26 mei 2013

E viva Catalunya

Toen ik hoorde dat we naar Barcelona vlogen zou je kunnen denken dat volgende gedachten mn eerste waren:

- Machtig! Tapas!
- Super! Een culinaire verkenningstocht met twee van de beste chefs ter wereld!
- Goh, al die plekken waar ik ga komen waar een doorsnee toerist nooit geraakt!

Maar in werkelijkheid dacht ik:

So long suckers! Gimme that vitamin D-shot. Right now!

Niet dat ik de 50 tinten klimatologisch grijs van de laatste maanden niet leuk vind hoor. Ik vind het zo ongeveer even opwindend als zijn literaire equivalent.

Er zijn echter geen zekerheden meer in het leven. Eventjes koesterde ik, vanuit het vliegtuig, nog de ijdele hoop dat het dikke, grijze wolkendek boven Barcelona een hardnekkige vorm van ochtendnevel was, maar niets bleek minder waar. Een luttele tien graden 'verwarmde' de stad en een ijzige regen zeikte de hele dag op ons neer.

Familie en vrienden kennen mij als een onverbeterlijke positivo. Het credo 'there's no place like home' indachtig, voelde ik me al snel helemaal thuis in de Catalaanse contreien.

Mensen die me laatstleden een duif zagen verkrachten (niet letterlijk, dat zou echt foute tv hebben opgeleverd) en het mooiste lelijke supermarkttaartje zagen creëren, zullen misschien ook wel begrijpen dat het zelfvertrouwen een beetje zoek was. Ik kampte met levensvragen als:

'Kan ik dit wel?'
'Waren de opdrachten daarvoor misschien gewoon dingen die me lagen en zal ik nu eindelijk door de mand vallen?'
en
 'Zou het rattenvergif dat ik in het park van Wevelgem heb uitgestrooid ook zijn werk doen bij mijn gevederde vriendjes?'

Maar opgeven was geen optie (echt, letterlijk hé, dat staat in het contract) dus sprak ik mezelf coachend toe: 'Coorevits, ofwel blijf je neuten als een seut en lig je er binnen de kortste keren uit. Ofwel zie je het voor wat het is en dat is een gratis tripje naar Barcelona met twee sterrenchefs om te gaan doen wat je het liefst doet in de wereld: eten (en nog iets... ahja, koken...). So: enjoy the ride while it lasts.'

Bovendien, ik mocht nog gigantisch op mijn bek gaan, die cocktail en sferische olijf konden ze me alvast niet meer afnemen.

Eerste stop: Priorat. Aka de Heilige Graal van de olijfolie. Ik weet niet hoe het met jullie zit maar ik persoonlijk had nog nooit olie gedronken. Nu zou ik niet onmiddellijk compleet uit de bol gaan en een fles Alijfolie drinken (Aldi-olie) maar als je zo'n slokje van dat Priorat-stuff aangeboden krijgt: niet aarzelen! Lekker fruitig, pittig in de keel en heerlijk geurend naar vers gemaaid gras (iets wat ik er zelf natuurlijk ook al lang uit gehaald had maar kom, je moet die chefs ook iets gunnen hé... ahem)

Vervolgens was het tijd om te doen waar we voor gekomen waren: een beetje koken. Het was alsof de Goden me weer gunstig gezind waren want die romesco, dat is nu eens iets waar ik me volledig kan ik laten gaan.

Kijk, even een persoonlijke noot: ik ken mijn zwaktes. Ik wéét dat ik niet de (levens)ervaring van Carla of Bram heb. Evenmin beschik ik over de finesse van Sara maar ik weet ook wat ik wel kan. En dat is schaamteloos kopiëren.

                            

Nadat ik meer dan de helft van die pot saus had leeggelebberd wist ik ongeveer wel hoe de balans zoet-zuur-zout zat en aangezien de vereiste ingrediënten voorhanden waren, was het enkel nog een kwestie van puzzelen. En vijzelen.

