatrie (mijn vader zegt altijd: 'als hij naar't WC gaat riekt het niet beter dan bij een anderen hoor') maar mocht iemand een godsdienst willen oprichten rond Sergio en Nick Bril dan bekeer ik me terstond. Ter illustratie: ik was er met mijn grootouders. Echte West-Vlaamse,  hardwerkende mensen voor wie De Patat nog steeds het hoogtepunt van de maaltijd vormt en die al hun hele leven op zondag rosbief met erwtjes eten. Diezelfde mensen kregen in The Jane een hapje op basis van tofu geserveerd en ZE VONDEN HET HEERLIJK. Ok, ze wisten niet dat het tofu was en ik durfde het ook niet echt te zeggen maar doe het maar eens hé.


 De hele maaltijd was een compositie van pure, frisse smaken bestaande uit harmonieuze -doch gedurfde- componenten die ervoor zorgden dat ik op het einde van het gebeuren niet goed wist of ik nu dankbaar moest zijn voor al die culinaire genialiteit of teleurgesteld omdat het allemaal zo snel afgelopen was (en ik weer maanden voor de computer mag bivakkeren in hoop dat ik ergens voor mijn pensioen nog eens reservatie kan versieren). Ergens na het derde hapje ben ik gestopt met het analyseren van wat ik op mijn bord kreeg en heb ik me gewoon overgegeven aan al wat mijn smaakpapillen beroerde. 

Misschien ben ik gewoon te ongeletterd om in woorden te beschrijven hoe heerlijk het allemaal was maar ik persoonlijk vond dat ik door het uitstoten van klanken toch beter de essentie van de gewaarwording kon vatten. De extra puntjes (en dan hebben we het over felicitaties van de jury in plaats van grote onderscheiding) gaan natuurlijk naar het decor. Geen betere omgeving om de goddelijkheid van de gerechten te onderschrijven dan Sergio's persoonlijke culinaire tempel. 


Toch goed om op mijn gevorderde leeftijd te mogen ervaren dat verwondering niet iets is wat exclusief tot de kindertijd behoort. 






20 november 2014

Lijn-vriendelijk broodje

De weegschaal helt de laatste tijd iets te ver over naar de verkeerde kant en met de feestdagen in het vooruitzicht, leek het me opportuun een algehele teloorgang zoveel mogelijk tegen te gaan. Gezien mijn spectaculaire gebrek aan zelf-discipline op vlak van eten, drong een vorm van externe controle zich op:  Tentman.



De scène: Tentman en ik hangen zo'n beetje in de zetel, lamlendig naar de buis te gapen. Helemaal yolo zoals het trendy jonge mensen betaamt.

De dialoog:
Ik: Je moet me vanaf nu niet meer Stephie noemen maar Spekzeug.
TM: (...) euhm. Pardon?
Ik: Spekzeug. Zo moet je me noemen vanaf nu.
TM: Waarom?
Ik: Omdat ik verdikt ben.
TM * opdreunend*: HelemaalnietDaarIsHelemaalNietsVanTezien.JeBentEenStokje.IkKanJe ZoIn TweeBreken

Tentman blijkt uitstekend geconditioneerd.

Ik: Jaja, whatever. Ik kan niet meer in De Magere Broek dus ja. De koelkast steekt vol met chocolade en picknicken van Sint Maarten. Ik ken mezelf, ik ga me niet kunnen inhouden, het zal uitlopen op van die gênante binge-eating festijnen gevolgd door een golf aan zelfhaat en dat wil ik liever vermijden. Daarom heb ik jou nodig. Jij moet, iedere keer als ik naar de koelkast/voorraadkast loop om me weer vol te steken, zeggen: 'Hei, Spekzeug. Zou je geen worteltje nemen in de plaats, jij vetnoedel?'
TM: euhm... liever niet.
Ik: Waarom niet?
TM: Ik ben bang dat je me dan zal slaan. .
Ik: Natuurlijk niet.
TM: Ik denk toch dat ik het risico liever niet neem.
Ik: Ik zweer dat ik niet zal slaan. Trouwens, je moet het niet alleen voor mij doen. Ook een beetje voor jezelf. Want zie je, als je me niet tegen houdt, dan zal ik me blijven volproppen en voor je het weet zie ik eruit als zo'n personage uit die film 'FEED'. Je weet wel die ene die we na vijf minuten moesten afzetten omdat jij dacht dat je ging moeten overgeven.
TM: Maakt niet uit hoe dik je bent, ik ga je toch graag zien hoor....

Weliswaar het topantwoord maar erg zeker van zijn stuk klonk hij toch al niet meer. Die film - of toch de eerste vijf minuten- had dan ook een enorme indruk op Tentman nagelaten. 

Ik: (met zo'n piepstemmetje): "Feeeeeeeed meeeeee'
TM *krimpt in elkaar en duwt beide vuistjes tegen zijn oren* Tis al goed.

Een uur later.
Ik sta recht en loop naar de koelkast.

TM: *met een aarzelend stemmetje* Hei, Spekzeug, zou je dat wel doen?
Ik: Ik ging gewoon een tas thee nemen... Maar dank voor de bezorgdheid.
TM: *al met iets meer bravoure* Hopelijk niet met honing want daar word je dik van, vetlap.
Ik: Het was 'vetnoedel'... en tis goed hoor.
TM: *met een vrolijke arrogantie* Ok. Zeug. Wil je een chocolaatje meebrengen voor mij?
Ik: Steek je chocolaatje in je hol

Tot zover het experiment.

Natuurlijk wéét ik dat jezelf een paar weken alles ontzeggen om dan weer aan het vreten te slaan niet de oplossing is. Natuurlijk wéét ik ook dat je niet mag spreken van 'dieet'. Je zegt beter 'een andere levensstijl'.
Maar dat is zo verdomd deprimerend en uitzichtloos. Soms kan ik niet wachten tot ik oud ben. Dan ben je toch afgeschreven voor de maatschappij en maakt het niemand nog een ruk uit of je slank of dik bent. Bijgevolg kan je je dus schaamteloos volproppen met frieten, wafels en botercroissants. 
Alleen jammer dat je spijsvertering dan naar het schijnt niet helemaal meer op punt staat waardoor je alleen nog maar gepureerde groenten kan verdragen en rond de middag moet stoppen met eten omdat je anders de hele nacht last hebt van't zuur.
Ook nog: boven de zeventig beschouwt iedereen je sowieso als dement en gaan ze tegen je praten alsof je drie  bent. Dat ga ik zo beledigend vinden dat ik waarschijnlijk iedereen die dat waagt met mijn looprek tegen de grond ga meppen.
Tenslotte moet ik toegeven dat ik nu al een tijdje gedeprimeerd rond loop omdat ik binnen een kleine maand dertig kaarsjes mag uitblazen. Dus dat hele 'waardig oud worden' zit er voor mij ook al niet meer in.

De verantwoorde, gezonde levensstijl dan maar. Gelukkig is dat zo'n trend tegenwoordig dat het web barst van koolhydraatarme receptjes die de moeite waard zijn.
Onderstaand meelvrije broodje is er één van.

De voordelen zijn niet te overzien:

- Het bestaat uit een handvol ingrediënten die dan ook nog eens makkelijk te vinden zijn.
- Je kan het binnen de vijf minuten samen stellen.
- Restjes laten zich uitstekend invriezen
- Het hoofdingrediënt is lijnzaad wat extreem bevorderlijk is voor de spijsvertering. En iedereen weet dat een goede spijsvertering een voorwaarde is voor een strak lijf (dixit elke willekeurige Hollywoodster die 'natuurlijk geen plastische chirurgie heeft ondergaan maar bij wie het gewoon een kwestie is van goede genen en een vlotte spijsvertering'.... Tuurlijk lieverd...)
- Het is echt écht lekker. Vooral wanneer je een sneetje besmeert met zo'n twee centimeter  gezouten roomboter.