Ik zou jullie graag het exacte recept van de romesco meedelen maar het probleem is dat ik voor zo'n dingen nooit met concrete hoeveelheden werk. Ik proef, en proef nog een beetje en net op het moment dat ik denk: 'ik ga kotsen als ik nog één zo'n lepel naar binnen moet stouwen, komt het allemaal netjes bij elkaar (in mn hoofd dan, ook vanuit mijn maag naar mijn keel maar hoofdzakelijk in mijn hoofd).
Na deze aantrekkelijke handleiding kan ik me voorstellen dat jullie staan te popelen om zelf aan de slag te gaan dus geef ik jullie de nodige instructies mee voor 'mijn' romesco:
- gepelde en geroosterde amandelen (sorry mijnheer de commentatorstem, hazelnoten heb ik er niet in gedaan)
 - een verse tomaat
- een teentje look
- een geut sherryazijn
- een snede getoast wit brood
- het vruchtvlees van die gedroogde pepers ('Nyora')
- geroosterde pepers
- een shitload aan olijfolie (maar dan wel de goeie soort hé)
- peper en zout
Vooral goed vijzelen zodat je een min of meer gladde massa krijgt en dan proeven en bijkruiden waar nodig. De overheersende smaak is eerder zoet maar op het einde moet er zo'n 'kick' aanwezig zijn.
Volgende scène was een persoonlijke favoriet: nietsdoen en zuipen in 41°. Jaja, ik wéét dat ik zou moeten zeggen dat we weer enthousiast onze schorten aanbonden om een nieuwe culinaire uitdaging aan te gaan maar kom: ons vliegtuig was om 5 uur 's morgens vertrokken en ik had die nacht amper een uurtje geslapen.

Ik wijt het aan 'het schoolreis-syndroom'. Je weet wel, je bent negen jaar, je mag op schoolreis naar Bellewaerde en de hele nacht ervoor doe je geen oog toe. Je wil namelijk als eerste de overbevolkte bus op om op de laatste rij te gaan zitten tussen al je vriendinnetjes met uitzicht op het jongetje waarvan je dan wéét dat hij later Je Aanstaande wordt.
Zo verging het de populaire meisjes.
Kleine Stephanie verging het als volgt: Ze kon niet slapen van misselijkheid bij de gedachte dat er 'no way in hell was dat de populaire meisjes haar op de achterbank zouden toelaten. Dus zou ze tien tegen één naast de wiskundeleraar met zijn witte kousen en contrasterende jezussandalen mogen plaats nemen en de enige prille liefdesverklaring zou van Rosse Ronald komen.
Maar we dwalen af. Ik had dus niet veel geslapen en ik was een klein beetje moe. Ok, ik was kapot. Als ze hadden moeten vragen om dan dat drie gangenmenu te maken,  was ik waarschijnlijk met mijn gezicht plat in de fédua beland.
Maar mijn angst bleek dus ongegrond want we werden getrakteerd op een lekker informeel cocktailtje aan de toog. Met de chefs. Gezellig. Intiem. Met zijn zessen. En met de barman. En de drie cameramannen. En onze lieve coach Leslie. Een stuk of drie geluidstechniekers, twee interviewers en een art director.
Los daarvan: cocktail was superbe. Sferische olijf was goddelijk en die tentakels, daar mochten ze me wel een ketel van serveren.
De combinatie: booze+ vermoeidheid + gezonde portie stress+ buitenlandse lucht eiste intussen zijn tol en ik wist dat ik, om gênante taferelen te voorkomen, beter tussen de lakens zou duiken. Ik schijn namelijk in semi-slaaptoestand de filosofische toer op te gaan maar dan op de schizofrene-step-away-from-the-crazy-woman-manier. Of ik begin te dansen. Niet zoals Beyonce, helaas. Meer zoals dronken nonkel Rudy op de nieuwjaarsreceptie.
                                 
Luttele uurtjes slaap later, doch: fris als een hoentje (hoentjes hebben toch ook van die zandzakken onder hun oogjes hé?) stond ik klaar om de 'bocqueria' stormenderhand te veroveren.
Eén technisch probleem: Ik spreek geen woord Spaans en Spanjaarden bleken om de één of andere mysterieuze reden ook onze wereldtaal niet machtig. Gebaren dan maar.
Eerder kon u al lezen dat ik deze alternatieve vorm van communicatie uitstekend beheers dus dat werd 'a walk in the park'. Ik had heerlijke inktvis (verkregen door met mijn stompe vingertje te priemen naar de desbetreffende delicatesse. Het inktzakje moest er van mij nog inzitten dus heb ik heb mijn gestomp in de lucht laten vergezellen door 'nero! nero! si?'). Vermoedelijk had de lieve Spaanse verkoopster een mindervalide kindje want ze snapte mij meteen.
Verder had ik chorizo (toevalligerwijs zelfde benaming in Nederlands), pomodoro (Italiaans maar kom, wat voor andere rode bollen kunnen ze je aansmeren?), herbas (weer veel gepriem: 'no, no', a cotédas!!') en asperges (ik had ze al in mn knuisten voor ze kon reclameren).
Jaja, ze noemen me ook wel Stephie 'de talenknobbel' Coorevits....