Ik leerde het recept kennen via Lieve (met wie ik trouwens samen workshops geef die ik zo leuk vind om te organiseren dat ik het zo vaak doe dat er haast geen tijd over schiet om te bloggen. Niet dat ik excuses aan het verzinnen ben hoor).
Lieve had het dan weer uit het boek 'The Real Meal Revolution'. Een boek gebaseerd op de theorie van Banting (waar vermoedelijk ook Pascale Naessens de mosterd haalde).


Wat heb je nodig?

- 170 gram lijnzaad
- 5 eiwitten
- 2 eierdooiers
- 125 ml water
- 5 eetlepels kokosolie (je mag ook gewone olie nemen)
- een snuifje Maldon (of fleur de sel)
- 1 kl bakpoeder of bicarbonaat
- 1 kl honing/ zoetstof

Hoe doe je het?

Meng alle ingrediënten onder elkaar in een blender. Giet het mengsel in een beboterde bakvorm en bak in de oven op 180° tot de prikker er droog weer uitkomt. Dat zou zo'n halfuurtje moeten duren.
Zowel warm als koud laat dit 'brood' zich uitstekend degusteren.







11 oktober 2014

Over lesgeven, foodpairing, pompoenen en deelnemen aan wedstrijden

Mijn moeder is lerares. Dat is een beroep waar men al eens laatdunkend over placht te doen. Met name wanneer het gaat over werk-en verlofuren. Laat ons elkaar geen mietje noemen. Het is waar dat een voltijdse werkweek in het onderwijs neerkomt op een halftijdse in elke andere arbeidsbranche. En wanneer ik stel dat leraren met hun slordige 100 verlofdagen per jaar een tikje boven het gemiddelde zitten, trap ik ook geen open deuren in.

Maar er is een andere kant aan de medaille. Vaak vergeet men dat het nobele beroep der leerkracht een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Niet alleen gaan veel ouders er de dag van vandaag gemakshalve van uit dat de opvoeding van hun kleine spruitjes wel op school zal gebeuren, leerkrachten hebben ook de taak onze maatschappij te voorzien van de volgende generatie arbeidskrachten. Men zou zelfs kunnen stellen dat de manier waarop zij les geven, voor een stuk de kwaliteit van die volgende generatie bepaalt en daarmee dus ook de kwaliteit van ons economisch stelsel. Niet geheel onbelangrijk allemaal.

Nu is mijn lieve moedertje zich terdege bewust van die enorme verantwoordelijkheid die op haar schouders rust. Niemand kan het haar dan ook kwalijk nemen dat ze af en toe eens flirt met de grens tussen rationele beheerstheid en burn-outachtige waanzin. Wanneer ze zich in deze laatste state of mind bevindt, tracht ik haar op te beuren met de gedachte dat je als leerkracht heel wat kan betekenen in het (toekomstige) leven van zo'n leerling. Haar manier van kennisoverdracht kan die leerling namelijk maken of kraken. Dit met de achterliggende gedachte dat wanneer je iemand een dergelijke macht toeschrijft, de arbeidsvreugde van die persoon pijlsnel de hoogte in gedreven wordt.

Nu heb ik weliswaar de neiging boutades van een ontstellend onwetenschappelijke kwaliteit in het rond te strooien maar wat mijn standpunt betreffende leerkrachten betreft, is het me bittere ernst. Ik spreek namelijk uit ervaring.

Zo kan ik me haarscherp herinneren welke leerkrachten zich met felicitaties van de jury aan hun pedagogische taak kwijten en welke ik vriendelijk- doch beslist- zou aanraden een carrièrewending te overwegen.

Om het helemaal persoonlijk te maken, nomineer ik voor beide categorieën graag volgende personen: mijnheer Johan Feys, leraar geschiedenis en mijnheer Patrick Van Hoorne, leraar wiskunde.

Het Gouden Krijtje gaat naar mijnheer Feys. Hij had de bovennatuurlijke gave om een klas 13-jarigen, wiens puisterige lichaampjes stuiterden van de razende hormonen, te enthousiasmeren voor de doldwaze strapatsen van Julius Caesar en diens kornuiten. Hij deed dat middels one-man-shows. Helemaal in zijn eentje stond hij vooraan in de klas en beeldde hij uit hoe een despoot uit lang vervlogen tijden geld aftroggelde van arme lijfeigenen of hoe Marcus Antonius het oude Egypte bestormde en de charismatische Cleopatra in katzwijm deed vallen voor zijn stoere charmes. Inderdaad, Mr. Feys deed alsof hij een flauw vallende vrouw was voor het kritische oog van een bende pubers en wij vonden het fantastisch. Zijn bijzondere lesmethode had zelfs tot gevolg dat je, eens de examenperiode was aangebroken, niet eens meer voor het vak hoefde te blokken. Spontaan verschenen mijnheers' hilarische sketches voor je geestesoog en daarmee ook de bijhorende kennis betreffende het onderwerp.
Briljant. Niets meer of minder dan dat.

Helaas zie ik mij genoodzaakt ook de andere categorie even te belichten. Mijnheer Van Hoorne, u krijgt van mij de Beschimmelde Bordenwisser. Ik wil niet onnodig beledigend zijn of u in kwalijke papieren brengen. Mogelijks heeft de tand des tijds u getransformeerd in een leerkracht die zijn leerlingen met zachte en gemoedelijke hand de beginselen der exacte wetenschappen bij brengt maar in mijn herinnering bent u een ietwat zielig mannetje met een diepdroevig modebewustzijn die zijn frustraties wegsteekt achter een masker van sadisme.

Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat de Nobele Tak der Wiskunde mij nooit heeft kunnen boeien, meer zelfs, tot op de dag van vandaag beginnen in mijn hoofd spontaan vogeltjes te fluiten wanneer woorden als 'algoritme' of 'integralen' terloops genoemd worden en aldus mijn vredige bestaan verstoren. Ik steek de schuld op mijn rechter pariëtale hersenkwab die waarschijnlijk schade heeft opgelopen toen de gynaecoloog mijn iets te dikke hoofd onzacht met een tang uit mijn moeder probeerde te verwijderen.
Ik heb nooit de schoonheid ingezien van een perfect wiskundig bewijs noch deel ik Pythagoras' obsessie voor driehoeken. Geef mij sprookjes, fabels en snedige geformuleerde zinnen en ik ben blij.
Het heeft er dan ook alle schijn van dat onze relatie reeds dood was voor ze kon opbloeien maar eerlijk mijnheer Van Hoorne, het was niet nodig om het mes er nog eens in rond te draaien.

Even onnodig als toen u er bij het klassikaal voorlezen van de resultaten op de herfstproef even goed ging voorzitten om de hele klas -inclusief mijn toenmalig object der affectie- mee te delen dat ik weer eens de helft niet had gehaald en u dat allerminst verbaasde.
Even overbodig als de vraag die daarop volgde: 'Of ik expres zo'n bedroevende resultaten behaalde om u te pesten'.
Ik was 12 jaar en ziekelijk verlegen. Denkt u nu écht dat ik opzettelijk Een Leraar tegen me in het harnas zou jagen? Vergeef me dat bij dergelijke praktijken het woord 'machtsmisbruik' door mijn hoofd schiet.
Maar wat u echt helemààl niet hoefde te doen was mijn -toen al bloedrode hoofd- nog een tikkeltje roder maken door mij de aller-aller-allerdomste leerling te noemen die u ooit bent tegen gekomen.