Nog eventjes paniek toen bleek dat we in anderhalf uur een 3-gangenmenu moesten voorbereiden (echt een 'hobby' hoor, dat hobbykok-gedoe) maar al bij al bleek het nog mee te vallen. In de toekomst misschien nog even de mixer door mijn gazpacho halen alvorens die te serveren en een beetje minder enthousiast sproeien met chorizo-olie maar los daarvan ben ik binnenkort helemaal klaar voor zwoele, hete Spaanse dinertjes met vrienden. Rond de kachel.








19 mei 2013

Sweets for my sweet

Vaak worden mensen opgedeeld in vakjes en als je behoort tot het ene vakje, dan word je automatisch uitgesloten uit het andere. Een voorbeeld: Wanneer je een 'kattenmens' bent, dan moet je per definitie vinden dat alle honden stinken.
En dat doen ze ook.

Op culinair vlak bestaan dergelijke artificiële opdelingen ook: zo wordt 'sweet' vaak tegenover 'savoury' geplaatst. Een zoetekauw kijkt reeds bij de amuses reikhalzend uit naar het dessert terwijl de hartigekauw (ja, ik weet het maar ken jij een beter woord?) zijn chocomousse maar al te graag inruilt tegen een stukje schimmelkaas. 

Chefs binnen de branche schijnen een dergelijk classificatiesysteem evenmin ontlopen : waar hartige creaties vaak tot stand komen vanuit een buikgevoel, is in de exacte wetenschap der patisserie geen plaats voor veel gefreewheel. 
Ik ben geen 'pro' en evenmin een fan van beperkingen dus vandaar mijn boude uitspraak: I love both sweet and savoury!  

Vaak vind ik het heerlijk om in het wilde weg wat kruiden bij elkaar te kappen en op die manier een experimenteel sausje te bekomen. Maar soms leg ik mezelf een regime van kalmte en precisie op en dan  is een operagebakje waar je zo'n slordige vier uur (!) mee bezig bent, 'exactly what the doctor ordered'.


Een dessertrecept dwingt je met zijn licht militaristische karakter tot gehoorzaamheid. Er is weinig tot geen ruimte voor gewaagde uitspattingen maar je wéét dat, indien je de voorschriften slaafs volgt, je beloond wordt met geometrische magie.

(Let wel: enkel indien die magie van de eetbare soort is, zal ik mij laten verleiden tot lyrische uitspraken met betrekking tot wiskundige domeinen).



Neem nu de soufflé.

'Komen Eten' als eens gezien? Dan weet u dat als daar het woord 'moelleux' valt, u zich kan verwachten aan sardonische glimlachjes van de concurrentie en een spannend kwartiertje televisie waarbij de durfal in kwestie zwetend op zijn hurkjes in de oven zit te turen.

Wat de moelleux betekent voor 'Komen Eten' , is de soufflé voor 'Beste hobbykok' (minus de sardonische concurrentie, dat spreekt voor zich, wij zijn allen vrolijke, vrolijke vrienden...)

Ik persoonlijk had me nog nooit aan De Soufflé gewaagd en mijn kennis betreffende het onderwerp beperkte zich tot:
- 'zakt tien tegen één in als een zestienjarige tijdens een Justin Bieber concert'
en 
- 'het is ten strengste verboden om de oven te openen terwijl de soufflé aan het rijzen is'

Niet bepaald een truckload aan basiskennis. De geleverde ingrediëntenlijst (zonder bijhorend recept) leverde na wat gepuzzel een min of meer herkenbaar recept op. Enkel de bloem had nog geen plaatsje gevonden maar die zou ik er op een bepaald moment wel ergens bijkappen.

Tot mijn grote verbazing (én die van Sergio, echt 's mans scepticisme ten aanzien van mijn kookkunsten is legendarisch) rees uit de ovendampen iets wat toch ergens op een soufflé leek.   Toegegeven, mijn spruit zag er net iets minder perfect uit dan die van Carla maar een eerstgeborene is altijd een beetje 'trial and error' (hé, ma?)

Over dan naar de werkelijke opdracht van de dag: Maak een dessert met drie structuren op basis van rode vruchten.
Ofwel vond mijn onderbewustzijn die opdracht maar een beetje simpeltjes ofwel ben ik gewoon selectief doof want ik had het volgende verstaan: 'Maak een dessert met drie structuren van rode vruchten'. 
Voor de onoplettende lezer is het wellicht zoeken naar een verschil tussen beide instructies maar dit is er wel degelijk. 

Een toelichting:
Instructie één laat toe om een dessert te maken met drie componenten waarvan één bestaat uit rode vruchten. Instructie twee daarentegen, vereist drie toepassingen van rode vruchten en impliceert daarmee nog één of twee andere componenten 'on the side' ('een krokantje', 'een zoetje', 'een beetje bite'). Een verschil dat je qua tijd een uurtje of twee kan uitsparen.

Wellicht heeft u aan mijn 'goedkoop, lelijk taartje uit de supermarkt' niet kunnen zien welk verfijnd idee erachter school maar de bedoeling was de volgende:
'een semi-bevroren mousse van frambozen met een spiegel van braambessencoulis, een krokantje van citruskletskop, afgewerkt met in citroenverveine gemarineerde aardbeien'. 

Somewhere, something went terribly wrong....

Nu goed, gelukkig was het lekker. En gelukkig maar want zo'n uitstapje naar het zonnige Barcelona met twee drie sterrenchefs, dat wil je niet missen!

Wat dat 'zonnige betreft', wist je dat er in Barcelona zo'n negen dagen per jaar zijn waarbij de regen met bakken uit de hemel komt? Drie keer raden op welke dag wij daar waren.... 


11 mei 2013

Beter geen duif in de hand dan wel een duif

Hier volgt een prijsvraag: Raad hoeveel mensen mij sinds dinsdag hebben aangesproken over het Duif-Debacle en u wint .... een levenslange voorraad van die stadsratten. Ik wil ze met plezier voor u schieten.

Nee, serieus, weet dan echt iederéén behalve ik hoe je een duif klassiek op het karkas bereidt? 

Laten we mijn verkrachting der klassieke keuken eens stap voor stap doorlopen. Op die manier krijgt u in één keer alle info en mogelijk werkt het therapeutisch voor mij.

Het begon allemaal op een mooie, zonnige lentedag op het prachtige strand van Cadzand. Al ploeterend baande ik mij, samen met mijn collega's, een weg door het mulle zand en elegant plofte ik me rond het kampvuurtje waar Sergio gezellig zat te kokkerellen. Eventjes nog hoopte ik dat de improvisoire bbq slechts een inleiding zou vormen op de ware opdracht (brood bakken of zo) maar die hoop bleek dus ijdel.

Onder het motto 'alles wat je binnen hebt, pakken ze je niet meer af', propte ik de helft van de Oosterscheldekreeft in mijn bek en met een bang hartje ging ik achter de grill staan. 

Ik weet niet hoe het bij jullie thuis zit maar bij ons is bbq'en altijd al een mannenaangelegenheid geweest. En dat zal het voor mijn part ook altijd blijven. Ik kan zelfs verder gaan en stellen dat het gegeven 'barbeque' het laatste restje oermens in ons aanspreekt. De man-aap maakt een vuur en braadt daarop een mammoet-filet pure'tje. De vrouw-mens maakt de besjessalade aan, onderwijl gezellig roddelend met de rest van de vrouwelijke clan.

Anno 2013 is er wat mij betreft niet veel veranderd op dat vlak. Meer zelfs, ik zou niet in mijn hoofd halen om mijn lieve echtgenoot van zijn taak te kwijten. Ik acht het heel goed mogelijk dat de activiteit van vuur maken, datgene is wat zijn testosterongehalte op peil houdt. en daar profiteer ik dan weer van.

Maar goed, alle antropologische inzichten ten spijt, zorgde mijn evolutionaire instelling er wel voor dat ik mooi choco stond aan dat vuur en dat ik Sergio een rauwe sardine deed fretten.

Met een mengeling van medelijden en weerzin hoorde ik mijn virtuele zelf tijdens het interview achteraf verkondigen dat ze 'keihard zou vechten' de dag erna. Nooit gedacht dat, als het erop aan zou komen, ik de strijd zou verliezen van veerbal met chronische diaree.


'jaja, lach maar nu het nog kan'
Dag twee en alles begon opnieuw mooi en goed. Een beetje asperges schillen, een stukje kalfsvlees runeren, een boterzacht brokje knolselder verorberen... 'Leuk', dacht ik, 'gezellig een beetje knutselen met groentjes vandaag.' Qua vals gevoel van veiligheid kon dat weer tellen.