Wanneer men mij vraagt of ik dan helemaal geen zelfrespect heb, antwoord ik meestal volmondig 'neen' maar het gaat zelfs mij iets te ver om hier en nu te argumenteren dat ik niét de allerallerallerdomste ben.Vast en zeker zijn er nog één, misschien wel twee kindjes geweest zijn die het slechter deden dan ik. Ook denk ik dat u nogal kort door de bocht bent gegaan door dergelijke vermoedens uit te spreken, enkel en alleen op basis van mijn prestaties in de wiskundeles. Misschien was ik wel briljant op wiskundig vlak maar bezorgden uw fluorescerend witte kousen in uw paterssandalen mij steevast een intellectuele black-out?

In elk geval, mijnheer Van Hoorne, ik kan tal van mediërende factoren opsommen die doen vermoeden dat het hier niet om een causaal verband hoéft te gaan tussen mijn prestaties op uw vak en mijn eigen mentale capaciteiten.(*)
Ik ben ervan overtuigd dat u dat intussen ook inziet want ik wil écht niet hoeven te beweren dat u anders wel eens de aller-aller-allerdomste leraar zou kunnen zijn die ik ooit ben tegen gekomen. Dat zou namelijk erg onbeleefd zijn.
Maar goed. In elk geval: een dikke proficiat aan beide winnaars!

 (*) Jep, ik ben me ervan bewust dat ik moeilijke, statistische termen kwistig in het rond strooi. En jep, dat doe ik expres om te tonen dat ik dat kan.


Soit, ik denk dat ik graag zou lesgeven eigenlijk.

Recentelijk ontdekte ik, tijdens de workshops die ik regelmatig geef, dat het een zekere voldoening geeft om kennis door te geven.

Mag ik dat dan bij deze doen? Ik beloof plechtig dat, wanneer u niet onmiddellijk mee bent met de materie, ik u geen levenslang minderwaardigheidscomplex zal aanpraten.

Dus beste jongens en meisjes. We gaan het vandaag hebben over 'foodpairing'. Foodpairing gaat om het combineren van ingrediënten die samen fantastisch combineren en waarbij het geheel dus feitelijk meer wordt dan de som der delen.
Die combinaties kunnen voor de hand liggend zijn, met name wanneer je gelijkaardige smaken met elkaar combineert (aardse pastinaak met aard-appelen) of kunnen 'clashen' wanneer je contrasten gaat opzoeken (pikante chilipepers met zachte, zoete pompoen).

Hierbij dus een handig overzichtje van een 'foodpairing- tree'. Alle gelinkte ingrediënten voelen zich bijzonder goed in het gezelschap van pompoen. 


Wij gaan vandaag aan de slag met pompoenen. Niet alleen omdat het herfst is en ze de pompoenen nog net niet naar je kop smijten. Maar ook omdat ik deelneem aan de Libelle Lekker Foodblogwedstrijd.
Zonder verwachtingen, whatsoever, want laat ons eerlijk zijn, er zijn heel wat goede foodblogs die het net versieren tegenwoordig. En ook helemaal niet met de bedoeling om te winnen. Neenee, zo ben ik niet. Het is de uitdaging waar het mij om gaat! Die levensfilosofie waarbij je aanneemt dat de reis belangrijker is dan de bestemming. Ik koéster de Olympische gedachte die zegt dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Wat is een winnaar tenslotte? Zijn we niet allemaal winnaars?

Ok, dikke kul. Je kan er dit fornuis mee winnen. Dus ja....

De eerste opdracht van de Libelle-mensen luidt: maak iets met pompoen.


Waarlijk, een kolfje naar mijn hand want laat pompoen (en met name de butternut) nu één van mijn lievelingsgroentes zijn. Dat, en het feit dat ik het woord 'wedstrijd' nog maar moet horen of ik verander in een immense streber die u niet één maar wel 3 recepten zal voorschotelen.

Allen dus gebaseerd op de foodpairingmethode.

De eerste twee recepten komen voort uit één heel simpel basisingrediënt, zijnde 'pompoenpuree'.
Pompoenpuree in blik is vooralsnog in onze contreien niet te verkrijgen maar dat is niet erg want je kan het dus heel gemakkelijk zelf maken én je vermijdt op die manier ook heel wat ongewenst e-tjes.

Goed. Let's cook.

Voor pompoenpuree heb je nodig:

- 1 butternutpompoen
- een beetje olijfolie
- zilverpapier

Snij de butternutpompoen open. Lepel de pitten (en die draderige drek) eruit. Besprenkel met olijfolie en 'plak' de helften weer aan elkaar. Wikkel de butternut in aluminiumfolie en laat deze rusten in een warme oven op 180° tot de butternut helemaal zacht en 'doorstekbaar' is.
(doorstekbaar is West-Vlaams voor: als je er met je mes inprikt, moet het mes als door boter glijden).

Nu heb ik het basisrecept heel 'basis' gehouden omdat we de puree ook gebruiken voor een dessert. Maar als je de puree enkel voor hartige doeleinden wil bezigen, dan kan je in de holte ook wat kruiden smokkelen zoals rozemarijn, tijm en een paar teentjes look.

Recept 1: Herfst- bruschetta



- enkele dikke snedes donker zuurdesembrood (natuurlijk mag je ander brood nemen maar ik vind dat zuurtje wel lekker in combinatie met zoete pompoen)
- een bakje gemengde boschampignons
- enkele eetlepels pompoenpuree
- een stukje harde kaas zoals parmezaan
- kruiden zoals peper, zout en naar smaak: tijm/rozemarijn/salie/....
- olijfolie

Besprenkel de snedes brood met olijfolie en rooster het brood in de oven (190°, boven-en onderverwarming of onder de grill).
Bak intussen de champignons. Zet een pan op het vuur, smelt daarin wat boter en olijfolie en bak de champignons kort op een hevig vuur. (leg niet te veel champignons in één keer in de pan anders geven ze hun vocht af en kook je ze in plaats van bakken)
Wanneer het brood krokant is (maar niet goudbruin), lepel je er de pompoenpuree over.
Schik de champignons op het broodje. Garneer met enkele krullen parmezaan en plaats de bruschetta nog even terug in de oven tot de kaas gesmolten is.
Kruid af met peper en zout en andere kruiden naar wens.

Als je decadent wil doen, kan je er altijd nog een beetje truffel over schaven. Dat zou heerlijk zijn maar als je denkt: 'fuck that, ik wil nog geld overhouden voor mijn pensioen later', dan volstaat een drupje truffel- of poricini olie (van goede kwaliteit).


Recept 2: Pompoenmuffins



'Very American' zo'n muffins met pompoenpuree. En ook een leuk idee om met de kindjes te maken op Halloween bijvoorbeeld. Aangezien het een Amerikaans recept is (losjes gebaseerd op deze muffins, gebruik ik ook het 'cups' systeem.
En mag ik daar eens een woordje uitleg over geven? Die 'cups' hé, dat is verdomd gemakkelijk. Geen weegschaal nodig, enkel één tas die je als maateenheid neemt. Je moet dus geen échte cup hebben. Neem gewoon een soeptas en gebruik die om alles af te wegen. Zolang je maar dezelfde tas als referentie neemt, zullen de verhoudingen kloppen en kan er in principe niets mislopen.
Denk je nu 'jaja, dat zal wel', dan zet ik er speciaal voor u, mijn allerbeste scepticus, nog 'onze' grammen bij.

- 1.5 cups patisseriebloem (dus anderhalve tas oftewel 200 gram)
- 1 theelepel bakpoeder
- 1/2 theelepel grof zeezout (Maldon is ALTIJD de beste keuze)
- 1 theelepel koekkruiden (verkrijgbaar in Dille en Kamille, of gebruik alleen kaneel en nutmuskaat)
- 1 appel in blokjes gesneden
- een handjevol walnoten, grof gehakt
- 1 kop pompoenpuree (200 gram)
- 1/3 kop zachte boter (70 gram)
- 2 eieren
- 1 kop bruine suiker (200 gram, je mag iets minder nemen want zowel de appel als de pompoen hebben al een natuurlijke zoetheid)

Verwarm de oven op 180°.
Meng alle droge ingrediënten (dus bloem, bakpoeder, zout en kruiden) in één kom.
Meng de 'natte' ingrediënten in een andere kom (dus pompoenpuree, boter, eieren en suiker).
Voeg de natte bij de droge ingrediënten en meng kort (overmixen is verboden bij het maken van muffins omdat ze anders hun luchtigheid verliezen).
Meng er tot slot nog de noten en de appels onder en vul de muffinvormpjes voor 2/3.
Bak tot je geslaagd bent voor de priktest (dus als je met een mes prikt in je muffins en het mes komt er droog uit, dan zijn de muffins klaar). Dat zou ongeveer 20 minuten moeten duren, afhankelijk van hoe diep je muffinvormpjes zijn.

Recept 3. Pompoenfrietjes met geitenkaasdip



- 1/2 butternut
- een kopje Panko (Japans paneermeel dat zorgt voor een crunchier korstje dan gewoon paneermeel)
- 1 ei geklutst
- 2 eetlepels zachte geitenkaas (type Chavroux)
- 2 eetlepels zure room
- 1 eetlepel aïoli (mayonaise gemengd met wat lookpuree)
- 5 blaadjes verse salie

Snij de butternut in dikke frieten. Verwarm de oven voor en laat de frieten beetgaar worden in de oven. Ze mogen niet helemaal zacht zijn want anders kan je ze niet meer paneren. Afhankelijk van hoe goed je oven is, duurt dit 15-20 minuten.
Laat de frieten afkoelen en paneer ze vervolgens door ze eerst door het ei te halen en daarna door de panko.
Maak de dip: Versnipper de salie en meng alle ingrediënten onder elkaar. Verfris eventueel met wat limoensap.
Bak de frietjes goudbruin in de friteuse op 180°. Besprenkel met grof zeezout (Maldon is altijd het beste idee) en dien onmiddellijk op, samen met de dip.

En het kan niet op want...

Wat die pompoenpuree betreft, daar kan je alle kanten mee uit. Het kan tomatensaus vervangen in tal van recepten. Wat te denken van een herfstlasagne? De tomatensaus vervang je door pompoenpuree, je legt wat boschampignons tussen de lasagnevellen en in plaats van een bechamelsaus, gebruik je risotto (of mascarpone).

Of je maakt er een Speedy Pizza mee.Wie mijn boek heeft (en dat zijn naar ik vermoed cultureel hoogstaande, intellectuele en over het algemeen bijzonder aangename mensen), weet dat ik graag  Libanees platbrood mag gebruiken als pizzabodem. In het boek staan de versies met auberginepuree en rode bietenhumus maar met het vallen van het blad, maak ik er graag eentje met pompoen. Besmeer de bodem met pompoenpuree, mik er wat schijfjes chorizo op. Rasp wat cheddar over het geheel en steek in een loeihete oven gedurende een 3-tal minuutjes. Voila, pizza!  






29 september 2014

Over snelle technologie en traag koken

Toen ik in het tweede middelbaar zat, kreeg ik voor het eerst computerles. Computers wogen toen nog iets meer dan de 0.5 gram die ze nu wegen en ze waren ook een klein beetje dikker. Laat ons zeggen dat je ze niet in 1, 2, 3 in je handtas stak. Het was in datzelfde computer- leslokaal dat ik tot het besef kwam dat ik naar alle waarschijnlijkheid geen vrouwelijke Bill Gates zou worden.
Dat besef kwam er mede door mijn leraar technologie die mij vriendelijk wees op mijn technologisch beperkingen. Iedere les opnieuw.

Ik meen me te herinneren dat de leraar in kwestie Mr. Huys heette. En Mr. Huys was een sadist. Of een vrouwenhater. Beide kan ook. Hij sprak mij bij voorkeur aan met 'Dolle Mina', verwijzend naar een feministische groep die begin jaren '70 actie voerde voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Niet bepaald een belediging, achteraf gezien, maar Mr. Huys deed het toen wel zo klinken.

Elke keer dat ik een fout in de les maakte, wat ongeveer om de tien minuten gebeurde, riep mijnheer voor de hele klas dat 'de dolle mina hier vooraan weer niet mee was en of iemand zo vriendelijk wilde zijn mij eens te helpen'. Nu was ik in de veronderstelling dat zoiets tot het takenpakket van de leraar behoorde maar  het zal wellicht mijn vrouwelijke muizenbrein geweest zijn dat mij misleidde. Wat de computerles in de late jaren '90 precies inhield, ben ik vergeten - uit angst of omdat het de gortdroogste materie ever was- wie zal het zeggen.

Het had in elk geval niets te maken met wegwijs raken uit het doolhof genaamd 'Sociale Media'. Eén: omdat het Mijnheer Huys zijn missie was om iedereen binnen de vijf minuten in slaap te laten vallen en spannende onderwerpen zoals bovengenoemde dus niet aan de orde waren. Twee: omdat Facebook en co toen eigenlijk ook nog niet bestonden.

Maar goed. Mochten ze toch bestaan hebben, dan had Mr. Huys er misschien wel goed aangedaan ons daarin een beetje wegwijs te maken want het zou me 15 jaar later (*aaauuw*) waarschijnlijk een zoveelste technologische vernedering bespaard hebben.

Volg even volgende conversatie die enkele weken geleden plaats vond tussen mijn -12 jaar jongere- broer en ik. We waren gezellig op Facebook een beetje aan het keuvelen (broer vertoefde toen in het buitenland om zijn mooie smoeltje te promoten en we waren gezellig een beetje aan het chatten op facebook) toen hij opeens zei:

Broer: Face time me es
Ik: Robbert!!! Ik ben wel je zus hé! Zo'n dingen zeg je niet....
Broer: Is hetzelfde als skype. Skype me
Ik: Ok! (van skype had ik al eens gehoord. Voor de dino's onder ons: dat is bellen via de computer)
Broer: Das met de macbook of ipad of iphone dat je dat moet doen
Ik: Ok!! Ik ga nu proberen!! Mocht je me opeens niet meer horen, dan wil het zeggen dat ik per ongeluk de computer heb doen ontploffen (*)

(*) Noot: merk op dat ik steevast verwijs naar 'de computer' terwijl de jongere generatie het specifieker heeft over MacBooks/ ipads/ .... Mijn vader verkiest dan weer 'het scherm' als noemer voor alles wat met een toetsenbord komt.