Toen het plateautje dode vogeltjes tevoorschijn werd gehaald, kon ik alleen maar denken: 'Dead woman walking'. Ik had werkelijk geen benul. Noch het product, noch de gevraagde techniek waren mij bekend en ik voelde de grond onder me weg zakken.

'Ok,' dacht ik, 'alleen een pokerface kan je nu nog redden. Doe gewoon alsof je razend enthousiast bent dat je iets nieuws leert kennen en misschien beloont God je dan wel omdat je zijn boodschapper niet verneukt'.

bovenstaand beeld geeft zeer mooi mijn liefde voor het product weer. Ik schijn nog net niet te kotsen op het vogellijkje

Ervaring leerde mij dat 'smaak, smaak, smaak' nogal hoog gewaardeerd wordt door beide chefs en gezond verstand zei me dat 'de natuurlijk vulling' van het beest wellicht wat in strijd zou zijn met dat credo. Weer aan de slag met beuling dus. Een nadere inspectie van het dode vogeltje openbaarde geen duidelijke holtes waarlangs geopereerd kon worden en er zou moeten gesneden worden. Nogmaals: ik had geen benul dus als Carla mij had verteld dat ik de darmen er via de snavel moest uittrekken, zou ik dat ook gedaan hebben. Maar het werd een liesoperatie.

Ik ga nu niet in detail ingaan op hoe je je precies voelt wanneer je weet dat 800 000 Vlamingen je aan het uitlachen zijn maar laten we doen alsof ik het leuk vind dat ik jullie een fijne tv-avond heb bezorgd.

Toen ik mijn zus na de aflevering zag, vroeg ze me of ik heel hard mijn best had moeten doen om de chefs geen kopstoot te geven. De blik waarmee ik aan de Tafel Des Oordeels zat, was namelijk precies dezelfde als diegene waarop ik haar trakteerde toen ze twintig jaar geleden het haar van mijn lievelingsbarbie afknipte.

Ik moet bekennen dat ik inderdaad pisnijdig was. Niet op Gert en Sergio hoor, maar op mezelf. Ik wéét dat ik te pas en te onpas kirrend verkondig 'dat ik er ben om te leren' maar eigenlijk wil ik gewoon alles direct kennen en bandwerk-gewijs perfecte borden afleveren. Duiven folteren en nadien cremeren hoort niet onmiddellijk thuis in de 'Hoorngeschal-en Engelengezang'-fantasie waarvan eerder sprake.

Maar de rotte kers op de oudbakken taart was toch wel het moment waarop Gert en Sergio mij vertelden dat ik ei zo na mijn ticketje naar de halve finale weer mocht inleveren. Man, wat was dat lachen zeg. Eerlijk? Het enige wat ik op dat moment wilde doen was (zeer matuur) mijn vingers in mijn orden steken en 'lalalaalalalala' zingen.

Dus. Ter conclusie. Ja, ik héb een sardine vermassacreerd. Tevens heb ik een duif volledig naar de knoppen geholpen en tenslotte heb ik met een gezicht als een oorworm zitten briesen naar de zes sterren. MAAR er ben niét geregresseerd tot het niveau van een kleuter en ik heb ook géén fysiek geweld gebruikt op de nationale televisie. Al bij al een geslaagde aflevering.





2 mei 2013

Over zeebaarzen en lapdances


 Ik weet niet of jullie er intussen van uit gaan dat er wekelijks een postje verschijnt met wat inside - hobbykok info (niet letterlijk in de hobbykok dus, dat zou vies zijn. Jullie weten wel wat ik bedoel). Maar als dat het geval zou zijn: es tut mir leid, ik heb jullie verwaarloosd.
 
Dus volgend voorstel: we doen een soort van twee-voor-de-prijs-van-één aflevering. Ik loods jullie deze week door alle delen (leer- en testdag) van de afgelopen twee afleveringen (nu één en later deze week de andere) en achteraf zijn we terug dikke vrienden. Ok?
 
Daar gaan we.
 
Visaflevering. Deel 1.
 
Start: Champagne drinken met Sergio in Breskens. Er zijn slechtere manieren om je dag mee te beginnen.
 