Broer: (na vijf minuten): Steph? Lukt het??
Ik: Ja, maar ik heb alleen Tentmans' login en ik ken zijn wachtwoord niet
Broer: (zag de bui al hangen dus zei): Oei
Ik: ja, dus nu moet ik een nieuwe account aanmaken. En moet daarvoor blijkbaar eerst 200 stappen doorlopen. De fuckers. Ze zijn me er hier weer zwaar aan het opleggen (technologie triggert paranoia bij mij)
Broer: Maneee! Maak gewoon een account, that's it

* weer twintig minuten later*

Ik: ok, ik heb er één. Nu proberen inloggen

* tien minuten later*

Ik: Hij wil niet! Luiaard!!
Broer: Euhm Steph, heb je internet? (Het begon bij mijn broer te dagen dat hij het communicatieniveau enkele levels terug mocht schroeven)
Ik: jaaaa!!!
Broer: Ok dus; je gaat naar skype, je logt in, ik heb je een verzoek gestuurd en daarop klik je. Met de muis... Accepteer mij. That's it.

Intussen had ik het al lang opgegeven en was ik van onderwerp geswitcht naar eten en welke restaurants we kunnen doen als ik hem in Londen ga bezoeken (*Ottolenghi!!*).

Waarop Broer me weer tot orde riep en zei:

Broer: Steph, focus! Lees wat ik geschreven heb.
En hij herhaalt: als je internet hebt (waar hij blijkbaar nog steeds niet zeker van was), log je in, dan bekijk je je vriendschapsverzoeken, je accepteert mij en ik bel je .

Nu was het zo dat zijn schrijfsels met wat vertraging op 'mijn scherm' toe verschenen dus kon ik dat allemaal niet zien en bleef ik maar doorratelen over eten en wat voor lekkers ik weer zou maken. Dat deed ik op een onbewust niveau om mijn zelfvertrouwen weer op te krikken.
Want zie je, wanneer iemand wiens pampers je nog ververst hebt opeens tegen je praat alsof je vroeg-dement bent, dat doet dat iets met jou. Dus switchte ik naar dingen die ik wél beheers en hij minder. Gewoon om de verhoudingen weer op punt te zetten.

Dus zei ik dingen als:

Ik: Ok, je bent er blijkbaar niet meer. Ik ga soep maken. Mmmm, met wortels of zo. Maar dat lees je toch niet want je bent er niet. Ik praat gewoon in een leeg universum. Halloo???? (looo looo looo ooo) Dat was de echo dat ik daar achter deed.... Robbert bert bert rt (zo heet mijn konijn).

Broer : (die er opeens toch weer was): Steph, ik probeer te skypen, wil je efkes niet over soep praten?

En toen probeerde hij het nog eens. Wat bewonderenswaardig is eigenlijk aangezien hij normaal gezien een beetje last heeft van ADD maar nu zo geduldig op me bleef inpraten.
Helaas, het mocht niet baten, ik gaf het op, zei dat ik het tech-gen miste en maar dat ik dat niet zo erg vind, om een beetje debielig te zijn op computervlak. Want dat ik andere dingen wel goed kan. Zoals soep maken.

En toen namen we afscheid.

Vermoedelijk heb ik een trauma opgelopen daar in de klas bij Mr. Huys waardoor ik nu zo'n aversie vertoon ten aanzien van alles wat met computers en nieuwe technologieën te maken heeft. Of ik vind het allemaal gewoon te saai voor woorden en mijn brein sluit zich automatisch af. Dat kan ook.

Deze blog aanmaken was trouwens ook al zo'n ramp. Daarom dat hij er zo lelijk uit ziet. Maar dat is niet erg. Het is tenslotte de inhoud die telt. Daarbij, binnenkort dump ik deze blogspot en ruil ik hem in voor een échte, spiksplinternieuwe website. Ontworpen door een professional (niet ik dus). Maar meer daarover later.

Gaan we het dan nu over eten hebben? Want dat kan ik namelijk goed. Old school eten maken. Zoals mensen al eeuwen doen. Dingen in een pot gooien, een beetje lanterfanten en op een bord kwakken. Stephie's got talent.

Geheel in de lijn van het vorige - en mijn hersencellen- , presenteer ik jullie graag een 'slowcooker' gerecht. Al eens gehoord van een slowcooker? Dat is het omgekeerde van een snelkoker en wordt vaak verkocht onder de naam 'crockpot'.



Ik ben een beetje verslaafd aan mijn crockpot de laatste tijd. Het ding past dan ook geheel in mijn kook-filosofie: 'een minimum aan inspanning, een maximum aan smaak'. Je gooit alle ingrediënten in de crockpot, zet het op 'aan' (2 knopjes om uit te kiezen, eenvoudig, duidelijk, perfect door voor tech -retards zoals ikzelf), wacht een uur of zes, zeven of een hele nacht (afhankelijk van het type vlees dat je erin gooit) et voilà! Je hebt een heerlijk iets gemaakt. Immers, doordat de slowcooker 'slow' gaat, krijgen al je ingrediënten ruim de tijd om hun smaken aan elkaar af te geven waardoor alles veel lekkerder wordt. Om nog maar te zwijgen van hoe je huis geurt na een paar uur!

Overtuigd? Nee?
Ok, hij kost maar 50 euro of zo.
Nu wel hé! 

Laat ons eens gaan voor een slowcooker 'classic'. Een broodje 'pulled pork'. Vrij vertaald, 'broodje uit elkaar gehaald zwijn'. 
Watertanden!


Ziet er toch niet slecht uit hé? Wacht tot je het proeft! 
Ingrediënten:

voor de 'pulled pork'

- 1 ontbeende varkensschouder
- 2 rode uien
- 2 eetlepels bruine suiker
- 1 eetlepel paprikapoeder
- 1 eetlepel zout
- 1 theelepel zwarte peper
- 2 eetlepels barbequesaus
- 2 eetlepels honing- appelazijn (of witte wijn azijn, of ciderazijn)
- 1/2 theelepel komijn
- 1 eetlepel mosterd

voor de salade:

- 1/2 witte kool
- 1/2 rode kool
- 2 eetlepels mayonaise
- 2 eetlepels Griekse yoghurt
- 2 eetlepels graanmosterd
- 1 appel
- 2 eetlepels appelazijn


Ik kan er niets aan doen. Iedere keer dat ik een rode kool
open snij, ontsnapt aan mij een bewonderend kreetje.
Prachtig toch? 


Werkwijze:

Voor de 'pulled pork':

-Snij de ajuin in stukken en gooi hem in de crockpot
- Meng de bruine suiker met het paprikapoeder, het zout, de peper en de komijn. Wrijf hiermee de varkensschouder in.
- Leg het vlees op de ajuin in de crockpot
- Meng de barbequesaus, de mosterd en de azijn. Giet dit over her vlees.
- Zet de crockpot op de laagste stand en laat gedurende een nacht garen (ongeveer acht à negen uur)

Voor de salades:

- Versnipper de witte kool en meng daaronder de graanmosterd, de mayonaise en de Griekse yoghurt. Kruid af naar smaak met peper en zout
- Snij de rode kool in fijne reepjes en stoof in een ruime klont boter samen met de azijn en een in stukken gesneden appel tot beetgaar.

Snij een ovenkoek open. Rooster beide kanten kort in de oven. Beleg met een schepje varkensvlees en top met beide koolsalades. Smakelijk!
(want smaken zal het. Geloof me).


21 augustus 2014

Over dagelijkse zorgen en dagelijkse kost

En dus hebben we nu nog altijd geen kat of hond ten Huize Tentman- Coorevits (ik verdom het om mezelf Tentvrouw te noemen).
Zoals in ieder goed huwelijk waren we tot het volgende compromis gekomen: ik kreeg een kat en een halfjaar later mocht Tentman zich dan weer een hond aanschaffen. Noem me gerust een watje maar nog eens getuige zijn van een brutale slachtpartij hoeft voor mij niet per sé en we redeneerden dat, als onze kat er eerst is, die als dominant zal worden beschouwd door de hond en we op die manier haar overlevingskansen kunnen maximaliseren.
 
Nu is mijn echtgenoot een achterbakse klojo en sinds we op reis een koppel puppy's spotten op één van onze verblijfplaatsen en ik me eerder positief uitliet ten aanzien van deze vlooienballen doet hij niet anders dan me foto's van puppy's onder de neus schuiven. Hebt u al eens een puppy gespot? Sorry hoor maar als je nu niet spontaan 'ooohhh' uitroept, dan ben je een psychopaat:


Voor mijn geestesoog verschenen weldra pittoreske beelden zoals:  Mijn hondje en ik, samen lange trektochten makend door bos en dal. Mijn hondje, rustig slapend voor de open haard op een koude winteravond terwijl Tentman en ik, onder het genot van een glaasje goede rode wijn, minzaam glimlachend op hem neerkijken. Mijn hondje en ik, samen joggend op een frisse lentemorgen, de riem losjes om mijn middel gebonden en het hondje vrolijk huppelend naast mij. 
Toen kwam ik weer tot zinnen en herinnerde ik me dat wandelingen met Duitse Herders meestal zo verlopen. Ook meende ik dat ze de neiging hebben twee keer per jaar hun lichaamsgewicht aan haar te verliezen, dit bij voorkeur uitstrooiend over de vloer (we hebben gepolierde beton thuis, kan je het je voorstellen. We spreken hier over kamerbreed tapijt bestaande uit hondenhaar hé?!)
 
 
Neenee, dan leek deze me toch een beter idee. Geef toe, hoeveel haar kan daar nu van komen? Weinig kans ook dat hij man + hond tegen de grond kan tackelen door zijn lichaamsgewicht er tegenaan te gooien.
 
 
U merkt, de kat vs. hondstrijd is nog niet gestreden. In afwachting hebben we ons dus maar een konijn aangeschaft.
 
Meet Bert:
 
Bert is de meeste linkse en pluizige van de twee
 
Dwergkonijn Bert werd begin april aangeschaft met als bedoeling een origineel cadeau te vormen voor mijn driejarig metekind. Dat metekind heeft een volledige 90 seconden aandacht besteed aan Bert, kreeg toen van iemand anders slimmer een prinsessenkleed en vergat het hele konijn prompt. Ondanks verschillende pogingen van de mama van het metekind om Bertje een warme thuis te bieden, kreeg hij naar mijn mening toch niet alle moederliefde die hij verdiende. Dus adopteerden Tentman en ik hem.
Dwergkonijntje Bert was dolgelukkig bij ons. In plaats van in zijn hokje mocht hij in onze verwilderde tuin vrolijk rondhupsen. Hij maakte vriendjes met de katten in de buurt en mocht op logement bij de buren en hun kippen tijdens onze congé.
Eens terug uit vakantie bleek dat Dwergkonijntje Bert de afmetingen had aangenomen van een puppy. Dus hebben we ofwel een inschattingsfout gemaakt en is Dwergkonijntje Bert helemaal geen dwergkonijn. Ofwel heeft hij gewoon zware botten al dan niet in combinatie met een eetprobleem.
 
Maar nu stelt de volgende vraag zich: Hoe zit het precies met de natuurlijke konijn-kat-hond hiërarchie? Hoewel Bertje een stevige jongen is, betwijfel ik of hij van nature dominant genoeg is om het hoofd te bieden aan een volgroeide Duitse Herder. Bertje ziet er namelijk ook erg fluffy uit en ik ben bang dat onze toekomstige hond hem per abuis zou kunnen aanzien voor een knuffeltje.
 
Toen bedacht ik dat ik een foodblog had en 1 en ander gecombineerd leidde tot de volgende elegante oplossing: Stifado, oftewel een Grieks stoofpotje van konijn!
 
 
Ok, dat was een grapje.
 
Ondanks verschillende suggesties van Tentman en de verlekkerde blikken die mijn schoonvader steevast op mijn konijn werpt, zou ik het nimmer over mijn moederhart kunnen verkrijgen om mijn kleine Bert in de pot te gooien.
 
Geen vlees dus vandaag mensen wel een vegetarisch, vetarm en glutenvrij gerecht. Goed, alleen groenten dus. Echter, wat onderstaande gerechten missen aan eiwitten en granen, compenseren ze aan creativiteit en exotiek (ik zou het nogal goed doen hé, op de markt).
Onderstaande gerechten representeren het type voedsel dat bij ons door de week regelmatig op tafel komt: een soepje en een groenten/ovenschotel. Soms, als Tentman er wat bleekjes uitziet, gooi ik wel een stuk extra vlees voor hem in de pan maar voor mij is dit niet nodig.
 
Laat ons beginnen met de soep. Deze week dacht ik: 'Waarom niet eens een aubergine in mijn soep gooien?' (Ik ben wild en onbezonnen in het diepst van mijn hart). Ik voegde daad bij woord, gooide er een paar tomaten bij, mixte alles en gooide er, voor de fun en ook een beetje omdat het lekker is, een topping bovenop van geroosterde kikkererwten. Een aanrader.
 
Aubergine-tomatensoep met geroosterde kikkererwten:

- 2 aubergines
- 1 blik tomaten (als je verse bij de hand hebt, niet aarzelen!)
- 1 grote ajuin
- een bouillonblokje
- een beetje water (naar gevoel, niet te veel, de tomaten geven al veel vocht af)
- voor de afwerking: een kneepje citroensap, wat geroosterde komijnzaadjes, een toefje harissa, tijm, peper en zout
 
 
Prik de aubergines in en steek ze gedurende een uur in een oven op 200° tot ze helemaal gerimpeld zijn. Snij ze open en lepel het vruchtvlees eruit.
Fruit de ui in wat olijfolie (hoe langer je de ui fruit, hoe meer smaak die zal afgeven aan je soep). Voeg het auberginevruchtvlees en de tomaten toe, samen met het bouillonblokje, de komijn, de tijm en de harissa. Voeg een scheutje water toe. Breng aan de kook gedurende 15 minuten (alles is in feite al zacht dus lang duurt het allemaal niet). Mix. Voeg meer water toe als je de soep te dik vindt.
Kruid af met peper, zout en een beetje lekkere olijfolie.*
 
 
Voor de geroosterde kikkererwten:
 
trouwens ook een lekker bij de apero ter vervanging van de klassieke nootjes/chips

 
- 1 blik kikkererwten
- een genereuze snuif maldon
- 1 eetlepel olijfolie
 
 
Giet de kikkererwten af en pel ze. Ja, ik weet het, ik weet het: een kl*tewerk maar het moet gebeuren lieve mensen. Ik spreek uit ervaring, ik heb geprobeerd om een short cut te nemen en de kikkererwten ongepeld te roosteren maar het werkt niet. Je krijgt ze nooit krokant.
Pellen dus. Zie het als quality time. Zet je er gezellig bij, steek de tv aan, kijk naar je favoriete foute serie, zing mee met je favoriete liedjes, whatever. Voor je het weet, zijn ze gepeld.
Spreid ze uit over een bakblik of een ovenplaat, besprenkel met zout en olijfolie en rooster in een hete oven op 210° tot ze goudbruin en ultra-crispy zijn.
  