Coming up next: Vis vermassacreren in een visfileerderij (nieuw woord!) te Breskens. Ik weet niet goed hoe jullie denken over eigenhandig vis fileren maar ik hoop dat sommigen van jullie begrip kunnen opbrengen voor mijn (misschien ietwat arrogante) standpunt dat ik het product meer eer door het te laten fileren door mensen met kennis van zaken. Ik bedoel maar, heb je mijn tongfiletje gezien? Je kon er inderdaad door kijken hé. (Nieuw idee: vis voor anorexiapatiënten. Ik weet alvast voor welk programma ik me volgend jaar eens zal inschrijven).
 
 
En Sergio, lieverd, je mocht ingrijpen hoor. Gert deed dat namelijk ook in:
 
Visaflevering. Deel 2.
 

 
Cellulitisachtige verschijnselen toveren op je kaken ten gevolge van het 'gutten' van een vis. Dat noem ik nu eens toegewijd hobbykokken....
 
In de aflevering kwam bovenstaand beeld niet erg duidelijk naar voor maar toen we aan de slag gingen met zeebaars en Gert (elk op een andere manier wel te verstaan), kreeg ik de zeer verantwoordelijke positie van 'vis-fileerder'. Concreet: Sara mocht een tartaartje snijden, Fang mocht een filetje bakken en ik heb twintig minuten darmen uit een dood beest zitten snukken. Good times.
 
Eens de vis fileer-klaar was gemaakt, ontfutselde Gert heel voorzichtig het mes uit mijn handen. Ik ben het niet helemaal zeker maar ik meen een 'Nee aan het martelen van de zeebaars!!' -gemompel uit zijn mond te hebben gehoord.
 
Onderstaand beeld is getiteld: 'Hoe het wel moet'.
 
 
 
Goed. Na dit zeer leerrijke moment, was het tijd voor:
 
Visaflevering. Deel 3.
 
Opdracht: Verleiden met vis. Nu zou een slechte verstaander dat letterlijk kunnen nemen en dat zou echt gewéldige televisie hebben opgeleverd (zes hobbykokkers die zeer zwoel met een zeebaars tegen de kaak gedrukt een lapdance uitvoeren op de schoot van beide chefs). Helaas kwam niemand met dit lumineuze idee op de proppen en deden we dan maar waarvoor we gekomen waren: koken.
 
Mag ik u even deelgenoot maken van een geheimpje? Ik ben zeker dat u het aan niemand zal doorvertellen.

Na 'visaflevering deel 1' in Pure C, kon ik natuurlijk niet aan de verleiding weerstaan om even een cocktailtje te nippen aan de sfeervolle bar (noot terzijde: Pure C is gewéldig. Je weet met je verstand dat je in Nederland zit maar je gevoel schreeuwt: Loungy Ibiza-sferen). Dit terzijde.

De barman in Pure C heet Paul Morel en ik denk erover om een nieuwe godsdienst op te richten rond zijn persoon.

Indien je eens naar het strandhotel in Cadzand zou afzakken, ga eens volledig wild en vraag  Paul om 'zomaar iets te maken'. Dat deed ik namelijk ook en ik kreeg.... manna in vloeibare vorm.
Een schets: jonge venkelknol, bevroren in champagne, overgoten met een hemels sap van yuzu, pompelmoes en komkommer.
Weet dat woorden (en mijn literair talent) schromelijk falen in een poging deze Engelentranen te beschrijven maar onthoud volgende 3 woorden: Beste. Cocktail. Ooit.

Terug naar het punt dat ik wilde maken (want ja, ik was wel degelijk naar iets aan het toewerken). Of het aan de Godendrank, de coole sfeer of de gezonde Zeeuwse zeelucht lag, weet ik niet maar opeens sloeg inspiratie in als een donderslag bij heldere hemel.

Venkel. Komkommer. Yuzu. Pompelmoes. Allemaal zaken die in mijn hoofd goed combineerden met een stukje vis. En laat dat nu net de opdracht zijn van de testdag.

Dat noch pompelmoes, noch komkommer aanwezig waren, was slechts bijzaak. Beide werden vlotjes vervangen door bloedappelsien en courgette. Even een smeuïg kreempje ertussen, een gepocheerd stukje vis (net iets anders) erbij en het geheel aftoppen met 'een krokantje' zoals dat heet.


 

 
Om nu te zeggen dat dit gerecht wereldvrede zal brengen, valt te betwijfelen maar de chefs vonden het wel lekker en deze dame mocht als eerste door naar de halve finale.
Waarvoor dank, Mijnheer Morel.