* Ik bedenk me net dat een lepeltje Griekse yoghurt voor een romige en frisse toets zou kunnen zorgen in de soep. Volgende keer toch maar eens proberen....
 
 
Linzenschotel met geroosterde groenten
 
 
 
Ik weet het, linzen zijn de Herman van Rompuy onder de peulvruchten maar net zoals de man zelf moet je ze niet op hun (gebrek aan) sexappeal beoordelen. Linzen zijn namelijk super gezond en heel voedzaam (en natuurlijk ook lekker. Het leven is te kort om slechte dingen te eten). Plus:  Ze doen wonderen voor je spijsvertering (ik weet niet van Herman...). Het komt er gewoon op aan smaak in de peulvrucht te steken. En dat doe je volgens mij best zo:
 
Nodig voor de linzen:
 
- 1 kop linzen
- 1 sjalot/ui
- sap van 1/2 citroen
- kruiden: een bouillonblokje, een teentje look, tijm en/of rozemarijn, zout, peper, olijfolie
 
 
Kook de linzen gaar maar voeg aan het water een blokje kruidenbouillon (of groentebouillon whatever), een teentje look en een takje kruiden naar keuze toe (tijm, rozemarijn,...). Neem twee koppen vocht voor 1 kop linzen. Wanneer de linzen al het vocht hebben opgenomen, zijn ze normaalgezien gaar.
Fruit dan een sjalotje in wat olie, voeg de linzen toe en stoof ze wat aan. Kruid af met (maldon)zout, verse platte peterselie, een beetje peper, een kneepje citroensap en een genereuze geut kwaliteitsvolle olijfolie.
Ik heb er ook nog een soeplepeltje of twee auberginesoep onder geroerd. Gewoon omdat het me op dat moment wel gepast leek.
 
Voor de geroosterde groenten:
 
- 1 gele paprika
- 1 rode paprika
- 1 courgette
- 1 kleine aubergine
- olijfolie, zout, tijm/rozemarijn
- geitenkaas en/of feta (optioneel)
 
Rooster dan de groenten: neem een gele en een rode paprika. Ontvel deze (met de dunschiller) en snij in reepjes. Snij de aubergine en de courgette in halve maantjes. Hussel alle groenten door elkaar in een ovenschotel, overgiet met olijfolie en kruid af met maldonzout, evt. wat peper en een paar takjes geritste tijm.
Plaats de groenteschotel in een warme oven en rooster ze gedurende 30-40 minuten in een voorverwarmde oven op 190°.
 
Neem nu een andere ovenschotel. giet de linzen onderaan in de schotel, spreid daar de geroosterde groenten over en werk af met wat schijfjes geitenkaas en/of verbrokkelde feta. Plaats kort nog even in de oven tot de kaas gesmolten is.
 
Dien op. Eet en wentel je zelf in het genoegzame besef dat je gezond en ecologisch verantwoord bezig bent.
 
 
 
 
 
 




13 augustus 2014

Elf jaar, met ballen en opstaan

Mocht mijn blog een baby zijn, dan had ik al lang het Vertrouwenscentrum op mijn dak gekregen, vrees ik. Wat een schandalige verwaarlozing.

Oh well.

14 augustus 2014 vandaag. Zegt jullie waarschijnlijk weinig maar drie jaar geleden liep ik strontnerveus rond in een berg witte tule en met het plan Tentman die dag mijn eeuwige liefde te beloven.
Laten ons die specifieke belofte even onder de loep nemen. De dag van je huwelijk is denk ik de enige dag waarop je letterlijk zégt aan je lief dat je hem/haar voor de rest van je leven graag zal zien. Wat onmiddellijk ook het wezenlijke verschil is tussen mensen die trouwen en mensen die dat niet doen. Immers, maar weinig andere gelegenheden lenen zich ertoe dat je elkaar ten overstaan van vrienden en familie diep in de ogen kijkt, mekaars handje vast pakt en dergelijke hoogdravende dingen beweert. Behalve dan 1 keer per jaar op Kerstdag waar dronken nonkel Rudy en nog zattere tante Rita 'een momentje' beleven. Of behalve Tentman.

Hij beloofde me reeds een jaar na onze eerste kus - in nuchtere toestand!- dat hij voor altijd van me zou houden en voorlopig blijkt hij een man van zijn woord te zijn.
(Voor het gemak vergeet ik nu even die momenten waarop hij beweert dat onze hond kanker heeft gekregen door mij en dat ik goed op weg ben om hem even ziek te maken).

Wilt u de specifieke omstandigheden eens horen waarin die belofte werd gedaan?

Ok dan. Hoewel de gedane belofte anders doet vermoeden, betreft het hier een weinig romantisch verhaal waarin ik een zeer twijfelachtige heldenrol vervul en die, 10 jaar na datum, nog steeds het schaamrood op mijn wangen doet verschijnen maar kom, sharing is caring dus hier gaan we:

September 2003. Tentman en ik gaan voor de eerste keer samen op reis. Naar Cyprus (wat had u nu gedacht?) Alles loopt op rolletjes en we doen alle walgelijk romantische dingen die van smoorverliefden mag verwacht worden: nachtelijke zwempartijen in een 28° warme zee onder een sterrenhemel waaruit -hoe kan het ook anders- af en toe eens een ster naar beneden tuimelt, urenlang praten over God-mag-weten-wat,... Kortom shitloads aan zeemzoetigheden die de rotte smaak die de ander je elf jaar later geeft moeten compenseren.

Tentman troonde me gedurende die 2 droomweken mee langsheen de highlights van Aphrodite's geboorteland. Eén daarvan was Adonis Bath. Een soort groene oase in de bergen waar een aantrekkelijk turkoois bergmeertje omsloten werd door steile rotswanden.

Adonis' Bath: Een schijnbaar idyllische plek

Dé attractie van Adonis Bath was springen van de steile rotswand in het bergmeertje. Je had de keuze tussen een sprong vanaf 15 meter hoogte en een zelfmoordmissie vanaf 22 meter hoogte. Die dag hadden Tentmans' zus en haar lief zich bij ons vervoegd en al snel klauwden de twee mannetjesdieren de rotswand op, aldus bewijzend aan de vrouwtjes dat ze over voldoende potentie en kracht beschikten om voor een sterk nageslacht te zorgen. Gedwee bleven Elena (de zus) en ik aan het meertje staan kirrend van bewondering over zoveel moed en lefgozerij.
(Noot: dat doet dus verliefdheid met een mens. Het maakt pulp van je gezond verstand. Nu, elf jaar later, zou dat kirren hebben plaatsgemaakt voor een nuchter: 'Meen je dat nu? Ge zijt 33, wa moeje bewijzen? Ik ga u nie in een kar duwen hoor als ge uw rug breekt. Is de schuldsaldo verzekering in orde?')
Maar goed toen dus nog één en al bewondering. Olijk sprongen de twee jongens in het water en moedigden ze ons aan om hen te volgen. 'No fucking way' was mijn eerste respons. En daar had ik bij moeten blijven. Maar Elena liet zich vermurwen en onder een 'Kom, Steph, we gaan gewoon eens boven kijken, we zien dan wel', volgde ik haar halfhartig.
Eens boven bleek dat naar boven klimmen één ding was maar naar beneden komen iets heel anders. Tenzij je een 90% kans op botbreuken een berekend risico vond, was de enige weg  naar beneden al springend.
Omdat het belangrijk is dat u zich een accuraat beeld kunt vormen van de situatie schets ik u nog even volgende scène: een ieniemiene bergmeertje, steile rotsen met daarrond bomen. Eens boven op 15 meter hoogte (ik was dom, niet suïcidaal) bleek dat 1 van die bomen in de rotswand verankerd was zodat de takken zich over de hele breedte van het meertje uitstrekten en je, boven op het richeltje, het water slechts door de takken kon zien doorschemeren. En wat dat richeltje betrof: dat was ongeveer 1 meter lang zodat een stevige aanloop om over de eerder besproken takken te komen uitgesloten was.

Combineer deze stand van zaken nog eens met mijn uitzonderlijke talent voor klungeligheid en u weet dat ik me in een precaire situatie bevond.
Elena liet me al gauw in de steek en sprong 'bommetjesgewijs' in het water. Ik hoorde de jongens beneden gieren van het lachen (blijkbaar had het 1.55 meter hoge meisje een opspattende straal van 3x haar lengte geproduceerd). Sportief van hen, om zo te lachen, dat zeker.
Nu was het aan mij. Mijn hart bonkte letterlijk in mijn keel. Onder aan de oase had zich een menigte verzameld (toeristen en locals) die me allemaal stonden aan te moedigen. Nu geef ik over het algemeen geen zier om wat anderen van me denken dus maakte ik me op om langs de rotswand terug naar beneden te klauteren. Toen sprak Tentman de volgende woorden:

'Kom Steph, springen!! Als je springt zal ik je voor eeuwig en altijd graag zien!'

Dus ik draaide me om en sprong. Nu legde ik eerder reeds uit dat een fikse aanloop onmogelijk was en in mijn hoofd zag ik me al boven in de takken van de boom bungelen omdat ik niet ver genoeg had gesprongen. De brandweer zou me moeten komen redden en de hele situatie zou tenenkrullend gênant zijn geworden. Dus vond ik er niet beter op dan met mijn benen in een hoek van 90° vanop een hoogte van 15 meter naar beneden te vallen.

Jeps, 'ai' omschrijft het correct.
Ik was zo hard op het water terecht gekomen dat het leek alsof ik met mijn gat op beton was geland in plaats van in water. De pijn was verschrikkelijk.

Maar.

Dat was niet alles.

Blijkbaar was ik zo bang geweest dat ik tijdens het naar beneden vallen een soort van oerkreet had geslaakt waarin ik al die angst samen gebald zat. Als u nu denkt aan een soort van meisjesachtig gilletje, think again. Het was meer iets als 'WWRRRRRAAAAAAHHHHHHHHHW!'

Wat dan ook nog eens door Tentman op film werd vastgelegd.

Toen mijn hele toekomstige schoonfamilie na ongeveer 42 uur was uitgelachen, bleek dat mijn billen intussen de kleur van een inktzwarte nacht hadden aangenomen en dat ik me enkel kruipend kon voort bewegen. Ik vergeet nooit de medelijdende blikken die de mensen me toewierpen toen Tentman en ik samen over het strand liepen (hij)/strompelden (ik). Ze hadden het verkeerd voor. Tentman heeft me nooit fysiek mishandeld (geestelijk daarentegen ben ik een wrak.) Maar hij hield zijn woord en dus:

Bedankt Tentman voor de elf jaren vol fijne herinneringen waarvan we er reeds drie (min of meer) gelukkig getrouwd zijn. Laat ons er nog een veelvoud van dat getal tegenaan smijten.


Dit gezegd zijnde: let's cook.

Zoals in een vorig Tentman-verhaal al te lezen viel, kent mijn man zijn klassiekers. Geef hem gehakt en hij is blij. Dus was het plan hem vanavond te verwennen met een gehaktbal (elke andere bal zou een teleurstelling geweest zijn). En daar Wim Ballieu de laatste tijd nogal scoort met die gevulde van hem (vuile, vuile zin deze), dacht ik dat ook eens te proberen. Meer nog: ik zou een Griekse en een Belgische versie creëeren, refererend naar onze beider roots. De Griekse kreeg een vulling van feta, spinazie en munt (zie groene vulling hieronder). Voor de Belgische variant koos ik bloemkool en pickles (geel dus).
Ik vermoed dat Mijnheer Ballieu steevast een witte saus of roomkaas door zijn vullingen draait want de mijne 'turnden' minder smeuïg uit dan de originele. Maar dat is niet erg. Die van mij waren meer dan geslaagd.


Wat hebben we nodig?

- gehakt (neem gemengd gehakt voor ballen, je hebt het varkensvlees nodig voor de smaak. Wanneer je met gehakt werkt, moet je gaan voor smaak en niet skinny proberen te doen)
- vulling naar keuze. Hier dus: een brokje feta, een handjevol spinazie (diepvries mag hoor) en een handje vol munt voor de Griekse Bal. Voor de Belgische bal neem je de een paar bloemkoolroosjes en een genereuze lepel pickles. 
- panko (voor het krokante korstje)
- een uitje (om versnipperd door je vlees te mengen)
- een ei (om je gehakt smeuïger te maken)
- kruiden (zout, peper, kruiden naar keuze om door je vlees te mengen)



Hoe doen we het?

Voor de Griekse vulling prak je de feta met de geblancheerde spinazie en de versnipperde munt. Breng op smaak met wat olijfolie en wat peper (eventueel wat zout als je vindt dat de feta nog niet zout genoeg smaakt).
Voor de Belgische vulling blancheer je de bloemkoolroosjes en pureer je deze met de pickles. 

Kruid je gehakt en meng er het ei en de versnipperde ui onder. Vorm dan een soort van ballen (zie bovenste foto) en maak een kuiltje in het midden. Schep daarin een lepel van de vulling. Vul de 'holte' op met wat extra gehakt en vorm opnieuw een bal met je handen. Wentel de gehaktbal door panko. 
Besprenkel de ballen met wat olijfolie en bak ze krokant in een voorverwarmde oven op 190° gedurende minstens 20 minuten (afhankelijk van de grootte van de ballen). 


Bijkomende tip: Op de onderste foto kan je zien dat de vulling van mijn Griekse Bal redelijk intact is gebleven, misschien niet zo smeuïg als ik hem graag gezien had maar toch, ok voor een eerste poging. Dat ik de Belgische bal niet ontleed aan u toon is omdat de vulling daar helemaal in het gehakt was getrokken en er simpelweg geen vulling meer te fotograferen viel. Nu heb ik voor u al het 1 en ander opgezocht en Mijnheer Bal-lieu (hah) raadt aan om in het geval van lopende vullingen (zoals de bloemkool-picklessaus) de vulling even in te vriezen met behulp van een ijsblokvormpje. Op die manier heb je iets stevig om in de bal te duwen en behoudt de vulling ook beter zijn vorm in de oven. 
En nee, ik stel me geen vragen bij het feit dat de Griekse Bal gelukt is en de Belgische mislukt. 




PS: Ik vond dat ik al genoeg gewerkt had op mijn eigen trouwverjaardag dus heb ik de afgebeelde slaatjes niet zelf gefabriceerd (jaja, ik ga ook wel eens iets kant en klaar kopen, sue me). Ze waren heerlijk en als je ze ook eens wil proeven: mijn allerfavorietste slager ever (Mylle in Kortrijk) heeft ze in de toonbank staan. Het groene slaatje bestaat uit avocado, pistachenootjes, de -more popi then ever- peer en selder. Het rode slaatje is een heerlijke combo van appel, granaatappelpitjes, kerstomaatjes en radijs.